Friday, November 18, 2016

Drie keer jarig


Vandaag ben ik jarig. Gisteren was ik het ook al. En morgen weer. Gisteren op school, vandaag thuis en morgen bij opa en oma. Dit is de leukste week uit mijn leven.

Voor school ging ik cupcakes bakken met mama. In de oven werden ze heel groot. Sommige liepen helemaal over. Toen ze weer koud waren, deed mama er oranje water op. En toen ging ik er snoepjes op strooien. Sommige snoepjes hebben de cupcake nooit gehaald. Die zijn nu in mijn buik.

Mama kwam op school om het feest te vieren. Het was net als bij alle andere kinderen. Op de tafel lag een groot happy birthday kleed. De kinderen gingen voor mij zingen. Hashim zat naast mij. Want hij is mijn vriend.  En toen blies ik het kaarsje uit. Iedereen ging hard klappen. Daarna kreeg iedereen een cadeautje van mij. Want als je jarig bent, geef je cadeautjes aan je vriendjes. Dat hoort. Ik had voor iedereen een tas van Winnie de Poeh. Er zat een ballon in en een toeter en een doosje met stempels.

Vandaag gaan we mijn verjaardag thuis vieren. We gaan appeltaart en patat eten. En echte kroketten. Zelfgemaakt door mijn mama. Die is zo knap. Vanmorgen heb ik een ark van Noach gekregen van papa en mama. Die moest eerst nog in elkaar gezet worden, maar nu is hij klaar. Ik kreeg ook een echte aap. Toen ik hem uitpakte vond ik het eerst eng. Dat kwam omdat ik het papier losscheurde bij zijn billen. Ik schrok me wild. Maar hij is toch wel lief.

Morgen vier ik mijn verjaardag bij opa en oma. Want ik ga samen met mama naar Nederland. Haar buik met de baby is nu zo groot dat ze echt moet gaan. Anders past ze niet meer in het vliegtuig. In Nederland krijg ik misschien ook nog cadeautje.

Echt, dit is de leukste week uit mijn leven. Maar een ding is niet leuk: papa gaat niet mee naar Nederland. Hij blijft in Jordanie want hij moet werken. Dat is een beetje verdrietig. Dan kan hij geen verhaaltjes vertellen en we kunnen ook niet gaan zwemmen. Als de baby bijna wordt geboren, komt papa ook naar Nederland. Tot die tijd ga ik hem gewoon heel vaak bellen.

Saturday, October 15, 2016

Zwemmen op zaterdag


Zaterdag is de leukste dag van alle dagen. Want dan gaan we ontbijten aan de kleine tafel. Ik eet dan een cracker met pindakaas. Op mijn brood eet ik ook pindakaas. Maar op een cracker is het lekkerder. Want als de cracker op is ga ik altijd met papa zwemmen.

Het zwembad is heel dichtbij ons huis. Eerst moeten we een weg met veel auto's oversteken. Dan draagt papa mij. Daarna moeten we nog over een paar trapjes lopen. En dan zijn we bij het zwembad. 

Als we binnenkomen, roept iedereen gelijk: Hello Haroen! En papa noemen ze Abu Haroen. Terwijl ik aan het omkleden ben, komen die mannen steeds met mij praten. Ze willen ook over mijn haren wrijven. Of in mijn wangen knijpen. Ik word daar een beetje gek van. Ik probeer dan achter papa weg te kruipen. Maar dan vinden ze me toch steeds weer.

Na het omkleden gaan we met een lift naar beneden. Als de lift weer opengaat, ben je in het zwembad. Het is daar altijd heel warm. En het ruikt er een beetje raar. Het is bleekwater zegt papa. Maar iedereen die er zwemt is niet echt bleek. Alleen ik en papa.

Ik kan al goed zwemmen. Dat is erg leuk. Het vervelende is dat die mannen ook in het zwembad steeds met mij willen praten. Ze weten allemaal dat ik Haroen heet. Soms is het best lastig om beroemd te zijn.

Maar verder is het heel leuk in het zwembad. Ik kan zelf van de kant springen. Soms doet papa the rocket met mij. Dan gooit hij mij heel hoog in de lucht. Als ik terug in het water kom, ga ik kopje onder. Maar dan kom ik toch weer boven. Want ik heb bandjes van Mickey Mouse om.

Na het zwemmen ga ik ook altijd even kijken bij de sportschool van papa. Dan moet je eerst met de lift en daarna nog met een trap. De baas van de sportschool is een meneer uit Egypte. Voor hem kruip ik niet weg en ik geef ook antwoord op zijn vragen. Dat komt omdat deze meneer heel veel koekjes heeft. En iedere week krijg ik er een paar van hem. Dus naar hem doe ik altijd extra aardig. 

Als ik weer bij mama thuis kom, gaan we koffie drinken. Met de koekjes van die Egyptische meneer. Egyptische koekjes zijn het lekkerst van de hele wereld.

Friday, September 30, 2016

Het grote bed


Omdat er een baby komt, heb ik het heel druk. Er moet van alles gebeuren. Het grootste is dat ik moest verhuizen naar een andere kamer. En naar een ander bed. Ik slaap nu in een grotemensenbed.

Samen met mama heb ik een dekbed gekocht voor het nieuwe be. En ook gordijnen. Twee voor de babykamer en twee voor mijn eigen kamer. Op mijn gordijnen staan vliegtuigen. Er zit een grappig mannetje in. Dat is de piloot.

We gingen ook een box kopen voor de baby. Het is eigenlijk geen echte box, want die bestaan niet in Amman. Daarom hebben we maar een bedje gekocht. Dat lijkt toch een beetje op een box. Als de baby er straks is, mag hij daar in spelen.

We gingen ook stickers plakken op de babykamer. Het zijn stickers van Jip en Janneke. En ook een van Takkie. Ze zijn heel grappig.

Ik slaap nu in de kamer van Clare. Als zij bij ons kwam logeren sliep ze altijd in die kamer. Maar dat kan nu niet meer. Want ik lig in haar bed. Mijn kleren liggen in de kast van Clare. Er staat ook een echt bureau. Met een grote stoel. Daar maak ik altijd mijn tekeningen.

Mijn knuffels zijn meeverhuisd naar het grote bed. Alleen mijn blauwe aap niet. Die heb ik bewaard voor de baby. Als die geboren is, gaat de blauwe aap in het babybedje slapen. Want het is echt een aap voor baby's. En dat ben ik al lang niet meer.

Toen ik gisteren lag te slapen gebeurde er iets raars. Ik voelde ineens een bons en toen ik wakker werd lag ik op de grond. Het bed was hoog boven mij. Van schrik holde ik naar de kamer van papa en mama. Maar ik kon niets zien want het was heel donker. Onderweg kwam papa eraan. Hij deed het licht aan. En toen moest ik even huilen. Eigenlijk huilen alleen baby's. Maar nu kon het echt niet anders.

Papa heeft me weer in het grote bed gelegd. Hij heeft de deken extra goed ingestopt. Ik was wel een beetje bang dat ik er weer uit zou vallen. Maar toen ik 's morgens wakker werd lag ik gewoon nog in mijn bed. En mijn knuffels ook. De volgende keer ga ik gewoon dichtbij de muur liggen. Dan val ik nooit meer uit mijn bed.

Friday, September 16, 2016

We weten het nog niet

Papa was weg. Hij ging naar Zwitserland. Het duurde maar een week. Toch miste ik hem wel. Soms zei ik dat tegen mama. Maar ik heb het niet tegen andere mensen verteld.

Als papa belde ging ik soms met hem praten. Maar andere keren wilde ik het niet. Want dan miste ik hem nog meer. Ik heb heel de tijd gehoopt dat hij er snel weer zou zijn.

Mama bracht mij iedere morgen naar school. En ze kwam me ook weer ophalen. Ahmed de chauffeur was er ook niet. En mama moest ook nog haar andere werk doen. Dat was best druk voor haar denk ik.

