Papa moet vanavond naar het vliegveld. Hij gaat iemand ophalen die hier op bezoek komt. Het is een mevrouw en ze komt een paar dagen bij ons logeren. Samen met papa en mama hebben we haar kamer mooi gemaakt. De koffers die in haar kamer stonden, staan nu in mijn slaapkamer. Dat vind ik niet zo heel erg, maar als ze weer weg is, zet ik die koffers weer in de andere kamer. Dan heb ik alle ruimte om te spelen met mijn knuffels en mijn circustent. Als ik morgen wakker word, is deze mevrouw er al zegt papa. Ik hoop dat ze wel aardig is.
Een paar dagen
geleden ging papa ook weg met de auto. Toen ging hij op bezoek bij de
vluchtelingen uit Syrië. Papa ging er heen om te kijken hoe het met ze gaat. Deze
mensen zijn heel arm. Hun kinderen kunnen niet naar school omdat ze geen geld
hebben. En soms hebben ze zelfs geen geld om eten te kopen. Papa heeft me
verteld dat de verhalen van deze mensen best verdrietig zijn. De kinderen zijn
niet blij omdat ze niet naar school kunnen. En hun papa’s zijn ook niet blij
omdat ze hier niet mogen werken van de regering. En dan kunnen ze ook geen geld
verdienen.
Deze mensen
moesten vluchten uit Syrië omdat het daar oorlog is. Ze hadden niet eens tijd
om hun koffers in te pakken. En ze gingen ook niet met het vliegtuig, maar met
de bus of de auto of lopend. Ze moesten hun huis achterlaten met alles erin. En
andere mensen van de oorlog hebben hun huis nu gestolen. Of ze hebben het kapot
gemaakt met geweren.
Ik woon in Amman
en wij zijn niet arm. Mijn kamer is heel mooi. Ik heb een bed en een kast en
mijn circustent. Ik krijg elke dag genoeg te eten. Vooral yoghurt vind ik
lekker. En koekjes ook. Ik heb wel vier apen en duplo en ander speelgoed. Ik denk
dat deze Syrische kinderen geen koekjes kunnen betalen. En misschien hebben ze
ook geen knuffels voor in bed.
Papa vertelde dat
hij een jongetje was tegengekomen die nog maar 1 oog had. Toen hij nog in Syrië
woonde, kwam er een raket op zijn huis. En toen raakte hij zijn oog kwijt. Nu
kan hij nooit meer goed kijken en het doet nog steeds heel zeer. Dat is wel
verdrietig.
Hier in Jordanië
is het gelukkig een beetje veiliger voor deze mensen, want hier is het geen
oorlog. Papa helpt deze mensen. Ze krijgen geld om eten te kopen. En als ze
ziek zijn, kunnen ze naar de dokter. Iedere dag gaan de mensen van papa’s werk op
bezoek bij deze mensen. Misschien ga ik wel een keer met ze mee. Dan kan ik spelen
met deze kinderen. En dan kan ik ze een van mijn apen geven, want ik heb er
genoeg. En hopelijk worden ze er dan een beetje blij van.