Tuesday, May 31, 2016

Sorry zeggen


Omdat ik nu heel groot ben (meer dan 2 jaar), kan ik al goed praten. Dat is handig, want dan kun je uitleggen wat je bedoelt. Maar het brengt ook een hoop ellende met zich mee.
Soms zeg ik iets en dan begrijpen de mensen het niet. Bij papa en mama gaat het nog wel, maar bij andere mensen is het soms echt verschrikkelijk. Dan moet ik wel tien keer hetzelfde zeggen. Soms begrijpen ze het dan eindelijk. Maar andere keren nog steeds niet. Er zijn mensen die denken slim te zijn. Ze doen dan of ze het toch begrijpen. 'O ja,' zeggen ze dan, 'echt waar?' Maar hun ogen laten zien dat ze er nog steeds niets van begrepen hebben.

Of als ik uit bed roep dat mijn slaap klaar is. Dan komt papa mij vertellen dat ik toch moet gaan liggen. Hij begrijpt dan echt niet wat mijn probleem is.

Een ander probleem is als mensen gaan lachen om serieuze dingen. Pas ging ik met mama naar de Baraka Mall. Die is naast ons huis. En als je in de lift naar beneden gaat, kom je bij een machine waar geld uit komt. In de lift vroeg mama: 'Wat gaan we doen Aron?' Toen zei ik: 'Geld kopen'. Mama moest er hard om lachen. 

Op school heb ik geleerd dat je soms sorry moet zeggen. Bijvoorbeeld als je niet lief bent geweest voor iemand anders. Of als je een boertje laat. Of een windje. Bij kinderen gaat het net zoals bij oude mensen: zulke dingen gebeuren gewoon. Miss Lima heeft verteld dat je dan sorry moet zeggen.  Een beetje overdreven is het wel, maar ik doet het toch maar. De grote mensen vinden het grappig als ik dat zeg, want ze moeten er steeds om lachen. 

Ik hoop dat ik snel nog groter word. Dan kan ik bij het hogere knopje van de lift. En dan mag ik zelf bepalen wanneer ik uit bed ga. En hopelijk begrijpen de mensen mij dan ook eindelijk goed. Tot die tijd blijft mijn leven gewoon best zwaar. Onbegrip is mijn deel. En soms lachen mensen mij uit. Zij zouden eigenlijk sorry tegen mij moeten zeggen! Maar dat is nog nooit gebeurd.

Saturday, May 21, 2016

Vroege vrijdag

Vanmorgen zat een vogel bij mijn raam te fluiten. Ik werd er wakker van. Het was heel mooi. Toen heb ik papa geroepen. Hij haalde mij uit bed. En toen gingen we iets leuks doen.

Omdat het vrijdag was, hoefde ik niet naar school. Papa zei dat ik heel zachtjes moest doen, want mama sliep nog. Ik moest op mijn tenen langs mama's deur lopen. Dat is heel moeilijk als je nog maar twee bent. Maar ik heb geen geluid gemaakt.

Toen gingen we samen op straat wandelen. Het was nog heel vroeg. Het zonnetje kwam net boven de gebouwen uit. Er waren geen auto's. Ik hoorde veel vogels fluiten. Steeds als ik een andere vogel hoorde, zei ik: 'He, nog een!' En dan hoorde papa hem ook.

Onderweg heb ik ook veel bloemen gezien. Sommige waren geel. En er waren ook veel blauwe. Ik mocht ze niet plukken van papa. Want volgens hem zijn ze van andere mensen. In het bos mag je wel bloemen plukken. Ik denk dat het bos van niemand is. Of van ons allemaal.

Bij de bakker gingen we even naar binnen. Ik had wel zin in een vers broodje. Gelukkig was de bakker al open zo vroeg in de morgen. Maar de bakkersvrouw vertelde dat het brood nog niet klaar was. Toen zijn we doorgelopen naar een andere bakker. Daar was het brood wel klaar. Samen met papa heb ik wel zes broodjes gekocht.

De broodjes waren nog warm. Eerst moest ik er heel lang op blazen. Daarna was het een beetje minder warm. Al wandelend heb ik het opgegeten. Het was echt heel lekker want er zat ook kaas aan de binnenkant.

Onderweg kwam ik een poes tegen. Hij was een beetje dun. Ik heb hem maar een stukje brood gegeven. Hij at het heel snel op.

Toen kwamen we weer bij ons huis. Papa wilde gelijk naar binnen, maar ik wilde niet. Het was zo mooi buiten. Ik hoorde nog steeds de vogels. En in de tuin voor ons huis staan ook veel mooie bloemen.

Ik ging op de trap voor het huis zitten. Papa ging naast mij zitten. Zo zaten we allebei een tijdje te kijken en te luisteren. 'Weet je wie deze tuin zo mooi heeft gemaakt?', vroeg papa aan mij. Ik zei: 'God'.

Dat was eigenlijk niet het goede antwoord. Want papa bedoelde Abu Mona. Maar aan zijn gezicht zag ik dat hij mijn antwoord best mooi vond.

