Pas ging papa een fles wijn kopen. De winkel is hier om de hoek en de baas van de winkel is een oude man. Hij heeft een grote neus die een beetje rood ziet. Deze oude man is heel aardig. Want toen papa de fles wijn had betaald, kreeg ik zomaar een zakje chips van hem. Daar hoefde ik niets voor te betalen. Het was een cadeau. Eigenlijk krijg ik heel vaak cadeaus. Het is bijna te veel om te onthouden.
Toen we pas in de supermarkt waren, zag ik een grote bak met knuffelschapen liggen. In die tijd stonden er buiten ook heel veel schapen. Die gingen de mensen opeten. Maar knuffelschapen kun je niet eten. Bij de bak zat een mevrouw die allemaal aan mij zat te plukken. Dat vind ik niet echt fijn, maar soms moet je slim zijn. Ik liet het bewust even gebeuren. Ze zat aan m'n haren en gaf een kusje op mijn handen. Ik heb heel lief gelachen naar haar. En toen ik dat allemaal doorstaan had, gaf ze mij een knuffelschaap. Mijn plan was geslaagd. Ik heb het meegenomen naar huis en hij ligt nu in mijn bed.
Soms komen we in winkels waar souvenirs worden verkocht. Dat is ook een heel goede plek om te zijn. Ik ben nog nooit zo'n winkel uitgegaan zonder een cadeautje. Alleen soms vind ik deze mensen ook wel een beetje weinig creatief. Ik krijg namelijk heel vaak een sleutelhanger van een kameel. Daar heb ik er nu al heel veel van. Ze zijn best leuk, maar ik vind dat ik er gewoon genoeg van heb. En daar komt bij dat mama de ogen van de kameel gevaarlijk vindt en die haalt ze er altijd af. Mijn kamer is nu een opvanghuis voor blinde kamelen.
Maar pas is het gelukt om iets anders te krijgen. Ik was met papa in een souvenirwinkel vlakbij ons huis. We waren er al vaak langsgelopen onderweg naar de supermarkt. Maar deze keer gingen we naar binnen. De meneer van de winkel was heel aardig. Hij vertelde dat hij uit Syriƫ kwam en al lang bij ons in de straat woont. Hij heeft ook even met mij gepraat en ik heb hem verteld dat ik naar school ga en dat ik daar altijd ga spelen en eten. Hij moest er een beetje om lachen. En toen liep hij ineens weg. Ik hoopte dat hij iets ging halen voor mij. En dat klopte... hij kwam terug met een mooie puzzel van een groot gebouw in de rotsen. Dat heet Petra. Het was verpakt in plastic en ik was er heel blij mee.
Het is heel belangrijk dat ik niet vraag om cadeautjes. Ten eerste omdat het niet mag van mama. Ze zegt dat dat onbeleefd is. Ik weet niet zeker of ik dat met haar eens ben, maar gelukkig is er nog een tweede reden. Als je er niet om vraagt, werkt het namelijk beter. Pas waren we terug in de winkel van de wijn en ik ging gelijk voor het rek met chips staan. Ik had echt heel veel honger en wilde graag chips eten. Maar deze keer kreeg ik niets van die oude meneer met de rode neus. Dus de volgende keer doe ik net of ik nergens erg in heb.
Papa en mama vinden het altijd maar zo zo al die cadeaus. Vooral als het dingen zijn die volgens hen ongezond zijn. Dus bij chips en snoepjes kijken ze soms een beetje zuur. En ze zeggen soms ook dat ik het pas later mag opeten. Dat is echt vreselijk. Pas kreeg ik in een ander winkeltje een lolly. Eerst wou papa nog zeggen dat ik hem moest bewaren voor later. Maar daar heb ik een stokje voor gestoken. Want een gegeven paard mag je niet in de bek kijken. Maar wel in je mond steken. Tenminste, zo denk ik erover.
Aron, jij pakt dat heel slim aan! Ik ga het in Nederland ook eens uitproberen. Wie weet lukt het...
ReplyDelete