Eindelijk is het
zo ver. Na lang wachten hoef ik eindelijk geen luiers mee om. Ik plas gewoon op de WC. Net als de grote
mensen.
Mama had een slim
plan bedacht. Op de deur van de WC hing een groot papier. Daar kon je stickers
op plakken. Steeds als ik een plasje had gedaan mocht ik een sticker erop
plakken. En toen het papier vol was, kreeg ik een cadeau.
Ik mocht het
cadeau zelf uitzoeken. We gingen naar de winkel van de lieve oude meneer. Die
is heel dichtbij. Het is een grote winkel met veel speelgoed. Er staan fietsen
en auto’s voor kinderen. Daar rijd ik altijd even een rondje op. Ik wil graag
zo’n fiets hebben. Maar dat was wel iets te groot dacht ik. Zo bijzonder is dat
plassen op de WC nu ook weer niet. Ik heb een trein uitgekozen, met een rails
en een brug. In Jordanie is geen echte trein. Maar in Nederland wel. Als ik met
de trein speel, kan ik even aan Nederland denken.
Op school plas ik
nu ook op de WC. Daar zijn de wc’s veel kleiner dan thuis. En de wasbak is veel
lager. Daarom is het eigenlijk het fijnst om op school naar de WC te gaan.
Papa en mama zijn
blij dat ik geen luier meer om hoef. Dat hebben ze al heel vaak gezegd. Ik vind dat een beetje overdreven.
Want het is wel handig, maar het heeft ook veel nadelen.
Het grootste
nadeel is dat ze me nu wel honderd keer per dag op de WC zetten. Maar ik heb
geen honderd plasjes per dag. De meeste keren is het dus helemaal voor niets. En
als ik er weer af kom, moet ik ook nog eens mijn handen wassen. Het kost me een
hoop tijd zo.
Het is ook lastig
dat je soms je plas moet ophouden. Als je in de auto zit bijvoorbeeld. Of in de
kerk. Soms zit er heel veel plas in mijn buik, maar dan mag het er niet uit.
En verder zakken
al mijn broeken af. Als ik loop, zakken ze steeds een beetje lager. Ik moet ze
steeds weer ophijsen. Met een luier om bleven ze veel fijner zitten. Ik hoop maar dat ik snel groei. Dan zullen mijn broeken nooit meer afzakken.