Saturday, January 30, 2016

Een beetje lente


Ik hoopte het heel erg. Maar het kwam niet. Het heeft niet gesneeuwd deze week. Wel een klein beetje, maar veel te weinig voor een sneeuwpop.

Het was wel koud. Op mijn kamer stond een verwarming. Die stond heel de nacht aan. Dat kon ik zien aan het rode lampje. In bed was het lekker warm. Maar buiten niet.

Als je naar buiten ging, was het heel mistig. En heel nat. En soms lag er ijs op straat. Dan kon je uitglijden.

De school was eerst nog open. Maar toen ging hij dicht. De baas van de school heet miss Hanan. Zij vond het te gevaarlijk. Ze was bang dat de kinderen zouden uitglijden. En daarom had ik zomaar twee dagen vrij.

Mama ging op mij passen. En soms papa. We konden niet even naar buiten, want het was veel te koud. Zelf met een muts op was het nog koud. Ik heb geen wanten. Die ben ik pas verloren. Mama vond het heel jammer, want ze pasten zo mooi bij mijn muts.

Toen hield het op met regenen. 's Morgens zag ik de zon al door de ramen. En het was ook niet zo koud meer. Soms hoorde ik een vogel fluiten. Die ging ik dan nadoen: pietepietepiet. Amman werd weer wakker. Er kwamen weer veel auto's op de weg. En de school ging weer open. Gelukkig kon ik weer op school gaan spelen. Want dat had ik best gemist.

Vandaag is het zaterdag. Ik ben met papa en mama naar de stad gegaan. Eerst gingen we in de auto. De zon scheen door het raam precies op mijn gezicht. Dat was best warm. En toen gingen we ergens eten. Ik kreeg pizza en het was heel lekker. En een beker met een rietje. Daar zat sinaasappelsap in. Papa zei dat het nep was. Maar het smaakte best.

Ik ben blij dat de kou bijna over is. Ik denk dat het snel lente wordt. De zon is er al. En het is ook al een beetje warmer. Nog even en ik kan weer in de tuin spelen. En ook in de zandbak. Dat is al heel lang geleden. Ik heb er veel zin in..

Saturday, January 23, 2016

Er komt een sneeuwstorm


Iedereen hier in Amman praat erover: het wordt koud! Eigenlijk is het dat al, maar nu gaat het ook sneeuwen. Vandaag begon het te regenen. Misschien is dit wel het begin.

Ik hoop dat er veel sneeuw komt. Maar ik hoop het ook niet. Want dan kan ik niet naar school. Als het sneeuwt in Jordanie moet iedereen thuisblijven van de koning. Want hij vindt het gevaarlijk om naar buiten te gaan. De koning zorgt goed voor zijn mensen. Maar hij is wel erg streng.

De mensen op papa's werk praten al heel lang over de sneeuw. Ze zeggen dat er sneeuwstormen komen. En hoe langer ze praten, hoe groter de stormen worden. Stiekem hopen ze dat het doorgaat, want dan hoeven ze niet te werken.

De sneeuw gaat morgen beginnen. Dat staat in de krant. Maar niemand weet of het echt waar is. Misschien blijft het wel gewoon regenen. Dan kan ik gewoon naar school. Maar misschien ligt er wel een dik pak sneeuw. Dan moet ik thuisblijven. En dan ga ik een sneeuwpop maken in de tuin. Ik heb al een wortel voor zijn neus

Vandaag heb ik niet buiten gespeeld. Want het regende best veel. En ik ben ook een beetje ziek. Ik moet veel hoesten. Mama ging mijn koorts opnemen. Ze zei dat ik een beetje verhoging had. Ik hoop dat het morgen over is. Want dan ga ik of naar school. Of ik ga een sneeuwpop maken. En allebei is leuk.

Ik laat later deze week wel weten of de sneeuw echt is gekomen.