Het was wel gezellig samen met mama thuis. We deden veel leuke dingen. Een keer gingen we eten bij McDonald's. Dat was omdat papa er niet was, want hij denkt dat het eten daar niet lekker is.  Mijn eten zat in een doos en het was juist heel lekker. De doos staat nu bij mijn winkeltje, alleen het eten zit in mijn buik..

Eigenlijk waren mama en ik niet echt met z'n tweeën. Want in mama's buik zit een baby. Die is nu nog heel klein. Maar hij groeit wel hard. Mama's buik wordt iedere dag een beetje groter. Soms geef ik een kus op de buik. Ik denk dat de baby dat wel voelt door de buik heen.

Over een hele lange tijd komt de baby naar buiten. Dan is hij een beetje groot. Maar nog niet zo groot als ik. Mama zegt dat ik nog niet gelijk met de baby kan spelen. Maar later wel.

Iedereen wil nu weten of het een jongen of een meisje wordt. Dat is een erg domme vraag. Want we hebben de baby nog niet in het echt gezien. Alleen maar op de televisie bij de dokter. Dus we weten het nog niet. Soms vragen mensen ook hoe de baby heet. Ook al zo'n domme vraag. Dat weten we pas als hij naar buiten is gekomen.

Toen papa terugkwam uit Zwitserland kreeg ik een cadeautje. Het was een koe en er zat geen melk in maar chocola. Ik was er heel blij mee en alle chocola is al op. Later moet papa twee cadeautjes meenemen als hij op reis gaat. Want de baby lust vast ook chocola.

Wednesday, August 24, 2016

Zomer in Nederland


Ik ben op bezoek in Nederland. We gingen met het vliegtuig. Ik heb al heel vaak gevlogen. Dus het was een beetje saai. Onderweg heb ik heel veel filmpjes gekeken. Toen duurde het gelukkig niet zo lang.

Opa en oma stonden op mij te wachten op het vliegveld. Dat was wel leuk. Ik had ze al heel lang niet gezien.

Hier in Nederland heb ik het erg druk. Iedere dag ga ik iets anders doen. Eerst gingen we naar een park met papegaaien. Die mocht ik voeren. Ik ging ook fietsen met papa en mama. Ik zat achterop en er ging heel veel wind door mijn gezicht. Bij een bankje gingen we wat drinken. Ik kreeg taksi in een klein pakje. Dat had ik nog nooit op. Maar Nederlandse kinderen drinken het elke dag. Het was wel lekker. Maar niet zo lekker als de melk in Amman.

Mama heeft nieuwe kleren voor mij gekocht. Ze zegt dat ik zo hard gegroeid ben. Dat zei de dokter ook. Die zei tegen mij dat ik heel lang ben. Dat is een beetje raar, want bijna iedereen is langer dan ik.

Hier in Nederland zijn veel koeien. En eenden. Sommige eenden zijn zwart. Die heten meerkoeten. Dat heeft mijn neef verteld. Hij heet Mattanja en ik heb heel vaak met hem gespeeld. En soms gingen we wandelen door het weiland. Nederlandse koeien zijn heel dik.

Het Nederlandse eten is erg lekker. Ik heb heel veel kaas gegeten. Soms zat er een vlaggetje op. In Nederland zijn ook kleine pannenkoeken. Die waren het allerlekkerst. Ze heten eigenlijk niet pannenkoeken, maar de echte naam ben ik vergeten. Het lijkt een beetje op koffertjes.

Vandaag waren de Nederlandse mensen een beetje aan het klagen. Ze vinden dat het zo warm is. Maar eigenlijk is het helemaal niet zo warm. Een paar dagen geleden regende het. Dat vonden de Nederlandse mensen ook weer niet fijn.

Ik ga bijna weer terug naar Amman. Want dan gaat mijn school weer open. Ik vind het fijn om weer naar school te gaan. Maar ik zal Nederland ook wel een beetje missen. Ik hoop dat ik snel weer eens naar Nederland ga. En hopelijk is het dan niet te warm en regent het ook niet.

Monday, August 1, 2016

Lange dagen

Papa en mama hebben een goed besluit genomen: ik hoef 's middags niet meer naar bed. Dat was al lang niet meer nodig. Maar dat begrepen ze eerst niet. Dan moest ik toch steeds, maar ik had er geen zin in. Nu snappen ze het eindelijk ook.

Ik ben al bijna drie jaar. En als de zon wakker is, wil ik spelen. Met mijn winkel. Of met de verf. Of ik ga voetballen op het balkon. Dat is veel leuker dan naar bed gaan. Alleen kleine kinderen moeten 's middags nog slapen.

Het is heel goed dat ik niet meer naar bed ga. Want dan slaap ik 's avonds eerder. En 's morgen word ik later wakker. Dat zeggen papa en mama. En daar zijn ze best tevreden mee. Maar echt tevreden zijn ze ook weer niet. Want nu worden ze aan het begin van de avond vaak een beetje boos op mij. Ze vinden dan dat ik niet lief ben.

Papa en mama begrijpen niet dat het erg moeilijk is om heel de dag wakker te blijven. Als het 's avonds etenstijd is, is mijn hoofd verschrikkelijk moe. Ik kan dan niet goed meer nadenken. Eten lukt ook niet goed. Omdat ik zo moe ben, kan ik ook niet steeds netjes op mijn stoel blijven zitten. En alle dingen die ik dan wil, willen papa en mama juist niet.

Als je moe bent, is het vooral moeilijk om je tanden te poetsen. Dat gaat gewoon niet. Dat vertel ik papa en mama iedere dag. Maar ze luisteren niet. Of ze geloven het niet. Dan moet ik toch mijn tanden poetsen.

Soms ben ik zo moe dat ik even op de grond van de badkamer ga liggen. Dan kan ik gewoon niet meer. Maar dan hoor ik direct dat ik weer moet opstaan. Dat is echt vreselijk. Dan moet ik huilen. En als je huilt, kun je echt niet goed naar je papa en mama luisteren.

Soms worden papa en mama boos op mij. Dat maakt het alleen maar erger. Hoe kun je nu boos worden op een heel moe jongetje van bijna drie jaar? Ik moet dan vaak nog harder huilen. Door het huilen heen roep ik dan: 'Sorry'. Dat helpt meestal wel.

Als we op mijn slaapkamer aankomen, gaat het wel beter. Dan lezen we nog even van Jip en Janneke. Dan huil ik niet meer. En papa en mama zijn ook weer heel lief tegen mij. Zo eindigt elke dag toch weer goed. Maar het is wel jammer dat papa en mama niet begrijpen hoe zwaar het is voor mij.

Tuesday, July 12, 2016

Mijn broek zakt af

Eindelijk is het zo ver. Na lang wachten hoef ik eindelijk geen luiers mee om.  Ik plas gewoon op de WC. Net als de grote mensen.

Mama had een slim plan bedacht. Op de deur van de WC hing een groot papier. Daar kon je stickers op plakken. Steeds als ik een plasje had gedaan mocht ik een sticker erop plakken. En toen het papier vol was, kreeg ik een cadeau.

Ik mocht het cadeau zelf uitzoeken. We gingen naar de winkel van de lieve oude meneer. Die is heel dichtbij. Het is een grote winkel met veel speelgoed. Er staan fietsen en auto’s voor kinderen. Daar rijd ik altijd even een rondje op. Ik wil graag zo’n fiets hebben. Maar dat was wel iets te groot dacht ik. Zo bijzonder is dat plassen op de WC nu ook weer niet. Ik heb een trein uitgekozen, met een rails en een brug. In Jordanie is geen echte trein. Maar in Nederland wel. Als ik met de trein speel, kan ik even aan Nederland denken.

Op school plas ik nu ook op de WC. Daar zijn de wc’s veel kleiner dan thuis. En de wasbak is veel lager. Daarom is het eigenlijk het fijnst om op school naar de WC te gaan.

Papa en mama zijn blij dat ik geen luier meer om hoef. Dat hebben ze al heel vaak  gezegd. Ik vind dat een beetje overdreven. Want het is wel handig, maar het heeft ook veel nadelen.

