Saturday, October 15, 2016

Zwemmen op zaterdag


Zaterdag is de leukste dag van alle dagen. Want dan gaan we ontbijten aan de kleine tafel. Ik eet dan een cracker met pindakaas. Op mijn brood eet ik ook pindakaas. Maar op een cracker is het lekkerder. Want als de cracker op is ga ik altijd met papa zwemmen.

Het zwembad is heel dichtbij ons huis. Eerst moeten we een weg met veel auto's oversteken. Dan draagt papa mij. Daarna moeten we nog over een paar trapjes lopen. En dan zijn we bij het zwembad. 

Als we binnenkomen, roept iedereen gelijk: Hello Haroen! En papa noemen ze Abu Haroen. Terwijl ik aan het omkleden ben, komen die mannen steeds met mij praten. Ze willen ook over mijn haren wrijven. Of in mijn wangen knijpen. Ik word daar een beetje gek van. Ik probeer dan achter papa weg te kruipen. Maar dan vinden ze me toch steeds weer.

Na het omkleden gaan we met een lift naar beneden. Als de lift weer opengaat, ben je in het zwembad. Het is daar altijd heel warm. En het ruikt er een beetje raar. Het is bleekwater zegt papa. Maar iedereen die er zwemt is niet echt bleek. Alleen ik en papa.

Ik kan al goed zwemmen. Dat is erg leuk. Het vervelende is dat die mannen ook in het zwembad steeds met mij willen praten. Ze weten allemaal dat ik Haroen heet. Soms is het best lastig om beroemd te zijn.

Maar verder is het heel leuk in het zwembad. Ik kan zelf van de kant springen. Soms doet papa the rocket met mij. Dan gooit hij mij heel hoog in de lucht. Als ik terug in het water kom, ga ik kopje onder. Maar dan kom ik toch weer boven. Want ik heb bandjes van Mickey Mouse om.

Na het zwemmen ga ik ook altijd even kijken bij de sportschool van papa. Dan moet je eerst met de lift en daarna nog met een trap. De baas van de sportschool is een meneer uit Egypte. Voor hem kruip ik niet weg en ik geef ook antwoord op zijn vragen. Dat komt omdat deze meneer heel veel koekjes heeft. En iedere week krijg ik er een paar van hem. Dus naar hem doe ik altijd extra aardig. 

Als ik weer bij mama thuis kom, gaan we koffie drinken. Met de koekjes van die Egyptische meneer. Egyptische koekjes zijn het lekkerst van de hele wereld.

Friday, September 30, 2016

Het grote bed


Omdat er een baby komt, heb ik het heel druk. Er moet van alles gebeuren. Het grootste is dat ik moest verhuizen naar een andere kamer. En naar een ander bed. Ik slaap nu in een grotemensenbed.

Samen met mama heb ik een dekbed gekocht voor het nieuwe be. En ook gordijnen. Twee voor de babykamer en twee voor mijn eigen kamer. Op mijn gordijnen staan vliegtuigen. Er zit een grappig mannetje in. Dat is de piloot.

We gingen ook een box kopen voor de baby. Het is eigenlijk geen echte box, want die bestaan niet in Amman. Daarom hebben we maar een bedje gekocht. Dat lijkt toch een beetje op een box. Als de baby er straks is, mag hij daar in spelen.

We gingen ook stickers plakken op de babykamer. Het zijn stickers van Jip en Janneke. En ook een van Takkie. Ze zijn heel grappig.

Ik slaap nu in de kamer van Clare. Als zij bij ons kwam logeren sliep ze altijd in die kamer. Maar dat kan nu niet meer. Want ik lig in haar bed. Mijn kleren liggen in de kast van Clare. Er staat ook een echt bureau. Met een grote stoel. Daar maak ik altijd mijn tekeningen.

Mijn knuffels zijn meeverhuisd naar het grote bed. Alleen mijn blauwe aap niet. Die heb ik bewaard voor de baby. Als die geboren is, gaat de blauwe aap in het babybedje slapen. Want het is echt een aap voor baby's. En dat ben ik al lang niet meer.

Toen ik gisteren lag te slapen gebeurde er iets raars. Ik voelde ineens een bons en toen ik wakker werd lag ik op de grond. Het bed was hoog boven mij. Van schrik holde ik naar de kamer van papa en mama. Maar ik kon niets zien want het was heel donker. Onderweg kwam papa eraan. Hij deed het licht aan. En toen moest ik even huilen. Eigenlijk huilen alleen baby's. Maar nu kon het echt niet anders.

Papa heeft me weer in het grote bed gelegd. Hij heeft de deken extra goed ingestopt. Ik was wel een beetje bang dat ik er weer uit zou vallen. Maar toen ik 's morgens wakker werd lag ik gewoon nog in mijn bed. En mijn knuffels ook. De volgende keer ga ik gewoon dichtbij de muur liggen. Dan val ik nooit meer uit mijn bed.

