Wednesday, August 24, 2016

Zomer in Nederland


Ik ben op bezoek in Nederland. We gingen met het vliegtuig. Ik heb al heel vaak gevlogen. Dus het was een beetje saai. Onderweg heb ik heel veel filmpjes gekeken. Toen duurde het gelukkig niet zo lang.

Opa en oma stonden op mij te wachten op het vliegveld. Dat was wel leuk. Ik had ze al heel lang niet gezien.

Hier in Nederland heb ik het erg druk. Iedere dag ga ik iets anders doen. Eerst gingen we naar een park met papegaaien. Die mocht ik voeren. Ik ging ook fietsen met papa en mama. Ik zat achterop en er ging heel veel wind door mijn gezicht. Bij een bankje gingen we wat drinken. Ik kreeg taksi in een klein pakje. Dat had ik nog nooit op. Maar Nederlandse kinderen drinken het elke dag. Het was wel lekker. Maar niet zo lekker als de melk in Amman.

Mama heeft nieuwe kleren voor mij gekocht. Ze zegt dat ik zo hard gegroeid ben. Dat zei de dokter ook. Die zei tegen mij dat ik heel lang ben. Dat is een beetje raar, want bijna iedereen is langer dan ik.

Hier in Nederland zijn veel koeien. En eenden. Sommige eenden zijn zwart. Die heten meerkoeten. Dat heeft mijn neef verteld. Hij heet Mattanja en ik heb heel vaak met hem gespeeld. En soms gingen we wandelen door het weiland. Nederlandse koeien zijn heel dik.

Het Nederlandse eten is erg lekker. Ik heb heel veel kaas gegeten. Soms zat er een vlaggetje op. In Nederland zijn ook kleine pannenkoeken. Die waren het allerlekkerst. Ze heten eigenlijk niet pannenkoeken, maar de echte naam ben ik vergeten. Het lijkt een beetje op koffertjes.

Vandaag waren de Nederlandse mensen een beetje aan het klagen. Ze vinden dat het zo warm is. Maar eigenlijk is het helemaal niet zo warm. Een paar dagen geleden regende het. Dat vonden de Nederlandse mensen ook weer niet fijn.

Ik ga bijna weer terug naar Amman. Want dan gaat mijn school weer open. Ik vind het fijn om weer naar school te gaan. Maar ik zal Nederland ook wel een beetje missen. Ik hoop dat ik snel weer eens naar Nederland ga. En hopelijk is het dan niet te warm en regent het ook niet.

Monday, August 1, 2016

Lange dagen

Papa en mama hebben een goed besluit genomen: ik hoef 's middags niet meer naar bed. Dat was al lang niet meer nodig. Maar dat begrepen ze eerst niet. Dan moest ik toch steeds, maar ik had er geen zin in. Nu snappen ze het eindelijk ook.

Ik ben al bijna drie jaar. En als de zon wakker is, wil ik spelen. Met mijn winkel. Of met de verf. Of ik ga voetballen op het balkon. Dat is veel leuker dan naar bed gaan. Alleen kleine kinderen moeten 's middags nog slapen.

Het is heel goed dat ik niet meer naar bed ga. Want dan slaap ik 's avonds eerder. En 's morgen word ik later wakker. Dat zeggen papa en mama. En daar zijn ze best tevreden mee. Maar echt tevreden zijn ze ook weer niet. Want nu worden ze aan het begin van de avond vaak een beetje boos op mij. Ze vinden dan dat ik niet lief ben.

Papa en mama begrijpen niet dat het erg moeilijk is om heel de dag wakker te blijven. Als het 's avonds etenstijd is, is mijn hoofd verschrikkelijk moe. Ik kan dan niet goed meer nadenken. Eten lukt ook niet goed. Omdat ik zo moe ben, kan ik ook niet steeds netjes op mijn stoel blijven zitten. En alle dingen die ik dan wil, willen papa en mama juist niet.

Als je moe bent, is het vooral moeilijk om je tanden te poetsen. Dat gaat gewoon niet. Dat vertel ik papa en mama iedere dag. Maar ze luisteren niet. Of ze geloven het niet. Dan moet ik toch mijn tanden poetsen.

Soms ben ik zo moe dat ik even op de grond van de badkamer ga liggen. Dan kan ik gewoon niet meer. Maar dan hoor ik direct dat ik weer moet opstaan. Dat is echt vreselijk. Dan moet ik huilen. En als je huilt, kun je echt niet goed naar je papa en mama luisteren.

Soms worden papa en mama boos op mij. Dat maakt het alleen maar erger. Hoe kun je nu boos worden op een heel moe jongetje van bijna drie jaar? Ik moet dan vaak nog harder huilen. Door het huilen heen roep ik dan: 'Sorry'. Dat helpt meestal wel.

Als we op mijn slaapkamer aankomen, gaat het wel beter. Dan lezen we nog even van Jip en Janneke. Dan huil ik niet meer. En papa en mama zijn ook weer heel lief tegen mij. Zo eindigt elke dag toch weer goed. Maar het is wel jammer dat papa en mama niet begrijpen hoe zwaar het is voor mij.