Het grootste nadeel is dat ze me nu wel honderd keer per dag op de WC zetten. Maar ik heb geen honderd plasjes per dag. De meeste keren is het dus helemaal voor niets. En als ik er weer af kom, moet ik ook nog eens mijn handen wassen. Het kost me een hoop tijd zo.

Het is ook lastig dat je soms je plas moet ophouden. Als je in de auto zit bijvoorbeeld. Of in de kerk. Soms zit er heel veel plas in mijn buik, maar dan mag het er niet uit.

En verder zakken al mijn broeken af. Als ik loop, zakken ze steeds een beetje lager. Ik moet ze steeds weer ophijsen. Met een luier om bleven ze veel fijner zitten. Ik hoop maar dat ik snel groei. Dan zullen mijn broeken nooit meer afzakken.

Friday, July 8, 2016

Feest in het land

Het is feest bij ons. Iedereen heeft nieuwe kleren aan. En overal klinkt muziek. Dat komt omdat de Ramadan over is. Eindelijk mogen de mensen weer eten.

Eerst mocht je alleen eten als zon sliep. Maar hij ging pas heel laat slapen. En hij werd weer vroeg wakker. Dus je kon maar heel even eten. Daarna moest je mond weer op slot.

Ramadan duurde heel lang. Veel mensen werden er een beetje moe van. Want 's nachts waren ze druk met eten. En overdag gingen ze toch weer in de auto rijden of werken. De ogen van veel mensen waren erg slaperig.

Ik moest ook vasten. Niet van het eten, maar van school. Want de school was dicht. Alle kinderen en juffen hadden wel vier weken vakantie. Eerst was dat heel leuk. Maar nu mis ik de school wel. Want thuis hebben we geen glijbaan. En ook geen grote zandbak. En ik wil mijn vriend Ali weer graag zien.

Nu is de Ramadan over en is het drie dagen lang feest. De winkels zijn dicht. Papa en mama hoeven niet te werken. 's Morgens willen ze graag uitslapen. Maar ik wil dat niet. En dus slaapt alleen mama uit.

Vanmiddag heb ik lekker in mijn zwembad gespeeld. En samen met papa de bloemen op het balkon water gegeven. Dat is ook best feest. Morgen gaan we een dagje weg. We gaan naar een andere stad die heet Madaba. Daar heb je heel veel mooie dingen. We gaan er ook eten in een restaurant. Zo vieren wij het feest ook een beetje mee.

Morgen is de laatste vrije dag. Dan is Ramadan echt over. En het feest ook. Dan mag ik eindelijk weer naar school. Eigenlijk is dat het grootste feest.

Saturday, July 2, 2016

De Midden Dode Zee


Ik heb heel lang niet geschreven. Want ik was op reis. We gingen naar een ver land. Het heet Cyprus. Je kon er lekker zwemmen. En de zon was er altijd heel vroeg wakker.

Eerst gingen we in het vliegtuig. De koffers en mijn autostoeltje gingen mee. We gingen de lucht in en de huizen werden steeds kleiner. Uit het raampje zag ik de Dode Zee. Eerst vond ik het een beetje eng. Maar later niet meer en toen ging ik een tekening maken

Toen we aankwamen, stond er een auto op ons te wachten. Hij was niet zo mooi als papa's auto. Hij was een beetje kleiner en het stuur zat aan de andere kant. Ik kon papa niet zo goed zien vanuit mijn stoeltje. Maar mama wel.

In Cyprus kon je gewoon op straat snoepjes eten. In Jordanie is dat nu verboden want het is Ramadan. Ik vond het wel fijn om in Cyprus te zijn. Omdat je er gewoon kon eten. Maar ook omdat je er kon zwemmen. Dat was het allerleukste van Cyprus.

Ons huis in Cyprus had een mooi zwembad. Daar ging ik iedere dag in. Het water was net zo warm als thuis in bad. Ik had ook een echte boot. Daar ging ik in zitten en dan ging papa of mama er een speedboot van maken. Bij papa ging het alleen iets sneller dan bij mama.

We gingen ook naar een zee. Die had een moeilijke naam. Ik noemde hem de Midden Dode Zee. Daar ging ik in zwemmen. Het water was niet vies zoals in de Dode Zee. Op de bodem lagen stenen. Die ging ik samen met papa oprapen en weer in het water gooien. Elke steen had een andere kleur. De mooiste steen hebben we meegenomen naar huis. Die ligt nu in de kamer op tafel.

We gingen ook de grens over naar een ander land. Dat was zomaar midden in de stad. De politie ging naar mijn paspoort kijken. Alles was in orde en we mochten verder lopen. Toen waren we ineens in Turkije. Daar gingen we even koffie drinken. Daarna gingen we weer lopend terug naar Cyprus.

In Cyprus was ook een dierentuin. Met echte olifanten en leeuwen. Er waren vogels met heel veel kleuren. Het mooiste waren de papegaaien. Ze konden zelfs fietsen en in een autootje rijden. In het winkeltje hebben we een papegaai gekocht voor mij. Die hebben we ook meegenomen naar huis.

Na twee weken gingen we weer terug naar Jordanie. Het was heel leuk in Cyprus. Maar het is ook fijn om weer thuis te zijn. Bij mijn eigen speelgoed. En dichtbij de Dode Zee. Als ik weer even aan Cyprus wil denken, kijk ik naar de steen uit de zee. Of ik ga even spelen met mijn papegaai.

Tuesday, May 31, 2016

Sorry zeggen


Omdat ik nu heel groot ben (meer dan 2 jaar), kan ik al goed praten. Dat is handig, want dan kun je uitleggen wat je bedoelt. Maar het brengt ook een hoop ellende met zich mee.
Soms zeg ik iets en dan begrijpen de mensen het niet. Bij papa en mama gaat het nog wel, maar bij andere mensen is het soms echt verschrikkelijk. Dan moet ik wel tien keer hetzelfde zeggen. Soms begrijpen ze het dan eindelijk. Maar andere keren nog steeds niet. Er zijn mensen die denken slim te zijn. Ze doen dan of ze het toch begrijpen. 'O ja,' zeggen ze dan, 'echt waar?' Maar hun ogen laten zien dat ze er nog steeds niets van begrepen hebben.

Of als ik uit bed roep dat mijn slaap klaar is. Dan komt papa mij vertellen dat ik toch moet gaan liggen. Hij begrijpt dan echt niet wat mijn probleem is.

Een ander probleem is als mensen gaan lachen om serieuze dingen. Pas ging ik met mama naar de Baraka Mall. Die is naast ons huis. En als je in de lift naar beneden gaat, kom je bij een machine waar geld uit komt. In de lift vroeg mama: 'Wat gaan we doen Aron?' Toen zei ik: 'Geld kopen'. Mama moest er hard om lachen. 

Op school heb ik geleerd dat je soms sorry moet zeggen. Bijvoorbeeld als je niet lief bent geweest voor iemand anders. Of als je een boertje laat. Of een windje. Bij kinderen gaat het net zoals bij oude mensen: zulke dingen gebeuren gewoon. Miss Lima heeft verteld dat je dan sorry moet zeggen.  Een beetje overdreven is het wel, maar ik doet het toch maar. De grote mensen vinden het grappig als ik dat zeg, want ze moeten er steeds om lachen. 

Ik hoop dat ik snel nog groter word. Dan kan ik bij het hogere knopje van de lift. En dan mag ik zelf bepalen wanneer ik uit bed ga. En hopelijk begrijpen de mensen mij dan ook eindelijk goed. Tot die tijd blijft mijn leven gewoon best zwaar. Onbegrip is mijn deel. En soms lachen mensen mij uit. Zij zouden eigenlijk sorry tegen mij moeten zeggen! Maar dat is nog nooit gebeurd.

Saturday, May 21, 2016

Vroege vrijdag

Vanmorgen zat een vogel bij mijn raam te fluiten. Ik werd er wakker van. Het was heel mooi. Toen heb ik papa geroepen. Hij haalde mij uit bed. En toen gingen we iets leuks doen.

