Tuesday, December 15, 2015

Drie tegen nul

Mijn vader en moeder zijn heel slimme mensen. Ze weten precies wat ze willen. Soms willen ze hetzelfde en soms willen ze wat anders. Als het om mij gaat, willen ze eigenlijk altijd hetzelfde. Dat maakt mijn leven vreselijk lastig. Want het is dan altijd twee tegen een.

Als ik nog niet naar bed wil, willen papa en mama het wel. En als ik wil dat mama mij eten moet geven als papa het doet, doet mama het echt niet. Als ik een snoepje wil, mag het bijna nooit! Van papa niet en van mama ook niet. Er is gewoon geen speld tussen te krijgen.

Terwijl ik bijna begon te denken dat papa en mama altijd hetzelfde denken, gebeurde er iets bijzonders: de kerst kwam eraan. Eerst werd het al koud in huis en gingen we lekker de kachel aan doen. En bij het eten steken we kaarsen aan. Het worden er steeds meer. Eerst brandde er maar 1, maar nu zijn het er al 3. Twee kaarsen branden nog niet.

Toen we boodschappen gingen doen was de winkel helemaal versierd met groene takken. Er zaten ook lampjes in die knipperden. Papa zei tegen mama zeggen dat hij zulke takken best leuk vindt. Mama zei niet zo veel, maar haar gezicht zei genoeg. Mama houdt niet van groene takken. En dus kwamen er geen groene takken in ons huis. En ook geen knipperlichtjes.

Soms hoorde ik papa erover praten met mama. En volgens mij wilde papa er wel een. 'Het zou best leuk zijn voor Aron', zei hij. Mama dacht er erover na, maar ze was niet echt blij. Ik werd niet om mijn mening gevraagd. Dan konden we 'meeste stemmen gelden' doen. En dan was het zeker twee tegen een geworden. Voor grote mensen is de mening van een kind net lucht die voorbij vliegt.

Papa is een slimme man. Hij doet altijd heel lief tegen mama, maar ondertussen maakt hij heel goede plannetjes. Steeds weer noemde hij even die groene takken. Niet te veel, en niet te weinig, precies genoeg om zijn zin te krijgen.

En het is hem gelukt! Ons huis is nu versierd met groene takken. En er zitten ook lichtjes aan. Ik heb ze samen met papa in de vensterbank gelegd en vastgemaakt. De lampjes kunnen knipperen, maar ze kunnen ook niet knipperen. Meestal knipperen ze niet want dat vindt mama fijner.

Eerst vond mama het maar zo zo, maar toen vond ze het toch wel leuk. En ik zag aan haar dat ze het meende. Ik vind het ook leuk. Ik heb kleine cadeautjes in de takken gehangen. Het zijn geen echte cadeautjes, want als je ze uitpakt zit er alleen een stukje piepschuim in. Papa zegt dat ik ze niet uit moet pakken. Dat is weer zoiets onbegrijpelijks. Waarom zou je iets inpakken dat helemaal geen cadeautje is?

Vandaag heb ik gespeeld met de groene takken in de vensterbank. De takken zijn helemaal losgegaan en hangen nu naar beneden. Het ziet er niet zo mooi meer uit. Ik hoop dat papa ze snel maakt, want anders vindt mama het misschien toch niet meer mooi. Ik denk dat hij het vanavond direct weer repareert. Want dan vindt mama het ook weer mooi. En ik ook. En papa ook. Dat is mooi drie tegen nul.

Monday, December 14, 2015

De tijger en de kerstman

Ik woon hier al heel lang, maar ik zie steeds weer nieuwe dingen. Pas ging ik met papa en mama naar de dierentuin. Want er is hier een echte dierentuin. Eigenlijk is hij niet heel echt, want hij is niet zo groot. Alle dieren zitten in best wel kleine hokken. En sommige waren wel een beetje dun.

Er was een tijger die heel de tijd langs het hek liep. Hij gromde erg en soms sprong hij met zijn poten tegen het hek aan. Papa zei dat hij honger had. Maar ik mocht hem niet voeren van papa. Anders had ik hem gerust een banaan gegeven. Op school hebben we ook een tijger, maar die is niet echt. Hij gromt niet en kan niet zelf lopen.

Er waren ook hele grote vogels in de dierentuin. Ze heten zee-arenden. Ze hadden donkere vleugels en een witte kop. Dat is precies andersom als bij zwarte piet. Die was hier pas ook, maar dat is weer een ander verhaal.

Ik heb ook heel lang gekeken bij de apen. Het waren er heel veel, wel meer dan de kinderen in mijn klas. Ze waren heel lief aan het spelen. Er was ook een baby-aap. Zijn moeder zorgde goed voor hem want ze hield hem steeds bij zijn staart vast.

In de dierentuin was ook een vliegtuig. Het draaide rond en ging de lucht in. Nou ja, een beetje dan. Eigenlijk was het een super nep vliegtuig. Ik wilde er niet in, want ik ben een echt vliegtuig gewend. Dat is veel mooier.

Ik vond het erg leuk in de dierentuin. En nu vraag ik iedere dag 'nog een keer dierentuin?'. Tot nu toe krijg ik daar weinig reactie op.

Vanmorgen gingen we koffie drinken bij Karibu. Dat is een koffietentje hier net naast de deur. Ik kom er best vaak en de meneer daar kent mij wel. Maar deze keer was het anders. Want voor de Karibu was nu ineens een andere winkel. Er lagen allemaal spullen op dozen en in kratten. Er was een sneeuwpop met lichtjes erin. En er was een kerstman die steeds heel langzaam omhoog en omlaag ging. Er was een kerstboom met allemaal hoofden van kerstmannen erin. En lichtjes die steeds aan en uit gingen.

