Monday, January 23, 2017

Ik ben grote broer

Onze baby is geboren. Hij heet Luka en het is een jongetje. Dat heb ik gelijk even gecontroleerd. Het klopt echt.

Ik mocht bij oma logeren. De volgende dag ging ik met opa en oma naar het ziekenhuis. Mama lag in een bed. Naast haar stond een aquarium en daar lag Luka in. Mama's buik was ineens heel dun. Ze vertelde aan oma dat het best zwaar was geweest. Dat vond ik een beetje overdreven want Luka is piepklein.

Daarna gingen we naar huis. De baby mocht ook mee. Hij ligt nu in een wiegje. Hij slaapt bijna heel de dag. En als hij niet slaapt is hij bij mama aan het drinken. En ondertussen plast hij steeds in zijn broek. Hij krijgt wel honderd keer per dag een schone luier.

Luka heeft veel verdriet. Dan moet hij huilen. Als hij huilt staat zijn mond helemaal open en er komt een hard geluid uit. Misschien is het wel niet echt, want hij heeft geen tranen. Maar hij schreeuwt wel vreselijk hard. Als ik schreeuw is dat zogezegd altijd te veel herrie voor de buren. Maar Luka mag het wel.

Er kwam ook een mevrouw bij ons wonen. Ze had een wit pak aan met een blauwe streep. Zij zorgde voor mama en Luka. En ook voor papa, want ze ging elke dag stofzuigen en strijken. Papa vond het heel jammer dat ze weer wegging.

En dan de visite. Er zijn denk ik wel duizend mensen geweest. Ze hadden allemaal honger want ze aten beschuit en dronken thee. Ze namen cadeaus mee voor de baby. Die ging ik dan uitpakken voor hem, want hij kan dat nog niet. Er waren ook cadeaus bij voor mij. Ik heb nu veel nieuwe boeken. En een fles met hartjes die je kunt opeten.

Nu is de visite weg en de witte mevrouw ook. De beschuiten zijn op. Luka is al een beetje gegroeid. Soms lees ik een boekje voor voor hem. Dan voel ik me echt een grote broer. Luka luistert heel goed. Als hij nog verder groeit ga ik hem leren hoe hij een puzzel kan maken.

Friday, January 6, 2017

De koude winter

Ik ben nu al heel lang in Nederland. In die tijd is er verschrikkelijk veel gebeurd. Maar het belangrijkste nog niet: de baby is nog niet geboren. Ik denk dat hij het te koud vindt. Op de sloten ligt ijs en het gras is 's morgens wit.

Papa is ook aangekomen in Nederland. Ik ging hem ophalen op het vliegveld. Ik had mijn pet opgezet. Omdat het koud was, maar ook zodat hij mij goed kon herkennen. Ik moest heel lang wachten, maar toen ineens ging de deur open en was hij er.

Als ik hier in Nederland naar buiten ga, doe ik altijd handschoenen aan en een sjaal om. Dan krijg ik het niet zo koud. Sommige dieren hebben het zo koud, dat ze mensenkleren aan doen. Soms zie ik een hondje op straat met een blauwe trui aan. Maar hij draagt geen broek. Dat is toch best nog koud lijkt me.

's Morgens is het water in de sloten bevroren. De eenden kunnen dan niet zwemmen. Ze lopen met hun blote voeten over het ijs. Papa zei dat mensen over een paar dagen misschien ook over het ijs kunnen lopen. Als dat zo is, houd ik mooi wel mijn schoenen aan.

In huis is het gelukkig wel warm. Op mijn bed ligt een dikke deken. Als ik daaronder lig, heb ik het nooit koud. Het bed voor de baby staat al heel lang klaar. Daar ligt ook een dikke deken in. Dus ik vind dat de baby best snel geboren mag worden. Dan kan ik eindelijk het cadeautje geven dat ik samen met papa heb gekocht. Ik kan niet zeggen wat er in zit, want het is een verrassing. Ik kan alleen maar zeggen dat het een knuffel is en dat hij Nijntje heet. Toen ik dat tegen mama zei, zei ze: maar nu is het geen verrasssing meer! Dat klopt natuurlijk niet, want het cadeau is nog steeds ingepakt.