Omdat het vrijdag was, hoefde ik niet naar school. Papa zei dat ik heel zachtjes moest doen, want mama sliep nog. Ik moest op mijn tenen langs mama's deur lopen. Dat is heel moeilijk als je nog maar twee bent. Maar ik heb geen geluid gemaakt.

Toen gingen we samen op straat wandelen. Het was nog heel vroeg. Het zonnetje kwam net boven de gebouwen uit. Er waren geen auto's. Ik hoorde veel vogels fluiten. Steeds als ik een andere vogel hoorde, zei ik: 'He, nog een!' En dan hoorde papa hem ook.

Onderweg heb ik ook veel bloemen gezien. Sommige waren geel. En er waren ook veel blauwe. Ik mocht ze niet plukken van papa. Want volgens hem zijn ze van andere mensen. In het bos mag je wel bloemen plukken. Ik denk dat het bos van niemand is. Of van ons allemaal.

Bij de bakker gingen we even naar binnen. Ik had wel zin in een vers broodje. Gelukkig was de bakker al open zo vroeg in de morgen. Maar de bakkersvrouw vertelde dat het brood nog niet klaar was. Toen zijn we doorgelopen naar een andere bakker. Daar was het brood wel klaar. Samen met papa heb ik wel zes broodjes gekocht.

De broodjes waren nog warm. Eerst moest ik er heel lang op blazen. Daarna was het een beetje minder warm. Al wandelend heb ik het opgegeten. Het was echt heel lekker want er zat ook kaas aan de binnenkant.

Onderweg kwam ik een poes tegen. Hij was een beetje dun. Ik heb hem maar een stukje brood gegeven. Hij at het heel snel op.

Toen kwamen we weer bij ons huis. Papa wilde gelijk naar binnen, maar ik wilde niet. Het was zo mooi buiten. Ik hoorde nog steeds de vogels. En in de tuin voor ons huis staan ook veel mooie bloemen.

Ik ging op de trap voor het huis zitten. Papa ging naast mij zitten. Zo zaten we allebei een tijdje te kijken en te luisteren. 'Weet je wie deze tuin zo mooi heeft gemaakt?', vroeg papa aan mij. Ik zei: 'God'.

Dat was eigenlijk niet het goede antwoord. Want papa bedoelde Abu Mona. Maar aan zijn gezicht zag ik dat hij mijn antwoord best mooi vond.

Friday, May 6, 2016

My name is Haroen

Ik kan al heel goed praten. Dat zegt miss Lima. Zij is mijn juf. En zij kan het weten. Want ze is heel slim. Onder haar hoofddoek zit een groot verstand. En ze heeft mij al veel geleerd. Maar soms is het lastig. Want er zijn woorden die je niet mag zeggen van grote mensen. Of ze moeten erom lachen.

Vanmorgen had ik met papa boodschappen gedaan. Toen we buiten kwamen, was het best warm. In de auto was het zelfs verschrikkelijk heet. Ik vroeg aan papa of de aso aan mocht. Toen ging papa zomaar hardop lachen. En hij zei dat het airco heet. Dat is voor mij hetzelfde. Maar papa moest er toch om lachen. Net alsof ik dom was.

Toen we weer thuiskwamen, zei ik tegen mama dat mijn voeten zeer deden. Dat komt omdat ik nieuwe sandalen heb. Die doen pijn aan mijn tenen. 'Dat is wel shit', zei ik tegen mama. Toen deed ze net of ze heel erg schrok. Pffff... ze zegt het zelf ook weleens! Maar ik mag het toch niet zeggen van mama. Ik kan beter chips zeggen, zei ze.

En dan mijn naam. Ook zo'n verschrikkelijk ingewikkeld probleem. Papa en mama noemen mij Aron. En als ze boos zijn zeggen ze Aron Botros (met een harde stem, net alsof ik doof ben). Maar op school noemt iedereen mij 'Eron'. En op papa's werk zeggen ze 'Haroen'. Dat is best raar. Waarom kunnen grote mensen niet gewoon mijn echte naam uitspreken, net als papa en mama? Maar ik heb de hoop opgegeven. Eigenlijk vind ik Haroen ook best mooi. De mensen vragen mij wel 100 keer per dag 'What's your name'. Dan lach ik even en zeg 'Haroen'. Gewoon omdat ik het een mooie naam vind.

Grote mensen zijn onbegrijpelijk. En ze maken het leven erg moeilijk. Dat is niet eerlijk. Weet je wat ook niet eerlijk is? Papa en mama gaan vanavond uit eten in een restaurant. Omdat ze vijf jaar getrouwd zijn. En ik? Ik moet thuisblijven. Bij de oppas. Ik ben er boos over.. Terwijl zij lekker zitten te eten, moet ik naar bed. En dat is voor mij, Aron Botros Visser, gewoon heel erg shit chips.

Monday, May 2, 2016

Twee keer Paasfeest

Toen opa en oma hier waren, vierden we Pasen. Dat was heel gezellig. Maar nu zijn ze weg en hebben we het nog een keer gevierd. Ik weet niet waarom we het twee keer vierden. Maar dat is niet erg.

Zondagmorgen maakte papa mij heel vroeg wakker. Meestal is dat andersom. Maar deze morgen lag ik nog te slapen. Hij zei dat we weg gingen met de auto. Ik schrok ervan dat hij zo vroeg kwam. Maar ik ben er toch maar uit gegaan.

Eerst gingen we nog iemand anders ophalen. En toen gingen we een eind rijden. Onderweg dronken de grote mensen koffie. Ik kreeg een pakje melk. Buiten was het donker. En de weg was leeg. Na een tijdje werd het een beetje licht. Toen reden we een berg op en daar stapten we uit. Het donker was toen al bijna helemaal weg.

We waren op de berg Nebo. Dat is een heel belangrijke berg. Bovenop staat een kerkje. Daar gingen we in. Er waren veel mensen. We gingen zingen en bidden. Eigenlijk duurde het best wel lang. Ik zei steeds dat ik buiten wilde spelen. Maar het was zo druk dat ik er niet uit kon.

Kerkdiensten duren vreselijk lang. Aan het eind was ik heel blij dat ik naar buiten mocht. De zon scheen al een beetje. We gingen eerst eten met alle andere mensen. Je kon kiezen uit wel duizend dingen. Ik heb een ei gegeten. Want het was Pasen. Maar hij was niet van chocola. Papa wilde ook dat ik een stukje cake zou eten, want die had hij zelf gebakken. Maar ik vond hem niet zo lekker. Daar kan ik ook niets aan doen. Ik heb hem aan papa teruggegeven.

Toen gingen we nog even kijken op de rand van de berg. Daar staat een kruis met een slang eromheen. Maar hij is niet echt. Hij is gemaakt van ijzer. Vanaf de rand van de berg kun je heel ver kijken. Eerst is er de Dode Zee. Daarachter ligt een ander land. Dat heet Israel. Als je goed kijkt, kun je het zien liggen. Maar het is wel moeilijk want er is veel zand in de lucht.

Toen we naar huis reden, ben ik in slaap gevallen. Dat komt omdat ik zo vroeg uit bed was gehaald. Maar ik ben niet boos op papa. Want de berg Nebo is mooi. En het ei was lekker. Ik vond het niet erg om twee keer Pasen te vieren. Van mij mag het best drie keer per jaar Pasen zijn

Saturday, April 16, 2016

Ons hotel


Als ik op reis ga, slaap ik in een hotel. En ik eet in een restaurant. Dat is heel normaal. Maar soms is ons huis ook net een hotel. Er komen veel gasten. Ik ben er erg druk mee.

Eerst waren opa en oma er. Toen ze weg waren, ging ik samen met mama hun lakens wassen. Het waren er heel veel. Misschien wel honderd. Toen de wasmachine klaar was, hingen overal in het huis lakens te drogen. 