Ik vond het zo mooi dat ik eigenlijk niet naar binnen wilde bij Karibu. Papa wilde toch koffie gaan drinken. Hij snapt denk ik niet dat ik nog nooit een sneeuwpop heb gezien. En het is dus belangrijk voor mij om te ontdekken wat een sneeuwpop is. En een kerstman. Een collega van papa had gezegd dat hij Kerstman wil spelen. Toen had papa nee gezegd, want wij doen niet aan de kerstman. Dat is echt wel jammer, want ik vind de kerstman supermooi.

Maar gelukkig heb ik wel Sinterklaas gezien. Hij was hier even op bezoek en ik kreeg een boek van Jip en Janneke. Ik was niet bang van Sinterklaas. Maar hij had wel een gekke snor, die zakte een beetje naar beneden. Samen met zwarte piet heb ik een tekening gemaakt. Er waren ook andere pieten in andere kleuren. Maar die zijn niet echt en daarom heb ik ook niet met hen gepraat. Want roze pieten zijn nep. En de kerstman ook. Geef mij maar sinterklaas. En een echte zwarte piet. En een echte tijger.

Friday, December 4, 2015

Een koffer vol

Het was een heel gesjouw. De koffers pasten maar net in de auto. En 1 koffer was helemaal van mij. Er zaten geen kleren in, die zaten in een andere koffer. In mijn koffer zaten allemaal cadeautjes. Die had ik gekregen omdat ik twee geworden was.

Mijn verjaardag was het allerleukste van de vakantie in Nederland. Oma had een taart gemaakt met een auto erop. Het was wel een beetje jammer dat papa die auto in stukken sneed en iedereen een stukje ging opeten. Nu kan ik er niet meer mee spelen. Maar gelukkig kreeg ik wel veel andere auto's. En ook een garage. En een trein. En een kleurboek van Winnie de Poeh. En nog veel meer eigenlijk, maar dat ben ik nu vergeten. Het was een koffer vol.

Het was leuk om in Nederland te zijn. Ik heb veel schapen en koeien gezien. En de poezen waren een beetje schoner dan hier. Ik heb ontdekt dat er in Nederland nooit zon is, alleen maar wolken en regen. En het is er ook altijd koud. Maar ik heb een nieuwe sjaal gekregen. Hij is grijs met blauw en hij is heel warm.

Eerst ging ik bij de ene opa en oma op bezoek. Daar ging ik bijna elke dag met Matthanja spelen. Hij is mijn vriend. Het  was meestal heel leuk om met hem te spelen. Maar niet altijd. Ik had een rode bulldozer gekregen voor mijn verjaardag. Ik was ermee aan het spelen, maar Matthanja wilde hem ook. Toen gingen we er allebei hard aan trekken. En toen brak de bulldozer ineens in twee stukken. Matthanja was geschrokken en ik moest erom huilen. Mama zei tegen papa: 'ik dacht al dat het een beetje slechte kwaliteit is'. Dus het was te verwachten. Daarna kreeg ik een nieuwe auto. Voor de zekerheid heb ik hem nooit aan Matthanja laten zien.

Daarna gingen we naar de andere opa en oma. Op de eerste dag moest ik met mama naar het ziekenhuis. Niet omdat ik ziek was, maar omdat ik een prik moest krijgen. Twee prikken eigenlijk. Er kwamen twee mannen in witte jassen en ze prikten tegelijk in mijn beide benen. Ze hadden verwacht dat ik zou gaan huilen. Maar ze wisten niet dat ik al 2 jaar was. Dan huil je niet meer voor zo'n klein beetje pijn. Ik kreeg op allebei mijn benen een pleister. Maar die zijn er nu al lang weer af.

Bij de andere opa en oma heb ik heel vaak naar de vogels van opa gekeken. Sommige zitten in een heel groot hok. En opa heeft ook kleine hokken. Van opa heb ik een mooi boek gekregen met foto's van vogels. Daar kijk ik nu iedere dag even in. Dan kan ik aan de vogels denken. En ook aan opa natuurlijk.

Toen de vakantie om was, gingen we weer naar het vliegveld. Al mijn cadeaus gingen in een koffer en die gaf papa aan een mevrouw achter een hoge tafel. Toen gingen we nog even koffie drinken en heb ik heel veel mensen een knuffel gegeven. Daarna moesten we echt gaan. Ik heb heel hard 'doei doei' geroepen en iedereen was aan het zwaaien. Daarna zag ik ze niet meer.

We kwamen 's avonds laat weer aan in ons huis. Ik ben gelijk naar mijn speelgoed gehold. Het was zo leuk om het weer te zien, dat ik eerst een tijdje stil heb staan kijken. Daarna gingen we de koffers uitpakken. Dat was echt een groot feest. Eigenlijk moest ik al lang naar bed, maar deze keer mocht ik wel even opblijven. Al mijn cadeaus kwamen tevoorschijn. Steeds als er iets uit de koffer kwam riep ik 'O ja, die!' Toen de koffer leeg was, ben ik toch maar gaan slapen. Heerlijk in mijn eigen bed. Mijn aap was ook weer meegekomen uit Nederland. En terwijl ik in bed lag heb ik nog even gekeken naar mijn mooie tent. Ik ben heel blij dat we weer terug zijn.