Mama en Luka waren een een nachtje weg. Ze gingen naar een weekend voor alleen maar vrouwen. En Luka dan natuurlijk. Ik bleef met papa thuis achter. Maar dat was helemaal niet erg.
Eerst ging ik samen met papa naar de berg Nebo. Daar kun je leuk spelen. Er liggen veel losse stenen. Die heb ik verzameld. Ik mocht er een mee naar huis nemen. Die ligt nu op mijn bureau. Er stond ook een groot kruis met een slang eromheen. Het was geen echte slang dus het was niet eng.
Er waren ook veel andere mensen bij de berg Nebo. Dat waren toeristen. Ze liepen in grote groepen. Dat kon je zien omdat ze allemaal een geel petje op hadden. Of ze hadden een rood trainingspak aan. Ik kon aan papa zien dat hij het een beetje raar vond.
Daarna gingen we naar de bron van Mozes om te picnicken. Een tijdje geleden sloeg Mozes hier op de rots en toen kwam er water uit. Toen kon iedereen ineens genoeg drinken. Tijdens onze picnick stroomde er nog steeds een dun straaltje water uit de rots. Ik heb het niet gedronken, want papa had een pakje sap voor mij meegenomen.
Toen mijn buik vol was, ben ik bloemen gaan plukken. Omdat het lente is, staan er veel mooie bloemen. Het was een beetje leuk om te doen, maar ook een beetje eng want er zaten veel rupsen in de bloemen. Er stonden ook veel prikplanten. Ik moest heel goed opletten want anders deed het pijn.
We gingen ook nog even praten met mannen die een vuur aan het maken waren. Het vuur was eerst heel hoog. Toen het wat kleiner was gingen ze er thee op maken. Papa kreeg ook een kopje thee. De mannen wilden met mij praten. Maar ik heb niets terug gezegd. Want steeds als ik iets zeg, moeten mensen erom lachen.
Aan het einde van de dag gingen we weer naar huis. Ik zei tegen papa dat ik een putje in mijn buik had. Toen zei papa dat hij zelf ook wel een beetje honger had. Daarom zijn we naar een pizza restaurant gegaan. Papa kocht twee pizza en die hebben we samen opgegeten. Toen was mijn buik net een ballon.
Vanmiddag kwamen mama en Luka weer thuis. Ik had ze wel een beetje gemist. Maar ze mogen best nog een keer samen weg gaan. Want dan ga ik met papa ergens anders naar toe. Het was een heel leuk weekend. En volgens mij vond dat papa dat zelf ook.
Saturday, March 25, 2017
Saturday, March 18, 2017
Het liefste jongetje
De dokter vindt dat ik het liefste jongetje van de hele wereld ben. Ze zei het toen ze met een houten stokje in m'n keel roerde, dus ik kon niets terug zeggen. Maar ze heeft natuurlijk wel gelijk. Daarna moest ik diep zuchten. Omdat ik zo'n lief jongetje ben heb ik dat ook maar gedaan.
De dokter vertelde dat mijn oor een beetje ziek is. Mijn neus en mijn keel ook. Nu heeft papa en boodschappentas vol medicijnen bij de apotheek opgehaald. Het kostte een rib uit zijn lijf zei hij tegen mama. Misschien is papa nu ook wel ziek.
Omdat ik ziek was, kon ik niet naar school. Ik moet heel veel hoesten. Mijn keel doet zeer. Uit mijn neus loopt steeds een beetje water.
's Nachts is het op z'n ergst. Ik moet soms zo hard hoesten dat ik een beetje moet huilen. Meestal komt papa dan even kijken op mijn slaapkamer. Hij kan ook niet echt helpen eigenlijk, maar het is wel fijn dat hij komt. Overdag ziet hij er een beetje moe uit. Dat komt omdat hij zo vaak wakker wordt van mijn hoesten.
Omdat ik ziek ben, mag ik filmpjes op de muur kijken. Sam de brandweerman is heel leuk maar ook een beetje eng. Het leukste vind ik de filmpjes van de beer Paddington. Ik heb er al honderd gekeken.
Vandaag is het weekend, maar morgen gaat de school weer beginnen. Mama heeft gezegd dat ik weer naar school mag, want ik heb geen koorts meer. Ik moet wel steeds mijn hand voor m'n mond doen als ik hoest, heeft ze gezegd. Dat zal ik doen natuurlijk. Want dat hoort bij het liefste jongetje van de hele wereld.
Monday, March 13, 2017
Eindelijk weer thuis
Na een hele lange tijd in Nederland ben ik teruggegaan in Amman. Eindelijk. Ik had er veel zin in. Wel tien keer per dag vroeg ik aan mama wanneer we weer zouden gaan. Eindelijk gingen we naar het vliegveld.