Daarna kwam Clare. Zij slaapt vaak in ons hotel. Ik vind het leuk als ze komt. En ik zorg goed voor haar. Haar bed is altijd mooi opgemaakt. Er ligt een handdoek op. En op het bureau staat een flesje water voor als ze dorst heeft.

Meestal reserveert Clare een kamer met ontbijt in ons hotel. Maar gisteren was het een beetje anders. Toen hoefde ik niet voor ontbijt te zorgen. Want ik ging met Clare ontbijten in een restaurant. Mama en Lucy gingen ook mee. Het was een heel mooi restaurant. En het eten was echt zoals het hoort in een restaurant. Ik heb een pannenkoek gegeten met stroop erop. Ik heb ook veel sap gedronken. Toen we naar huis gingen was mijn buik net een ballon. Ik ben eerst maar even gaan slapen. Toen ik wakker werd was mijn buik iets kleiner.

Gisterenavond is Clare weer weggegaan met het vliegtuig. Vandaag ga ik haar kamer opruimen. En klaarmaken voor de gast. Papa helpt daar soms bij. Maar nu kan dat niet. Want papa is ook weg met het vliegtuig. Hij is in Zwitserland. Dat is aan de andere kant van de wereld. Ik heb hem net even gebeld om te vragen hoe het met hem gaat. Het gaat goed met hem. Hij zegt dat Zwitserland een mooi land is. 

In Zwitserland slaapt papa ook in een hotel denk ik. Ik hoop dat de baas van het hotel goed voor hem zorgt. En dat het eten in het restaurant lekker is. Maar ik denk toch dat hij daarna weer graag naar huis komt. Ik zal met mama zorgen dat zijn bed opgemaakt is Met een handdoek en een flesje water. 

Want het beste hotel in de hele wereld is bij ons thuis.

Thursday, April 7, 2016

Mijn leven als reisleider


De afgelopen week was ik de reisgids voor opa en oma. Papa was de chauffeur. Mama deed aan persoonlijke begeleiding. We waren een goed team. Vandaag zijn we weer teruggekomen in Amman. Nu kan ik eindelijk een beetje uitrusten. En weer in mijn eigen bed slapen.

Ik heb opa en oma heel het land laten zien. Het kasteel van Karak. De diepe dalen van Dana. De paleizen van Petra. En de woeste woestijn van Wadi Rum. Ze keken hun ogen uit. Dat is logisch, want zoiets hadden ze nog nooit gezien.

Ik heb goed voor opa en oma gezorgd. Elke dag was er lekker eten. Er was zelfs patat bij het ontbijt. Ik denk dat opa en oma dat het allerlekkerst vonden.

Maar ik wilde ze ook niet te veel verwennen. Anders vinden ze straks hun huis in Nederland niet meer mooi. Eerst sliepen we in mooie hotels. Maar in Wadi Rum moesten ze in een tent slapen. Ze klaagden wel een beetje dat de bedden kraakten en de lakens niet schoon waren. Ik heb er stiekem om gelachen. Want ik had mijn campingbedje en mijn eigen lakens bij me.

We gingen eten bij een bedoeïen. Dat is iemand die altijd aan het kamperen is. Hij heette Khaled en kon heel mooi zingen. Hij kon ook lekker eten koken. Hij stopte al het eten in een vuur onder de grond. En een tijdje later was het eten klaar. Ik vond vooral de rijst lekker.

Reisleider zijn is best vermoeiend. Soms kon ik echt niet meer. Dan viel ik zomaar in slaap in mijn stoeltje. Of als ik bij iemand op schoot zat. Maar de rest van de tijd heb ik goed mijn best gedaan om ze alles te laten zien. Mama hielp ze om alle indrukken te verwerken. En papa heeft ze overal veilig naartoe gereden. Onderweg heb ik veel nieuwe liedjes geleerd van oma. Die ken ik nu uit mijn hoofd.

Morgen gaan opa en oma weer naar Nederland. Papa vindt dat hun leven nu een beetje completer is. Ik weet niet zo goed wat dat betekent, maar het klinkt wel mooi. Ik hoop dat ze nog heel lang zullen terugdenken aan hun vakantie in Jordanië. Ik zal ook altijd aan hen blijven denken. En als ik ze mis, ga ik gewoon een van oma's liedjes zingen.

Thursday, March 31, 2016

Een domme oma


De opa's en oma's zijn aangekomen. Ze hadden koffers vol cadeautjes bij zich. Iedere dag krijg ik een ander cadeautje. Ze zijn allemaal heel erg mooi. Vandaag kreeg ik het grote boek van Jip en Janneke. Het is nog groter dan de kinderbijbel. Het zal wel heel lang duren voordat ik alle verhalen uit dit boek heb gelezen.

Opa en oma weten niet zo veel van Jordanie. Maar ik help ze wel. Gisteren heb ik ze de Dode Zee laten zien. Eigenlijk is het water in deze zee heel vies. Dat zegt mama tegen mij. Daarom mag ik er niet in zwemmen. Opa en oma zijn een beetje eigenwijs. Zij gingen er toch in zwemmen, Toen klaagde oma dat haar ogen prikten. Dat is eigenlijk gewoon haar eigen schuld.

Daarna deden ze nog iets dommers: ze gingen zich insmeren met vieze modder. Ze werden helemaal zwart. Net zo zwart als zwarte piet. Het zag er echt heel vies uit. Ik kon het bijna niet aanzien. Daarna gingen ze zich schoonspoelen. Ze vonden het heel grappig, want ze moesten steeds lachen. Ik vond er niets grappigs aan. Het was gewoon vies.

Ik ben met mama in het zwembad gaan zwemmen. Daar was het water wel schoon. Oma kwam ook nog even zwemmen. Ik heb eerst gekeken of er geen modder meer op haar badpak zat. Maar gelukkig was het weer schoon.

Daarna gingen we naar een stad. Daar gingen we een museum en een kerk bekijken. Oma moest eerst naar de WC. Maar toen is er iets heel ergs gebeurd. Ze lette niet goed op en toen is haar telefoon is in de WC gevallen. Hij was helemaal nat en vies. En hij stonk ook verschrikkelijk. Oma zat er een beetje over te klagen. Ik heb net gedaan of ik het erg jammer vond. Maar eigenlijk vind ik het wel meevallen. Want zeg nou zelf, wat is er nu erger: modder op je lijf of poep op je mobiel?

Saturday, March 26, 2016

Hoog bezoek


Het heeft heel lang geduurd. Ik ben al weken nachtjes aan het aftellen. Maar nu is het nog maar 1 nachtje. Dan komen opa en oma. Zij komen op visite bij ons in Jordanie.

Ik ben heel druk geweest met de voorbereidingen. Vanmorgen moest ik al vroeg op, want een meneer kwam een bus brengen. Samen met papa moest ik kijken of het een goede bus was. En of er geen deuken in zaten. We zijn er samen omheen gelopen. De bus zag er mooi uit. Dus papa heeft het contract getekend en ik heb de sleutel gekregen van de meneer.

Daarna moesten we naar de buurvrouw om een bed en een matras op te halen. En ook kussen en lakens. Ik heb het allemaal in de lift gelegd en naar de juiste verdieping gestuurd. Ik zelf ging met de trap, want er was geen plaats meer in de lift.

Mijn eigen bed staat nu op de kamer van papa en mama. Want opa en oma gaan in mijn kamer slapen. De andere opa en oma gaan in de kamer van Clare. Ik noem het Clare's kamer, omdat Clare vaak bij ons komt logeren. Maar nu wordt het even opa en oma's kamer.

Het was een enorm werk om alle bedden op te maken. Ik heb de grond geveegd met de grote bezem. En daarna ging ik ook nog de koelkast schoonmaken. Dat vond ik wel een beetje overdreven, want hij was niet echt vies. Maar ja, papa en mama wilden het toch, dus ik heb het maar gedaan.

Opa en oma zitten nu in het vliegtuig. Vanavond gaat papa ze ophalen met de grote bus. En als ik morgen wakker word, zijn ze er. Ik hoop dat ik een cadeautje van ze krijg. Maar dat weet ik niet zeker. En papa en mama hebben er niets van gezegd.