Friday, September 16, 2016

We weten het nog niet

Papa was weg. Hij ging naar Zwitserland. Het duurde maar een week. Toch miste ik hem wel. Soms zei ik dat tegen mama. Maar ik heb het niet tegen andere mensen verteld.

Als papa belde ging ik soms met hem praten. Maar andere keren wilde ik het niet. Want dan miste ik hem nog meer. Ik heb heel de tijd gehoopt dat hij er snel weer zou zijn.

Mama bracht mij iedere morgen naar school. En ze kwam me ook weer ophalen. Ahmed de chauffeur was er ook niet. En mama moest ook nog haar andere werk doen. Dat was best druk voor haar denk ik.

Het was wel gezellig samen met mama thuis. We deden veel leuke dingen. Een keer gingen we eten bij McDonald's. Dat was omdat papa er niet was, want hij denkt dat het eten daar niet lekker is.  Mijn eten zat in een doos en het was juist heel lekker. De doos staat nu bij mijn winkeltje, alleen het eten zit in mijn buik..

Eigenlijk waren mama en ik niet echt met z'n tweeën. Want in mama's buik zit een baby. Die is nu nog heel klein. Maar hij groeit wel hard. Mama's buik wordt iedere dag een beetje groter. Soms geef ik een kus op de buik. Ik denk dat de baby dat wel voelt door de buik heen.

Over een hele lange tijd komt de baby naar buiten. Dan is hij een beetje groot. Maar nog niet zo groot als ik. Mama zegt dat ik nog niet gelijk met de baby kan spelen. Maar later wel.

Iedereen wil nu weten of het een jongen of een meisje wordt. Dat is een erg domme vraag. Want we hebben de baby nog niet in het echt gezien. Alleen maar op de televisie bij de dokter. Dus we weten het nog niet. Soms vragen mensen ook hoe de baby heet. Ook al zo'n domme vraag. Dat weten we pas als hij naar buiten is gekomen.

Toen papa terugkwam uit Zwitserland kreeg ik een cadeautje. Het was een koe en er zat geen melk in maar chocola. Ik was er heel blij mee en alle chocola is al op. Later moet papa twee cadeautjes meenemen als hij op reis gaat. Want de baby lust vast ook chocola.

Wednesday, August 24, 2016

Zomer in Nederland


Ik ben op bezoek in Nederland. We gingen met het vliegtuig. Ik heb al heel vaak gevlogen. Dus het was een beetje saai. Onderweg heb ik heel veel filmpjes gekeken. Toen duurde het gelukkig niet zo lang.

Opa en oma stonden op mij te wachten op het vliegveld. Dat was wel leuk. Ik had ze al heel lang niet gezien.

Hier in Nederland heb ik het erg druk. Iedere dag ga ik iets anders doen. Eerst gingen we naar een park met papegaaien. Die mocht ik voeren. Ik ging ook fietsen met papa en mama. Ik zat achterop en er ging heel veel wind door mijn gezicht. Bij een bankje gingen we wat drinken. Ik kreeg taksi in een klein pakje. Dat had ik nog nooit op. Maar Nederlandse kinderen drinken het elke dag. Het was wel lekker. Maar niet zo lekker als de melk in Amman.

Mama heeft nieuwe kleren voor mij gekocht. Ze zegt dat ik zo hard gegroeid ben. Dat zei de dokter ook. Die zei tegen mij dat ik heel lang ben. Dat is een beetje raar, want bijna iedereen is langer dan ik.

Hier in Nederland zijn veel koeien. En eenden. Sommige eenden zijn zwart. Die heten meerkoeten. Dat heeft mijn neef verteld. Hij heet Mattanja en ik heb heel vaak met hem gespeeld. En soms gingen we wandelen door het weiland. Nederlandse koeien zijn heel dik.

Het Nederlandse eten is erg lekker. Ik heb heel veel kaas gegeten. Soms zat er een vlaggetje op. In Nederland zijn ook kleine pannenkoeken. Die waren het allerlekkerst. Ze heten eigenlijk niet pannenkoeken, maar de echte naam ben ik vergeten. Het lijkt een beetje op koffertjes.

Vandaag waren de Nederlandse mensen een beetje aan het klagen. Ze vinden dat het zo warm is. Maar eigenlijk is het helemaal niet zo warm. Een paar dagen geleden regende het. Dat vonden de Nederlandse mensen ook weer niet fijn.

Ik ga bijna weer terug naar Amman. Want dan gaat mijn school weer open. Ik vind het fijn om weer naar school te gaan. Maar ik zal Nederland ook wel een beetje missen. Ik hoop dat ik snel weer eens naar Nederland ga. En hopelijk is het dan niet te warm en regent het ook niet.

