Mijn vader en moeder zijn heel slimme mensen. Ze weten precies wat ze willen. Soms willen ze hetzelfde en soms willen ze wat anders. Als het om mij gaat, willen ze eigenlijk altijd hetzelfde. Dat maakt mijn leven vreselijk lastig. Want het is dan altijd twee tegen een.
Als ik nog niet naar bed wil, willen papa en mama het wel. En als ik wil dat mama mij eten moet geven als papa het doet, doet mama het echt niet. Als ik een snoepje wil, mag het bijna nooit! Van papa niet en van mama ook niet. Er is gewoon geen speld tussen te krijgen.
Terwijl ik bijna begon te denken dat papa en mama altijd hetzelfde denken, gebeurde er iets bijzonders: de kerst kwam eraan. Eerst werd het al koud in huis en gingen we lekker de kachel aan doen. En bij het eten steken we kaarsen aan. Het worden er steeds meer. Eerst brandde er maar 1, maar nu zijn het er al 3. Twee kaarsen branden nog niet.
Toen we boodschappen gingen doen was de winkel helemaal versierd met groene takken. Er zaten ook lampjes in die knipperden. Papa zei tegen mama zeggen dat hij zulke takken best leuk vindt. Mama zei niet zo veel, maar haar gezicht zei genoeg. Mama houdt niet van groene takken. En dus kwamen er geen groene takken in ons huis. En ook geen knipperlichtjes.
Soms hoorde ik papa erover praten met mama. En volgens mij wilde papa er wel een. 'Het zou best leuk zijn voor Aron', zei hij. Mama dacht er erover na, maar ze was niet echt blij. Ik werd niet om mijn mening gevraagd. Dan konden we 'meeste stemmen gelden' doen. En dan was het zeker twee tegen een geworden. Voor grote mensen is de mening van een kind net lucht die voorbij vliegt.
Papa is een slimme man. Hij doet altijd heel lief tegen mama, maar ondertussen maakt hij heel goede plannetjes. Steeds weer noemde hij even die groene takken. Niet te veel, en niet te weinig, precies genoeg om zijn zin te krijgen.
En het is hem gelukt! Ons huis is nu versierd met groene takken. En er zitten ook lichtjes aan. Ik heb ze samen met papa in de vensterbank gelegd en vastgemaakt. De lampjes kunnen knipperen, maar ze kunnen ook niet knipperen. Meestal knipperen ze niet want dat vindt mama fijner.
Eerst vond mama het maar zo zo, maar toen vond ze het toch wel leuk. En ik zag aan haar dat ze het meende. Ik vind het ook leuk. Ik heb kleine cadeautjes in de takken gehangen. Het zijn geen echte cadeautjes, want als je ze uitpakt zit er alleen een stukje piepschuim in. Papa zegt dat ik ze niet uit moet pakken. Dat is weer zoiets onbegrijpelijks. Waarom zou je iets inpakken dat helemaal geen cadeautje is?
Vandaag heb ik gespeeld met de groene takken in de vensterbank. De takken zijn helemaal losgegaan en hangen nu naar beneden. Het ziet er niet zo mooi meer uit. Ik hoop dat papa ze snel maakt, want anders vindt mama het misschien toch niet meer mooi. Ik denk dat hij het vanavond direct weer repareert. Want dan vindt mama het ook weer mooi. En ik ook. En papa ook. Dat is mooi drie tegen nul.
No comments:
Post a Comment