Friday, May 6, 2016

My name is Haroen

Ik kan al heel goed praten. Dat zegt miss Lima. Zij is mijn juf. En zij kan het weten. Want ze is heel slim. Onder haar hoofddoek zit een groot verstand. En ze heeft mij al veel geleerd. Maar soms is het lastig. Want er zijn woorden die je niet mag zeggen van grote mensen. Of ze moeten erom lachen.

Vanmorgen had ik met papa boodschappen gedaan. Toen we buiten kwamen, was het best warm. In de auto was het zelfs verschrikkelijk heet. Ik vroeg aan papa of de aso aan mocht. Toen ging papa zomaar hardop lachen. En hij zei dat het airco heet. Dat is voor mij hetzelfde. Maar papa moest er toch om lachen. Net alsof ik dom was.

Toen we weer thuiskwamen, zei ik tegen mama dat mijn voeten zeer deden. Dat komt omdat ik nieuwe sandalen heb. Die doen pijn aan mijn tenen. 'Dat is wel shit', zei ik tegen mama. Toen deed ze net of ze heel erg schrok. Pffff... ze zegt het zelf ook weleens! Maar ik mag het toch niet zeggen van mama. Ik kan beter chips zeggen, zei ze.

En dan mijn naam. Ook zo'n verschrikkelijk ingewikkeld probleem. Papa en mama noemen mij Aron. En als ze boos zijn zeggen ze Aron Botros (met een harde stem, net alsof ik doof ben). Maar op school noemt iedereen mij 'Eron'. En op papa's werk zeggen ze 'Haroen'. Dat is best raar. Waarom kunnen grote mensen niet gewoon mijn echte naam uitspreken, net als papa en mama? Maar ik heb de hoop opgegeven. Eigenlijk vind ik Haroen ook best mooi. De mensen vragen mij wel 100 keer per dag 'What's your name'. Dan lach ik even en zeg 'Haroen'. Gewoon omdat ik het een mooie naam vind.

Grote mensen zijn onbegrijpelijk. En ze maken het leven erg moeilijk. Dat is niet eerlijk. Weet je wat ook niet eerlijk is? Papa en mama gaan vanavond uit eten in een restaurant. Omdat ze vijf jaar getrouwd zijn. En ik? Ik moet thuisblijven. Bij de oppas. Ik ben er boos over.. Terwijl zij lekker zitten te eten, moet ik naar bed. En dat is voor mij, Aron Botros Visser, gewoon heel erg shit chips.

Monday, May 2, 2016

Twee keer Paasfeest

Toen opa en oma hier waren, vierden we Pasen. Dat was heel gezellig. Maar nu zijn ze weg en hebben we het nog een keer gevierd. Ik weet niet waarom we het twee keer vierden. Maar dat is niet erg.

Zondagmorgen maakte papa mij heel vroeg wakker. Meestal is dat andersom. Maar deze morgen lag ik nog te slapen. Hij zei dat we weg gingen met de auto. Ik schrok ervan dat hij zo vroeg kwam. Maar ik ben er toch maar uit gegaan.

Eerst gingen we nog iemand anders ophalen. En toen gingen we een eind rijden. Onderweg dronken de grote mensen koffie. Ik kreeg een pakje melk. Buiten was het donker. En de weg was leeg. Na een tijdje werd het een beetje licht. Toen reden we een berg op en daar stapten we uit. Het donker was toen al bijna helemaal weg.

We waren op de berg Nebo. Dat is een heel belangrijke berg. Bovenop staat een kerkje. Daar gingen we in. Er waren veel mensen. We gingen zingen en bidden. Eigenlijk duurde het best wel lang. Ik zei steeds dat ik buiten wilde spelen. Maar het was zo druk dat ik er niet uit kon.

Kerkdiensten duren vreselijk lang. Aan het eind was ik heel blij dat ik naar buiten mocht. De zon scheen al een beetje. We gingen eerst eten met alle andere mensen. Je kon kiezen uit wel duizend dingen. Ik heb een ei gegeten. Want het was Pasen. Maar hij was niet van chocola. Papa wilde ook dat ik een stukje cake zou eten, want die had hij zelf gebakken. Maar ik vond hem niet zo lekker. Daar kan ik ook niets aan doen. Ik heb hem aan papa teruggegeven.

Toen gingen we nog even kijken op de rand van de berg. Daar staat een kruis met een slang eromheen. Maar hij is niet echt. Hij is gemaakt van ijzer. Vanaf de rand van de berg kun je heel ver kijken. Eerst is er de Dode Zee. Daarachter ligt een ander land. Dat heet Israel. Als je goed kijkt, kun je het zien liggen. Maar het is wel moeilijk want er is veel zand in de lucht.

Toen we naar huis reden, ben ik in slaap gevallen. Dat komt omdat ik zo vroeg uit bed was gehaald. Maar ik ben niet boos op papa. Want de berg Nebo is mooi. En het ei was lekker. Ik vond het niet erg om twee keer Pasen te vieren. Van mij mag het best drie keer per jaar Pasen zijn