De vliegreis viel een beetje tegen. Ik kon niet eens op mijn eigen stoel zitten, want Luka lag erop te slapen. Dus moest ik bij papa op schoot. Er waren ook geen filmpjes van Mickey Mouse. Dat was vreselijk jammer. Toen heb ik naar andere kinderfilmpjes gekeken. Maar sommige waren een beetje spannend. Dan hoorde ik heel veel enge geluiden door mijn oorbellen. De mevrouw in het vliegtuig had aan iedereen oorbellen gegeven in een plastic zakje.
Toen we in ons huis in Amman aankwamen was het al heel laat. Maar ik ging niet gelijk slapen. Ik heb eerst al mijn knuffels bekeken. Ik heb ook even in mijn tent gezeten. En de schildpadden bekeken. Daarna heb ik nog met mijn trein gespeeld. Al mijn speelgoed heb ik even op de grond gegooid zodat ik alles goed kon zien. Toen ging ik slapen.
De volgende dag ging papa weer werken. Mama, Luka en ik bleven thuis. Ik ben verder gaan spelen met al mijn speelgoed. Het hele huis lag er vol mee. Het was moeilijk om te kiezen waar ik mee wilde spelen. Dus ik speelde met alles een klein beetje.
Ik ben ook weer teruggegaan naar school. Mijn juffen zagen er nog precies hetzelfde uit. Ze zeiden dat ik zo groot geworden was. Dat komt natuurlijk omdat ik nu de grote broer van Luka ben. Eerst moest ik op school een beetje huilen. Dat kwam omdat Hashem er niet meer was. Ik dacht dat hij nooit meer terug zou komen. Maar ineens was hij er. Toen hoefde ik niet meer te huilen.
We zijn ook alweer een keer naar de winkel van het oude meneertje geweest. Daar heb je een tafel met lego. En je kunt zitten op de voeten van Mickey Mouse. Dat had ik ook best wel gemist.
Ik ben heel blij dat we eindelijk weer in Amman zijn. Het is ook fijn dat papa nu niet steeds meer weg hoeft. Dan kan ik elke avond met hem spelen als hij uit zijn werk komt. En heel misschien gaan we in het weekend ook weer een keer naar het zwembad.
De vliegreis viel een beetje tegen. Ik kon niet eens op mijn eigen stoel zitten, want Luka lag erop te slapen. Dus moest ik bij papa op schoot. Er waren ook geen filmpjes van Mickey Mouse. Dat was vreselijk jammer. Toen heb ik naar andere kinderfilmpjes gekeken. Maar sommige waren een beetje spannend. Dan hoorde ik heel veel enge geluiden door mijn oorbellen. De mevrouw in het vliegtuig had aan iedereen oorbellen gegeven in een plastic zakje.
Toen we in ons huis in Amman aankwamen was het al heel laat. Maar ik ging niet gelijk slapen. Ik heb eerst al mijn knuffels bekeken. Ik heb ook even in mijn tent gezeten. En de schildpadden bekeken. Daarna heb ik nog met mijn trein gespeeld. Al mijn speelgoed heb ik even op de grond gegooid zodat ik alles goed kon zien. Toen ging ik slapen.
De volgende dag ging papa weer werken. Mama, Luka en ik bleven thuis. Ik ben verder gaan spelen met al mijn speelgoed. Het hele huis lag er vol mee. Het was moeilijk om te kiezen waar ik mee wilde spelen. Dus ik speelde met alles een klein beetje.
Ik ben ook weer teruggegaan naar school. Mijn juffen zagen er nog precies hetzelfde uit. Ze zeiden dat ik zo groot geworden was. Dat komt natuurlijk omdat ik nu de grote broer van Luka ben. Eerst moest ik op school een beetje huilen. Dat kwam omdat Hashem er niet meer was. Ik dacht dat hij nooit meer terug zou komen. Maar ineens was hij er. Toen hoefde ik niet meer te huilen.
We zijn ook alweer een keer naar de winkel van het oude meneertje geweest. Daar heb je een tafel met lego. En je kunt zitten op de voeten van Mickey Mouse. Dat had ik ook best wel gemist.
Ik ben heel blij dat we eindelijk weer in Amman zijn. Het is ook fijn dat papa nu niet steeds meer weg hoeft. Dan kan ik elke avond met hem spelen als hij uit zijn werk komt. En heel misschien gaan we in het weekend ook weer een keer naar het zwembad.
Wednesday, February 1, 2017
Verhuizingen
Ik ben nog steeds in Nederland. Maar ik woon wel in een ander huis, bij opa en en oma. Hiervoor woonde ik bij een andere oma en daarvoor weer bij een andere. Ik blijf steeds bezig met koffers pakken.