Daarna gaan we op vakantie met de bus. We gaan slapen in een hotel. Voor opa en oma is dat bijzonder. Maar ik ben dat wel gewend. Ik zal hen wel uitleggen hoe het er in een hotel aan toe gaat. Er is ook een zwembad. Dat vind ik het allerleukst. En we gaan eten in een restaurant. Als opa en oma niet weten hoe dat werkt, mogen ze het altijd aan mij vragen.

Het regent wel een beetje bij ons. Ik hoop dat opa en oma daar niet verdrietig van worden. In ons huis is het gelukkig droog en warm. En er zijn turtles. Die ga ik aan hen laten zien. Dan worden ze vast heel blij.

Saturday, March 12, 2016

De dieren thuis


De dierentuin is leuk. Soms gaan we er naar toe. Er zijn apen en leeuwen. En ook hele grote vogels met een oranje snavel. Maar nu hoef ik er eigenlijk niet meer heen. Want thuis heb ik ook allemaal dieren.

We gingen naar een straat die vol is met dierenwinkels. Wel honderd denk ik. Bij alle winkels hingen vogelkooitjes. In het raam zwommen vissen. Sommige waren heel groot. Er waren ook honden en poezen. Er waren twee kleine witte poesjes in een kooi. Ze waren heel lief. Maar die gingen we niet kopen.

We gingen naar een speciale winkel voor schildpadden. Daar mocht ik vier kleine schildpadjes uitkiezen. Ze zijn net zo klein als mijn hand. Dus best wel groot. En we kochten ook een gele vogel. Hij zat in een rood kooitje. We hebben het allemaal in de auto mee naar huis genomen. Onderweg stond de vogel naast mij op de achterbank. Hij zag er een beetje bang uit. Ik heb heel lief naar hem gekeken, maar het hielp niet.

Thuis ging ik met papa stenen zoeken in de tuin. Toen ging hij met de gieter water in het aquarium doen. En daarna legde hij de stenen op elkaar. Eerst rolden ze allemaal om. Toen ging mama het proberen. Die heeft wat meer geduld. Toen lukte het wel. En daarna deed papa de schilpadden erin. Ze gingen gelijk zwemmen. Ik kon het zien door het raam. 

Als ze moe zijn, gaan ze op een steen zitten. Dat is net zoiets als mijn bed zeg maar. Daar ga ik ook naar toe als ik wil uitrusten.

Iedere dag geef ik een beetje eten aan de schildpadden. Het komt uit een potje. En het stink nog erger dan een luier. Maar de schildpadden vinden het toch lekker. Ze zijn dus wel een beetje raar.

Elke dag ga ik kijken naar de schildpadden. Dan zeg ik met mijn liefste stem: kom maar turteltje. Ze kunnen heel goed zwemmen. Ze hoeven geen zwembandjes om. Mama heeft met de stenen een brug gebouwd in het aquarium. Heel soms zwemmen ze daar doorheen. 

De gele vogel staat ook in de kamer. Hij fluit heel hard. En soms doet hij niets. Dan zijn zijn veren heel dik en zie je zijn ogen niet. Maar als hij fluit doet hij zijn bek in de lucht. 

Ik vind deze dieren erg leuk. En papa en mama ook. Ik denk eigenlijk dat zij het nog leuker vinden dan ik. Maar dat zeg ik natuurlijk niet,

Saturday, February 27, 2016

De preek van de week


Gisteren heb ik weer in de tuin gespeeld. Dat was heel lang geleden. Eerst was het koud. En het regende veel. Toen was het niet fijn in de tuin. Maar nu is het lente. Ik heb in de zandbak gespeeld. En bloemen geplukt. Ik werd er blij van. Maar ik werd wel een beetje gestoord.

Het was vrijdagmiddag. Dat is eigenlijk net als zondag. Mensen gaan dan naar de kerk. Het is niet een echte kerk. Het heet een moskee. Ze gaan er elke dag heen. Maar op vrijdag gaan er extra veel mensen. Soms is het zo druk dat de mensen op straat moeten zitten. Ze zitten dan allemaal op een rijtje. Het lijkt net een school.

Ik denk dat de vloer in de moskee niet zo schoon is. Want de mensen nemen altijd een eigen kleed mee om op te zitten. Dan blijven ze mooi schoon.

Er is een meneer die hard schreeuwt door een luidspreker. Ik kan het zelfs in de zandbak horen. Dat is niet zo fijn. Soms praat de meneer even zachtjes, maar daarna direct weer heel hard. Hij schreeuwt van alles. Ik versta het niet. Maar hij wil wel dat iedereen het hoort. Het klinkt best lelijk. En het duurt heel lang.

Als de preek eindelijk is afgelopen, gaan de mensen naar huis. Ze lopen  met hun kleedje onder hun arm over straat. Sommigen hebben een baard. Niet zo'n korte die papa soms heeft, maar juist een hele lange. En ze hebben een jurk aan.

Als ze thuis zijn, trekken ze weer gewone kleren aan. En dan kan ik eindelijk weer rustig verder spelen in mijn zandbak.

Sunday, February 14, 2016

Vieze dingen

Chips zijn lekker. Snoepjes ook. En pindakaas. Dat zit op mijn boterham als ik naar school ga. Maar er zijn ook veel dingen in Jordanie die niet lekker zijn. Helemaal niet. Ze zijn juist vies.

Koffie bijvoorbeeld. Het lijkt op het water in de Jordaan. Het is bruin en het stinkt. Ik ga het echt nooit drinken.

De auto's in de stad zijn ook vies. Ik zie ze vanuit het raam door de straat rijden. Sommige auto's maken zwarte rookwolken. Die komen zo omhoog naar ons balkon. Die rook ruikt niet lekker. Gelukkig waait hij snel weer weg.

Soms stinkt het in ons huis ook een beetje. Dat komt omdat mijn emmer met luiers vol is. Dan knoopt papa of mama hem snel dicht en zet hem buiten de deur. Abu Mona komt hem dan ophalen. Hij brengt de zak naar een grote bak buiten op straat. Iedere dag komt er een vuilniswagen en die brengt hem weg.

Ik denk dat Abu Mona geen wasmachine heeft. Want zijn kleren ruiken ook een beetje vies. Er zitten ook gaten in. Hij is best arm. Al zijn verdiende geld stuurt hij op naar zijn familie. Die wonen in Egypte. Daarom heeft hij geen geld om nieuwe kleren te kopen.

Er is nog een ding dat echt heel vies is. Het is het allervieste van de hele wereld. En het zit heel vaak op mijn gezicht. Het komt erop omdat veel vrouwen mij een kus willen geven. Zomaar ineens. In een winkel. Op straat. Of op papa's werk. Dan geven ze zonder te vragen een kus op mijn wang. Dat is nog niet zo heel erg. Het allerergste is dat er een kleverige lipstick op mijn wang achterblijft. Die moet mama of papa dan weer eraf poetsen. Bah!

Ik wil dat dit niet meer gebeurt. Daarom heb ik een nieuw woord geleerd. Als er weer zo'n vrouw op mij afkomt, roep ik heel hard: No Kissing! Hopelijk blijven ze dan van mij af. Ze gaan maar gewoon hun eigen man een kus geven. En als ze naar me luisteren, zeg ik daarna heel lief: I love you too. Want dat heb ik ook pas geleerd.

Tuesday, February 9, 2016

Iedereen gefopt

Heel veel mensen wilden het weten: wat voor cadeau heeft papa gekregen? En sommige mensen dachten dat ik het misschien toch verklapt had. Natuurlijk niet! Het cadeau is heel mooi. Maar ik heb iedereen mooi gefopt.

Papa wilde een cadeau hebben dat je hier niet kunt kopen. Ik denk dat het alleen in Nederland te koop is. Mama heeft aan oma gevraagd om het te kopen. Over heel veel nachtjes komt oma hierheen en dan neemt ze het mee.