Monday, August 1, 2016

Lange dagen

Papa en mama hebben een goed besluit genomen: ik hoef 's middags niet meer naar bed. Dat was al lang niet meer nodig. Maar dat begrepen ze eerst niet. Dan moest ik toch steeds, maar ik had er geen zin in. Nu snappen ze het eindelijk ook.

Ik ben al bijna drie jaar. En als de zon wakker is, wil ik spelen. Met mijn winkel. Of met de verf. Of ik ga voetballen op het balkon. Dat is veel leuker dan naar bed gaan. Alleen kleine kinderen moeten 's middags nog slapen.

Het is heel goed dat ik niet meer naar bed ga. Want dan slaap ik 's avonds eerder. En 's morgen word ik later wakker. Dat zeggen papa en mama. En daar zijn ze best tevreden mee. Maar echt tevreden zijn ze ook weer niet. Want nu worden ze aan het begin van de avond vaak een beetje boos op mij. Ze vinden dan dat ik niet lief ben.

Papa en mama begrijpen niet dat het erg moeilijk is om heel de dag wakker te blijven. Als het 's avonds etenstijd is, is mijn hoofd verschrikkelijk moe. Ik kan dan niet goed meer nadenken. Eten lukt ook niet goed. Omdat ik zo moe ben, kan ik ook niet steeds netjes op mijn stoel blijven zitten. En alle dingen die ik dan wil, willen papa en mama juist niet.

Als je moe bent, is het vooral moeilijk om je tanden te poetsen. Dat gaat gewoon niet. Dat vertel ik papa en mama iedere dag. Maar ze luisteren niet. Of ze geloven het niet. Dan moet ik toch mijn tanden poetsen.

Soms ben ik zo moe dat ik even op de grond van de badkamer ga liggen. Dan kan ik gewoon niet meer. Maar dan hoor ik direct dat ik weer moet opstaan. Dat is echt vreselijk. Dan moet ik huilen. En als je huilt, kun je echt niet goed naar je papa en mama luisteren.

Soms worden papa en mama boos op mij. Dat maakt het alleen maar erger. Hoe kun je nu boos worden op een heel moe jongetje van bijna drie jaar? Ik moet dan vaak nog harder huilen. Door het huilen heen roep ik dan: 'Sorry'. Dat helpt meestal wel.

Als we op mijn slaapkamer aankomen, gaat het wel beter. Dan lezen we nog even van Jip en Janneke. Dan huil ik niet meer. En papa en mama zijn ook weer heel lief tegen mij. Zo eindigt elke dag toch weer goed. Maar het is wel jammer dat papa en mama niet begrijpen hoe zwaar het is voor mij.

Tuesday, July 12, 2016

Mijn broek zakt af

Eindelijk is het zo ver. Na lang wachten hoef ik eindelijk geen luiers mee om.  Ik plas gewoon op de WC. Net als de grote mensen.

Mama had een slim plan bedacht. Op de deur van de WC hing een groot papier. Daar kon je stickers op plakken. Steeds als ik een plasje had gedaan mocht ik een sticker erop plakken. En toen het papier vol was, kreeg ik een cadeau.

Ik mocht het cadeau zelf uitzoeken. We gingen naar de winkel van de lieve oude meneer. Die is heel dichtbij. Het is een grote winkel met veel speelgoed. Er staan fietsen en auto’s voor kinderen. Daar rijd ik altijd even een rondje op. Ik wil graag zo’n fiets hebben. Maar dat was wel iets te groot dacht ik. Zo bijzonder is dat plassen op de WC nu ook weer niet. Ik heb een trein uitgekozen, met een rails en een brug. In Jordanie is geen echte trein. Maar in Nederland wel. Als ik met de trein speel, kan ik even aan Nederland denken.

Op school plas ik nu ook op de WC. Daar zijn de wc’s veel kleiner dan thuis. En de wasbak is veel lager. Daarom is het eigenlijk het fijnst om op school naar de WC te gaan.

Papa en mama zijn blij dat ik geen luier meer om hoef. Dat hebben ze al heel vaak  gezegd. Ik vind dat een beetje overdreven. Want het is wel handig, maar het heeft ook veel nadelen.

Het grootste nadeel is dat ze me nu wel honderd keer per dag op de WC zetten. Maar ik heb geen honderd plasjes per dag. De meeste keren is het dus helemaal voor niets. En als ik er weer af kom, moet ik ook nog eens mijn handen wassen. Het kost me een hoop tijd zo.

Het is ook lastig dat je soms je plas moet ophouden. Als je in de auto zit bijvoorbeeld. Of in de kerk. Soms zit er heel veel plas in mijn buik, maar dan mag het er niet uit.