Mijn nieuwe broer Luka is meeverhuisd. En mama ook. Papa is weer naar Amman. Hij moest eerst kijken of alles nog goed is in ons huis. Na een tijdje komt hij weer terug naar ons. Daarna gaan we met z'n allen naar Amman. In het vliegtuig met de kinderfilmpjes. Daar heb ik veel zin in. Want ik mis Amman wel. Vooral juf Lima en mijn vriend Ali.
Met Luka gaat het goed. Iedereen zegt dat hij zo hard groeit. Maar dat klopt niet. Hij is nog steeds heel klein. Hij kan nog niet praten en alleen maar huilen. Ik hoop dat hij snel gaat praten. Dat is veel fijner dan huilen. Het maakt ook minder herrie. Luka kan ook nog niet in bad. Mama doet hem in een groene emmer. Als hij daarin zit lijkt hij een beetje op een kikker.
Sommige mensen zeggen dat Luka op mij lijkt. Grote mensen zijn best dom. Hij lijkt helemaal niet op mij. Luka is nog piepklein en heeft bijna geen haar. Hij ziet eruit als een echte baby, maar ik ben juist al groot.
De stroom van cadeaus is nu opgehouden. Dat is vreselijk jammer. Het was leuk om ze elke dag uit te pakken. Het is erg zwaar voor mij om niet elke dag een cadeau te krijgen. Er komt ook niet zo veel visite meer. Daarom ga ik maar naar buiten en spelen bij een speeltuintje. Grote kinderen als ik kunnen dat al. Luka nog niet. Die slaapt of eet alleen maar. Over een hele lange tijd zal hij groot zijn. Dan kan hij samen met mij in het speeltuintje spelen. Dan zal ik hem leren hoe het moet.
Mijn nieuwe broer Luka is meeverhuisd. En mama ook. Papa is weer naar Amman. Hij moest eerst kijken of alles nog goed is in ons huis. Na een tijdje komt hij weer terug naar ons. Daarna gaan we met z'n allen naar Amman. In het vliegtuig met de kinderfilmpjes. Daar heb ik veel zin in. Want ik mis Amman wel. Vooral juf Lima en mijn vriend Ali.
Met Luka gaat het goed. Iedereen zegt dat hij zo hard groeit. Maar dat klopt niet. Hij is nog steeds heel klein. Hij kan nog niet praten en alleen maar huilen. Ik hoop dat hij snel gaat praten. Dat is veel fijner dan huilen. Het maakt ook minder herrie. Luka kan ook nog niet in bad. Mama doet hem in een groene emmer. Als hij daarin zit lijkt hij een beetje op een kikker.
Sommige mensen zeggen dat Luka op mij lijkt. Grote mensen zijn best dom. Hij lijkt helemaal niet op mij. Luka is nog piepklein en heeft bijna geen haar. Hij ziet eruit als een echte baby, maar ik ben juist al groot.
De stroom van cadeaus is nu opgehouden. Dat is vreselijk jammer. Het was leuk om ze elke dag uit te pakken. Het is erg zwaar voor mij om niet elke dag een cadeau te krijgen. Er komt ook niet zo veel visite meer. Daarom ga ik maar naar buiten en spelen bij een speeltuintje. Grote kinderen als ik kunnen dat al. Luka nog niet. Die slaapt of eet alleen maar. Over een hele lange tijd zal hij groot zijn. Dan kan hij samen met mij in het speeltuintje spelen. Dan zal ik hem leren hoe het moet.
Monday, January 23, 2017
Ik ben grote broer
Onze baby is geboren. Hij heet Luka en het is een jongetje. Dat heb ik gelijk even gecontroleerd. Het klopt echt.
Ik mocht bij oma logeren. De volgende dag ging ik met opa en oma naar het ziekenhuis. Mama lag in een bed. Naast haar stond een aquarium en daar lag Luka in. Mama's buik was ineens heel dun. Ze vertelde aan oma dat het best zwaar was geweest. Dat vond ik een beetje overdreven want Luka is piepklein.
Daarna gingen we naar huis. De baby mocht ook mee. Hij ligt nu in een wiegje. Hij slaapt bijna heel de dag. En als hij niet slaapt is hij bij mama aan het drinken. En ondertussen plast hij steeds in zijn broek. Hij krijgt wel honderd keer per dag een schone luier.
Luka heeft veel verdriet. Dan moet hij huilen. Als hij huilt staat zijn mond helemaal open en er komt een hard geluid uit. Misschien is het wel niet echt, want hij heeft geen tranen. Maar hij schreeuwt wel vreselijk hard. Als ik schreeuw is dat zogezegd altijd te veel herrie voor de buren. Maar Luka mag het wel.
