Die containers worden weer helemaal uitgezocht door veel andere mensen. Sommigen halen al het papier eruit en anderen weer het plastic. Zo wordt het afval toch gescheiden, alleen hoeven wij er mooi niets aan te doen.
Het is wel fijn dat Abu Mona de zak met afval iedere dag ophaalt. Dan gaat het niet stinken in huis. Abu Mona woont in de kelder van ons gebouw. Daar heeft hij een klein kamertje waar een bed en een oude televisie staat. Vaak als ik uit de lift kom, zie ik Abu Mona. Hij is een beetje mijn vriend want hij is heel aardig voor mij. Hij maakt altijd een praatje, alleen versta ik er meestal niets van. Dat komt omdat hij zijn tanden op elkaar houdt als hij praat.
Ik denk dat Abu Mona best arm is, want heeft altijd een zwarte broek en een blauw shirt aan. Ik denk dat hij geen geld heeft om andere kleren te kopen. En hij heeft ook geen geld voor een kam want zijn haar zit altijd een beetje rommelig. Maar hij is wel altijd blij. Als ik hem zie geef ik hem altijd een hand en dan lacht hij heel vriendelijk.
Abu Mona is geboren in Egypte. Dat is een ander land hier heel ver vandaan. Omdat hij geen werk kon vinden, is hij naar Jordanië gekomen. Hij is getrouwd en heeft 3 kinderen, maar die zijn allemaal in Egypte. Heel soms gaat hij terug naar Egypte. Dat is een lange reis door de woestijn en over de zee. Het duurt heel lang voordat hij er is en als hij dan eindelijk aankomt moet hij vast heel moe zijn. Zijn vrouw en kinderen zullen wel heel blij zullen zijn als ze hem weer eens zien na zo'n lange tijd. Ik vind het al lang duren als mijn papa een hele dag naar het werk is. Als ik aan het einde van de dag hoor dat hij de sleutel in de deur steekt, begin ik al heel hard papa te roepen en hol ik snel naar de deur om hem te zien. Maar Abu Mona komt niet elke avond thuis.
Gelukkig verdient hij wel geld hier in Jordanië. Iedereen die in ons gebouw woont betaalt hem elke maand een beetje geld. En als je dat bij elkaar doet, is het best een hoop. Abu Mona gebruikt dat geld om zelf eten te kopen en de rest stuurt hij naar zijn familie in Egypte zodat zij ook kunnen eten. En daar worden ze vast een beetje blij van. Natuurlijk is het wel jammer dat hij zijn kinderen niet elke dag kan zien. Daarom doe ik altijd heel lief tegen hem. Steeds als hij mij ziet, wordt hij een beetje blij. En dan word ik ook weer blij. Ik denk eigenlijk dat Abu Mona mijn beste vriend is.