En verder zakken al mijn broeken af. Als ik loop, zakken ze steeds een beetje lager. Ik moet ze steeds weer ophijsen. Met een luier om bleven ze veel fijner zitten. Ik hoop maar dat ik snel groei. Dan zullen mijn broeken nooit meer afzakken.

Friday, July 8, 2016

Feest in het land

Het is feest bij ons. Iedereen heeft nieuwe kleren aan. En overal klinkt muziek. Dat komt omdat de Ramadan over is. Eindelijk mogen de mensen weer eten.

Eerst mocht je alleen eten als zon sliep. Maar hij ging pas heel laat slapen. En hij werd weer vroeg wakker. Dus je kon maar heel even eten. Daarna moest je mond weer op slot.

Ramadan duurde heel lang. Veel mensen werden er een beetje moe van. Want 's nachts waren ze druk met eten. En overdag gingen ze toch weer in de auto rijden of werken. De ogen van veel mensen waren erg slaperig.

Ik moest ook vasten. Niet van het eten, maar van school. Want de school was dicht. Alle kinderen en juffen hadden wel vier weken vakantie. Eerst was dat heel leuk. Maar nu mis ik de school wel. Want thuis hebben we geen glijbaan. En ook geen grote zandbak. En ik wil mijn vriend Ali weer graag zien.

Nu is de Ramadan over en is het drie dagen lang feest. De winkels zijn dicht. Papa en mama hoeven niet te werken. 's Morgens willen ze graag uitslapen. Maar ik wil dat niet. En dus slaapt alleen mama uit.

Vanmiddag heb ik lekker in mijn zwembad gespeeld. En samen met papa de bloemen op het balkon water gegeven. Dat is ook best feest. Morgen gaan we een dagje weg. We gaan naar een andere stad die heet Madaba. Daar heb je heel veel mooie dingen. We gaan er ook eten in een restaurant. Zo vieren wij het feest ook een beetje mee.

Morgen is de laatste vrije dag. Dan is Ramadan echt over. En het feest ook. Dan mag ik eindelijk weer naar school. Eigenlijk is dat het grootste feest.

Saturday, July 2, 2016

De Midden Dode Zee


Ik heb heel lang niet geschreven. Want ik was op reis. We gingen naar een ver land. Het heet Cyprus. Je kon er lekker zwemmen. En de zon was er altijd heel vroeg wakker.

Eerst gingen we in het vliegtuig. De koffers en mijn autostoeltje gingen mee. We gingen de lucht in en de huizen werden steeds kleiner. Uit het raampje zag ik de Dode Zee. Eerst vond ik het een beetje eng. Maar later niet meer en toen ging ik een tekening maken

Toen we aankwamen, stond er een auto op ons te wachten. Hij was niet zo mooi als papa's auto. Hij was een beetje kleiner en het stuur zat aan de andere kant. Ik kon papa niet zo goed zien vanuit mijn stoeltje. Maar mama wel.

In Cyprus kon je gewoon op straat snoepjes eten. In Jordanie is dat nu verboden want het is Ramadan. Ik vond het wel fijn om in Cyprus te zijn. Omdat je er gewoon kon eten. Maar ook omdat je er kon zwemmen. Dat was het allerleukste van Cyprus.

Ons huis in Cyprus had een mooi zwembad. Daar ging ik iedere dag in. Het water was net zo warm als thuis in bad. Ik had ook een echte boot. Daar ging ik in zitten en dan ging papa of mama er een speedboot van maken. Bij papa ging het alleen iets sneller dan bij mama.

We gingen ook naar een zee. Die had een moeilijke naam. Ik noemde hem de Midden Dode Zee. Daar ging ik in zwemmen. Het water was niet vies zoals in de Dode Zee. Op de bodem lagen stenen. Die ging ik samen met papa oprapen en weer in het water gooien. Elke steen had een andere kleur. De mooiste steen hebben we meegenomen naar huis. Die ligt nu in de kamer op tafel.

We gingen ook de grens over naar een ander land. Dat was zomaar midden in de stad. De politie ging naar mijn paspoort kijken. Alles was in orde en we mochten verder lopen. Toen waren we ineens in Turkije. Daar gingen we even koffie drinken. Daarna gingen we weer lopend terug naar Cyprus.

In Cyprus was ook een dierentuin. Met echte olifanten en leeuwen. Er waren vogels met heel veel kleuren. Het mooiste waren de papegaaien. Ze konden zelfs fietsen en in een autootje rijden. In het winkeltje hebben we een papegaai gekocht voor mij. Die hebben we ook meegenomen naar huis.

Na twee weken gingen we weer terug naar Jordanie. Het was heel leuk in Cyprus. Maar het is ook fijn om weer thuis te zijn. Bij mijn eigen speelgoed. En dichtbij de Dode Zee. Als ik weer even aan Cyprus wil denken, kijk ik naar de steen uit de zee. Of ik ga even spelen met mijn papegaai.