Thursday, January 14, 2016

Verf van Ali

In mijn klas zit een jongen en hij heet Ali. Als ik 's morgens aankom, is hij er al. Hij komt me soms ophalen bij de deur van het lokaal. Dan gaan we samen spelen op het speelkleed. De andere kinderen in de klas zijn ook lief. Maar Ali is mijn vriend.

Pas was Ali jarig. Toen zongen we happy birthday to you voor hem. Ik ken dat al helemaal uit mijn hoofd. Toen ik jarig was kreeg ik cadeautjes. Maar in Jordanie gaat dat anders. Want wie jarig is, geeft juist cadeautjes aan de anderen. Van Ali kreeg ik een rode, plastic doos. Op de voorkant staat een mooie race-auto. En als je hem open doet, zie je potloden, krijtje en verf. Miss Lima deed de doos in mijn Mickey Mouse rugtas. Toen ik thuiskwam, heb ik hem aan mama laten zien.

Ik heb al heel vaak gespeeld met deze rode doos. Met de krijtjes heb ik tekeningen gemaakt. En soms krijg ik een oude trui aan van mama en dan mag ik verven. Dat is het allerleukst. In de doos zit ook een kwast. Daar maak ik schilderijen van.Ze zijn heel mooi, want ik gebruik alle kleuren. Pas heb ik ook de muur van de keuken geschilderd. Die was helemaal wit. Dat is een beetje saai. Nu ziet het er veel mooier uit.

Morgen is Lucy jarig. Zij is de buurvrouw van beneden. Soms komt ze met mij spelen. Ik ga samen met mama pannenkoeken maken voor haar. Die gaan we dan brengen als ontbijt. En ook sinaasappelsap. Ik hoop dat ik er ook wat van mee mag eten. Want pannenkoeken zijn vreselijk lekker. En sinaasappelsap ook. Vandaag heb ik een schilderij gemaakt voor Lucy. Het is een beer met een ballon in zijn hand. Het hele schilderij is nu vol met verf. En mama heeft er iets op geschreven. Ik mag het schilderij bij het ontbijt aan Lucy geven. Met zoveel mooie kleuren is het eigenlijk net een grote-mensenschilderij. Want ik ben ook al heel groot. Kleine kinderen kunnen niet verven. En ze gaan ook niet naar school. En ze gebruiken nog een speen in bed.

Ik heb geen speen meer nodig. Dat is echt iets voor baby's. Eerst was het wel een beetje lastig zonder speen. Maar nu niet meer. Ik slaap weer heel goed. 's Nachts en 's middags ook. Ik neem wel veel dieren mee naar bed. Mijn knuffelaap ligt altijd naast me. En er is ook de grote aap. De blauwe kameel gaat ook altijd mee. En natuurlijk de groene schildpad. Er is haast geen plaats meer voor mij in bed. Maar het is wel gezellig. Ik voel me net een oppasser in een dierentuin. Ik zorg goed voor alle dieren.

En zo is alles toch weer goedgekomen.

Tuesday, January 5, 2016

Nooit meer hetzelfde

Het nieuwe jaar is heel zwaar begonnen. Eerst had ik fijn vakantie en gingen we weg. Maar toen ging ik weer naar school. School is leuk. Ik was blij om miss Lima en de kinderen weer te zien. Maar er is iets anders gebeurd en daar moest ik wel even van slikken.

Een paar dagen geleden zei mama tegen mij dat ik al heel groot was. Dat is natuurlijk fijn. Maar ze zei het op een manier die ik niet helemaal vertrouwde. 'Daar steekt iets achter,' zei ik tegen mezelf. En dat was ook zo.

De dag daarna heeft mama me verteld dat grote kinderen geen speen meer gebruiken. En toen heb ik samen met papa mijn speen in de vuilnisbak gegooid. Zo in een keer, plop! Ik heb nog even gekeken hoe hij daar lag op de bodem van de vuilnisbak. Mijn eigen blauwe speen, mijn vriend, helemaal alleen in die vieze vuilnisbak. Ik was een beetje verdrietig toen papa het deksel er weer op deed.