Er kwam ook een mevrouw bij ons wonen. Ze had een wit pak aan met een blauwe streep. Zij zorgde voor mama en Luka. En ook voor papa, want ze ging elke dag stofzuigen en strijken. Papa vond het heel jammer dat ze weer wegging.
En dan de visite. Er zijn denk ik wel duizend mensen geweest. Ze hadden allemaal honger want ze aten beschuit en dronken thee. Ze namen cadeaus mee voor de baby. Die ging ik dan uitpakken voor hem, want hij kan dat nog niet. Er waren ook cadeaus bij voor mij. Ik heb nu veel nieuwe boeken. En een fles met hartjes die je kunt opeten.
Nu is de visite weg en de witte mevrouw ook. De beschuiten zijn op. Luka is al een beetje gegroeid. Soms lees ik een boekje voor voor hem. Dan voel ik me echt een grote broer. Luka luistert heel goed. Als hij nog verder groeit ga ik hem leren hoe hij een puzzel kan maken.
Friday, January 6, 2017
De koude winter
Ik ben nu al heel lang in Nederland. In die tijd is er verschrikkelijk veel gebeurd. Maar het belangrijkste nog niet: de baby is nog niet geboren. Ik denk dat hij het te koud vindt. Op de sloten ligt ijs en het gras is 's morgens wit.
Papa is ook aangekomen in Nederland. Ik ging hem ophalen op het vliegveld. Ik had mijn pet opgezet. Omdat het koud was, maar ook zodat hij mij goed kon herkennen. Ik moest heel lang wachten, maar toen ineens ging de deur open en was hij er.
Als ik hier in Nederland naar buiten ga, doe ik altijd handschoenen aan en een sjaal om. Dan krijg ik het niet zo koud. Sommige dieren hebben het zo koud, dat ze mensenkleren aan doen. Soms zie ik een hondje op straat met een blauwe trui aan. Maar hij draagt geen broek. Dat is toch best nog koud lijkt me.
's Morgens is het water in de sloten bevroren. De eenden kunnen dan niet zwemmen. Ze lopen met hun blote voeten over het ijs. Papa zei dat mensen over een paar dagen misschien ook over het ijs kunnen lopen. Als dat zo is, houd ik mooi wel mijn schoenen aan.
In huis is het gelukkig wel warm. Op mijn bed ligt een dikke deken. Als ik daaronder lig, heb ik het nooit koud. Het bed voor de baby staat al heel lang klaar. Daar ligt ook een dikke deken in. Dus ik vind dat de baby best snel geboren mag worden. Dan kan ik eindelijk het cadeautje geven dat ik samen met papa heb gekocht. Ik kan niet zeggen wat er in zit, want het is een verrassing. Ik kan alleen maar zeggen dat het een knuffel is en dat hij Nijntje heet. Toen ik dat tegen mama zei, zei ze: maar nu is het geen verrasssing meer! Dat klopt natuurlijk niet, want het cadeau is nog steeds ingepakt.
Papa is ook aangekomen in Nederland. Ik ging hem ophalen op het vliegveld. Ik had mijn pet opgezet. Omdat het koud was, maar ook zodat hij mij goed kon herkennen. Ik moest heel lang wachten, maar toen ineens ging de deur open en was hij er.
Als ik hier in Nederland naar buiten ga, doe ik altijd handschoenen aan en een sjaal om. Dan krijg ik het niet zo koud. Sommige dieren hebben het zo koud, dat ze mensenkleren aan doen. Soms zie ik een hondje op straat met een blauwe trui aan. Maar hij draagt geen broek. Dat is toch best nog koud lijkt me.
's Morgens is het water in de sloten bevroren. De eenden kunnen dan niet zwemmen. Ze lopen met hun blote voeten over het ijs. Papa zei dat mensen over een paar dagen misschien ook over het ijs kunnen lopen. Als dat zo is, houd ik mooi wel mijn schoenen aan.
In huis is het gelukkig wel warm. Op mijn bed ligt een dikke deken. Als ik daaronder lig, heb ik het nooit koud. Het bed voor de baby staat al heel lang klaar. Daar ligt ook een dikke deken in. Dus ik vind dat de baby best snel geboren mag worden. Dan kan ik eindelijk het cadeautje geven dat ik samen met papa heb gekocht. Ik kan niet zeggen wat er in zit, want het is een verrassing. Ik kan alleen maar zeggen dat het een knuffel is en dat hij Nijntje heet. Toen ik dat tegen mama zei, zei ze: maar nu is het geen verrasssing meer! Dat klopt natuurlijk niet, want het cadeau is nog steeds ingepakt.
Subscribe to:
Posts (Atom)