Samen met mama heb ik van karton het cadeau nagemaakt. Mama heeft er met grote letters 'Bose' op geschreven. Uit het echte cadeau komt mooie muziek. Maar dit cadeau was nep. Er komt helemaal geen muziek uit. Toch hebben we het ingepakt als een echt cadeau. Papa dacht dat hij een mooi cadeau kreeg, maar toen was het van karton. Hij keek mooi op zijn neus. En ik moest er hard om lachen. Maar als hij echte cadeau krijgt, wordt hij denk ik wel blij.

Ik heb ook nog een mooie boekenlegger voor papa gemaakt. Die was wel echt. Ik heb er een sticker van een vliegtuig en een auto op geplakt. En er staat op: voor de allerliefste papa. Wat dat is hij wel. Nou ja, meestal dan.

's Morgens heb ik een liedje voor papa gezongen. Het heet Happy Birthday to You. Dat zingen we op school ook altijd. Na een tijdje dacht papa dat het liedje uit was, maar ik moest nog verder. Want dan zingen we ook altijd 'Sane Helwe Ye Gamiel'. Dat betekent precies hetzelfde, maar dan in het Arabisch. Dus ik zei tegen papa: No no, niet klaar, Sana Helwa nog. Dat waren wel een beetje veel talen door elkaar. Maar gelukkig begreep papa het. Want hij is niet alleen lief, maar ook best slim. 

Na het liedje gingen we dikke pannenkoeken eten. Met lekker veel stroop. Mama had ze gebakken. En ik had geholpen.

's Avonds kwam Lucy op mij passen. Dan konden papa en mama samen een avondje weg. Het was heel gezellig met Lucy.Maar eerst wilde ik niet dat zij mijn pyjama ging aandoen. Ik heb me verstopt in de tent. Na een tijde moest ik er echt uit van Lucy. Normaal is ze niet zo streng. Maar nu wel, omdat papa en mama er niet waren. Ze zong ook nog een liedje. Dat kende ik niet. Maar het was wel mooi. 

Papa's verjaardag was een heel leuke dag. Ik zou willen dat hij elke dag jarig is. 

Saturday, February 6, 2016

Een groot geheim

Ik heb een geheim. Alleen mama weet het. Verder niemand. En dat moet zo blijven. In ieder geval tot maandag. Want dan is papa jarig.

Deze week was best druk. Samen met mama moest ik op zoek naar een cadeau. Papa had opgeschreven wat hij graag wilde hebben. Ik ben met mama naar de winkels gegaan om het cadeau te vinden. We moesten het stiekem doen, want papa mocht het niet weten. En toen we thuiskwamen, moesten we het cadeau verstoppen. Het ligt nu op een geheime plek. Papa kan het nooit vinden.

Papa wilde toch graag weten wat we gekocht hadden. Hij probeerde het eerst bij mama. Maar die zei niets. En bij mij probeerde hij ook. Maar mijn lippen zaten op slot. Hij is gewoon veel te nieuwsgierig.

Maandagmorgen begint papa's verjaardag. Hij wordt dan heel oud. Mama zegt dat hij al grijze haren en inhammen krijgt. Maar papa zegt dat het niet waar is. Soms draagt papa mij. Dan kijk ik goed naar zijn haren, maar ik heb nog nooit een grijze haar gezien. En wat inhammen zijn, weet ik eigenlijk niet.

We gingen het cadeau van papa ook inpakken. Dat moest gebeuren toen papa weg was. Hij moest vandaag even een boodschap doen. Toen heeft mama snel het cadeau gepakt uit onze schuilplaats. En uit de kast pakte ze de mand met papier. En toen hebben we het heel mooi ingepakt. Maandagmorgen mag papa het cadeau openmaken.

Morgen heb ik een drukke dag. Er moet nog van alles gebeuren voor de verjaardag. 's Avonds gaat papa een taart maken. Als ik nog tijd over heb, ga ik misschien wel een tekening voor hem maken. Dat doe ik dan in mijn tent. Zo blijft het een verrassing voor papa.

Ik vind het wel spannend. Soms wil ik het bijna verklappen. Maar dan doe ik het toch niet. Eigenlijk zou ik het willen opschrijven op mijn blog. Maar papa leest mijn blog ook. Want hij vindt het 'zoooo leuk geschreven', zegt hij dan. Dus ik kan het echt niet opschrijven.

We moeten gewoon wachten op maandag. Dan is het groot feest. Eindelijk mag ik het grote geheim dan verklappen. Maar tot die tijd blijven mijn lippen mooi op slot.

Saturday, January 30, 2016

Een beetje lente


Ik hoopte het heel erg. Maar het kwam niet. Het heeft niet gesneeuwd deze week. Wel een klein beetje, maar veel te weinig voor een sneeuwpop.

Het was wel koud. Op mijn kamer stond een verwarming. Die stond heel de nacht aan. Dat kon ik zien aan het rode lampje. In bed was het lekker warm. Maar buiten niet.

Als je naar buiten ging, was het heel mistig. En heel nat. En soms lag er ijs op straat. Dan kon je uitglijden.

De school was eerst nog open. Maar toen ging hij dicht. De baas van de school heet miss Hanan. Zij vond het te gevaarlijk. Ze was bang dat de kinderen zouden uitglijden. En daarom had ik zomaar twee dagen vrij.

Mama ging op mij passen. En soms papa. We konden niet even naar buiten, want het was veel te koud. Zelf met een muts op was het nog koud. Ik heb geen wanten. Die ben ik pas verloren. Mama vond het heel jammer, want ze pasten zo mooi bij mijn muts.

Toen hield het op met regenen. 's Morgens zag ik de zon al door de ramen. En het was ook niet zo koud meer. Soms hoorde ik een vogel fluiten. Die ging ik dan nadoen: pietepietepiet. Amman werd weer wakker. Er kwamen weer veel auto's op de weg. En de school ging weer open. Gelukkig kon ik weer op school gaan spelen. Want dat had ik best gemist.

Vandaag is het zaterdag. Ik ben met papa en mama naar de stad gegaan. Eerst gingen we in de auto. De zon scheen door het raam precies op mijn gezicht. Dat was best warm. En toen gingen we ergens eten. Ik kreeg pizza en het was heel lekker. En een beker met een rietje. Daar zat sinaasappelsap in. Papa zei dat het nep was. Maar het smaakte best.

Ik ben blij dat de kou bijna over is. Ik denk dat het snel lente wordt. De zon is er al. En het is ook al een beetje warmer. Nog even en ik kan weer in de tuin spelen. En ook in de zandbak. Dat is al heel lang geleden. Ik heb er veel zin in..

Saturday, January 23, 2016

Er komt een sneeuwstorm


Iedereen hier in Amman praat erover: het wordt koud! Eigenlijk is het dat al, maar nu gaat het ook sneeuwen. Vandaag begon het te regenen. Misschien is dit wel het begin.

Ik hoop dat er veel sneeuw komt. Maar ik hoop het ook niet. Want dan kan ik niet naar school. Als het sneeuwt in Jordanie moet iedereen thuisblijven van de koning. Want hij vindt het gevaarlijk om naar buiten te gaan. De koning zorgt goed voor zijn mensen. Maar hij is wel erg streng.

De mensen op papa's werk praten al heel lang over de sneeuw. Ze zeggen dat er sneeuwstormen komen. En hoe langer ze praten, hoe groter de stormen worden. Stiekem hopen ze dat het doorgaat, want dan hoeven ze niet te werken.

De sneeuw gaat morgen beginnen. Dat staat in de krant. Maar niemand weet of het echt waar is. Misschien blijft het wel gewoon regenen. Dan kan ik gewoon naar school. Maar misschien ligt er wel een dik pak sneeuw. Dan moet ik thuisblijven. En dan ga ik een sneeuwpop maken in de tuin. Ik heb al een wortel voor zijn neus

Vandaag heb ik niet buiten gespeeld. Want het regende best veel. En ik ben ook een beetje ziek. Ik moet veel hoesten. Mama ging mijn koorts opnemen. Ze zei dat ik een beetje verhoging had. Ik hoop dat het morgen over is. Want dan ga ik of naar school. Of ik ga een sneeuwpop maken. En allebei is leuk.