Die avond kreeg ik een cadeautje. Het is een mannetje met een blauwe broek en een rode pet. En zijn benen hebben dezelfde kleur als mijn pyjama. Hij heet Manuel. Ik weet niet precies waarom, maar toen ik hem openmaakte heb ik hem gelijk zo genoemd. Hij gaat nu mee naar bed. Zogezegd in plaats van mijn speen.

De eerste avond kon ik niet slapen. Ik voelde me zo alleen. Ik moest veel denken aan mijn speen in de vuilnisbak. Misschien lagen er nu wel andere vieze dingen bovenop. Ik was verdrietig, maar ik huilde niet. Ik heb wel papa geroepen. Die kwam even met mij praten. En hij zei ook dat ik al heel groot was en zo.

Gelukkig lagen Manuel en mijn aap nog in bed. Ik heb ze onder de deken gestopt, anders kregen ze het koud. Nadat ik heel lang had liggen denken aan mijn speen ben ik in slaap gevallen.

De volgende dag heb ik nog een paar keer in de vuilnisbak gekeken. Er zat een nieuwe vuilniszak in. De speen was er niet meer. Ik ben hem voor altijd kwijt. Dat is echt verschrikkelijk. Ik had nooit gedacht dat het nieuwe jaar zo zou beginnen.

Nu ben ik wel vrienden geworden met Manuel. Hij is best lief en ook lekker zacht. Toch zal het nooit meer hetzelfde worden. Maar zo gaat het soms in het leven.

Saturday, January 2, 2016

Een koud huis

Gisteren heb ik samen met papa oliebollen gebakken. Op het balkon stond een pan en daar deed papa iets wits in. En na een tijdje kwam er iets bruins uit. Het heet een oliebol. Ik mocht kijken, maar ik moest wel een muts op want het was heel koud.

De oliebollen waren warm. Zo warm zelfs dat ik ze niet gelijk mocht eten. Maar daarna wel. En ik vond ze zo lekker dat ik er wel twee op heb. Toen ik vanmorgen uit bed kwam heb ik gelijk even gekeken of er nog oliebollen over waren. Ze lagen in een schaal in de keuken. Gelukkig lagen er nog een paar in. Ik heb er nog eens twee opgegeten. En ook een appelflap. Toen was mijn buik helemaal vol.

Het is heel koud vandaag. De regen tikt tegen het raam. Soms is er ook hagel en mist en een beetje sneeuw. Ik ben maar niet naar buiten gegaan. Ik heb in huis gespeeld met de klei en naar liedjes geluisterd. In huis is het gelukkig wel warm. En er is ook genoeg te eten en te drinken. 

Pas was het kerst. Toen kwamen er mensen op visite uit Nederland. Het was heel leuk want ze namen cadeautjes mee. En we gingen lekker eten. Papa deed een kalkoen in de oven. Die ging er ook wit in en kwam er bruin weer uit. Maar het duurde wel veel langer dan bij de oliebollen. Ik vind kalkoen erg lekker. Ik hoop dat het snel weer kerst is.

Net voor kerst was papa op bezoek bij de Syrische mensen in dit land. Toen hij terugkwam vertelde hij dat zij geen verwarming hebben net als wij. Hun huizen zijn erg koud en ze moeten heel de dag onder dekens zitten om een beetje warm te blijven. Sommigen hebben zelfs geen huis. Zij wonen in tenten. Daar is het nog kouder. En ze hebben niet genoeg geld om eten te kopen. Ik denk dat zij geen oliebollen konden bakken. Misschien hebben ze wel een beetje honger gehad met kerst.

Ik hoop dat deze mensen in het nieuwe jaar iets meer geld zullen krijgen. En ook dat de winter kort duurt en het snel weer een beetje warmer wordt. Dan hebben ze het niet meer koud en kunnen ze ook weer genoeg eten kopen.