Ik laat later deze week wel weten of de sneeuw echt is gekomen.

Thursday, January 14, 2016

Verf van Ali

In mijn klas zit een jongen en hij heet Ali. Als ik 's morgens aankom, is hij er al. Hij komt me soms ophalen bij de deur van het lokaal. Dan gaan we samen spelen op het speelkleed. De andere kinderen in de klas zijn ook lief. Maar Ali is mijn vriend.

Pas was Ali jarig. Toen zongen we happy birthday to you voor hem. Ik ken dat al helemaal uit mijn hoofd. Toen ik jarig was kreeg ik cadeautjes. Maar in Jordanie gaat dat anders. Want wie jarig is, geeft juist cadeautjes aan de anderen. Van Ali kreeg ik een rode, plastic doos. Op de voorkant staat een mooie race-auto. En als je hem open doet, zie je potloden, krijtje en verf. Miss Lima deed de doos in mijn Mickey Mouse rugtas. Toen ik thuiskwam, heb ik hem aan mama laten zien.

Ik heb al heel vaak gespeeld met deze rode doos. Met de krijtjes heb ik tekeningen gemaakt. En soms krijg ik een oude trui aan van mama en dan mag ik verven. Dat is het allerleukst. In de doos zit ook een kwast. Daar maak ik schilderijen van.Ze zijn heel mooi, want ik gebruik alle kleuren. Pas heb ik ook de muur van de keuken geschilderd. Die was helemaal wit. Dat is een beetje saai. Nu ziet het er veel mooier uit.

Morgen is Lucy jarig. Zij is de buurvrouw van beneden. Soms komt ze met mij spelen. Ik ga samen met mama pannenkoeken maken voor haar. Die gaan we dan brengen als ontbijt. En ook sinaasappelsap. Ik hoop dat ik er ook wat van mee mag eten. Want pannenkoeken zijn vreselijk lekker. En sinaasappelsap ook. Vandaag heb ik een schilderij gemaakt voor Lucy. Het is een beer met een ballon in zijn hand. Het hele schilderij is nu vol met verf. En mama heeft er iets op geschreven. Ik mag het schilderij bij het ontbijt aan Lucy geven. Met zoveel mooie kleuren is het eigenlijk net een grote-mensenschilderij. Want ik ben ook al heel groot. Kleine kinderen kunnen niet verven. En ze gaan ook niet naar school. En ze gebruiken nog een speen in bed.

Ik heb geen speen meer nodig. Dat is echt iets voor baby's. Eerst was het wel een beetje lastig zonder speen. Maar nu niet meer. Ik slaap weer heel goed. 's Nachts en 's middags ook. Ik neem wel veel dieren mee naar bed. Mijn knuffelaap ligt altijd naast me. En er is ook de grote aap. De blauwe kameel gaat ook altijd mee. En natuurlijk de groene schildpad. Er is haast geen plaats meer voor mij in bed. Maar het is wel gezellig. Ik voel me net een oppasser in een dierentuin. Ik zorg goed voor alle dieren.

En zo is alles toch weer goedgekomen.

Tuesday, January 5, 2016

Nooit meer hetzelfde

Het nieuwe jaar is heel zwaar begonnen. Eerst had ik fijn vakantie en gingen we weg. Maar toen ging ik weer naar school. School is leuk. Ik was blij om miss Lima en de kinderen weer te zien. Maar er is iets anders gebeurd en daar moest ik wel even van slikken.

Een paar dagen geleden zei mama tegen mij dat ik al heel groot was. Dat is natuurlijk fijn. Maar ze zei het op een manier die ik niet helemaal vertrouwde. 'Daar steekt iets achter,' zei ik tegen mezelf. En dat was ook zo.

De dag daarna heeft mama me verteld dat grote kinderen geen speen meer gebruiken. En toen heb ik samen met papa mijn speen in de vuilnisbak gegooid. Zo in een keer, plop! Ik heb nog even gekeken hoe hij daar lag op de bodem van de vuilnisbak. Mijn eigen blauwe speen, mijn vriend, helemaal alleen in die vieze vuilnisbak. Ik was een beetje verdrietig toen papa het deksel er weer op deed.

Die avond kreeg ik een cadeautje. Het is een mannetje met een blauwe broek en een rode pet. En zijn benen hebben dezelfde kleur als mijn pyjama. Hij heet Manuel. Ik weet niet precies waarom, maar toen ik hem openmaakte heb ik hem gelijk zo genoemd. Hij gaat nu mee naar bed. Zogezegd in plaats van mijn speen.

De eerste avond kon ik niet slapen. Ik voelde me zo alleen. Ik moest veel denken aan mijn speen in de vuilnisbak. Misschien lagen er nu wel andere vieze dingen bovenop. Ik was verdrietig, maar ik huilde niet. Ik heb wel papa geroepen. Die kwam even met mij praten. En hij zei ook dat ik al heel groot was en zo.

Gelukkig lagen Manuel en mijn aap nog in bed. Ik heb ze onder de deken gestopt, anders kregen ze het koud. Nadat ik heel lang had liggen denken aan mijn speen ben ik in slaap gevallen.

De volgende dag heb ik nog een paar keer in de vuilnisbak gekeken. Er zat een nieuwe vuilniszak in. De speen was er niet meer. Ik ben hem voor altijd kwijt. Dat is echt verschrikkelijk. Ik had nooit gedacht dat het nieuwe jaar zo zou beginnen.

Nu ben ik wel vrienden geworden met Manuel. Hij is best lief en ook lekker zacht. Toch zal het nooit meer hetzelfde worden. Maar zo gaat het soms in het leven.

Saturday, January 2, 2016

Een koud huis

Gisteren heb ik samen met papa oliebollen gebakken. Op het balkon stond een pan en daar deed papa iets wits in. En na een tijdje kwam er iets bruins uit. Het heet een oliebol. Ik mocht kijken, maar ik moest wel een muts op want het was heel koud.

De oliebollen waren warm. Zo warm zelfs dat ik ze niet gelijk mocht eten. Maar daarna wel. En ik vond ze zo lekker dat ik er wel twee op heb. Toen ik vanmorgen uit bed kwam heb ik gelijk even gekeken of er nog oliebollen over waren. Ze lagen in een schaal in de keuken. Gelukkig lagen er nog een paar in. Ik heb er nog eens twee opgegeten. En ook een appelflap. Toen was mijn buik helemaal vol.

Het is heel koud vandaag. De regen tikt tegen het raam. Soms is er ook hagel en mist en een beetje sneeuw. Ik ben maar niet naar buiten gegaan. Ik heb in huis gespeeld met de klei en naar liedjes geluisterd. In huis is het gelukkig wel warm. En er is ook genoeg te eten en te drinken. 

Pas was het kerst. Toen kwamen er mensen op visite uit Nederland. Het was heel leuk want ze namen cadeautjes mee. En we gingen lekker eten. Papa deed een kalkoen in de oven. Die ging er ook wit in en kwam er bruin weer uit. Maar het duurde wel veel langer dan bij de oliebollen. Ik vind kalkoen erg lekker. Ik hoop dat het snel weer kerst is.

Net voor kerst was papa op bezoek bij de Syrische mensen in dit land. Toen hij terugkwam vertelde hij dat zij geen verwarming hebben net als wij. Hun huizen zijn erg koud en ze moeten heel de dag onder dekens zitten om een beetje warm te blijven. Sommigen hebben zelfs geen huis. Zij wonen in tenten. Daar is het nog kouder. En ze hebben niet genoeg geld om eten te kopen. Ik denk dat zij geen oliebollen konden bakken. Misschien hebben ze wel een beetje honger gehad met kerst.

Ik hoop dat deze mensen in het nieuwe jaar iets meer geld zullen krijgen. En ook dat de winter kort duurt en het snel weer een beetje warmer wordt. Dan hebben ze het niet meer koud en kunnen ze ook weer genoeg eten kopen.