Mijn vader en moeder zijn heel slimme mensen. Ze weten precies wat ze willen. Soms willen ze hetzelfde en soms willen ze wat anders. Als het om mij gaat, willen ze eigenlijk altijd hetzelfde. Dat maakt mijn leven vreselijk lastig. Want het is dan altijd twee tegen een.
Als ik nog niet naar bed wil, willen papa en mama het wel. En als ik wil dat mama mij eten moet geven als papa het doet, doet mama het echt niet. Als ik een snoepje wil, mag het bijna nooit! Van papa niet en van mama ook niet. Er is gewoon geen speld tussen te krijgen.
Terwijl ik bijna begon te denken dat papa en mama altijd hetzelfde denken, gebeurde er iets bijzonders: de kerst kwam eraan. Eerst werd het al koud in huis en gingen we lekker de kachel aan doen. En bij het eten steken we kaarsen aan. Het worden er steeds meer. Eerst brandde er maar 1, maar nu zijn het er al 3. Twee kaarsen branden nog niet.
Toen we boodschappen gingen doen was de winkel helemaal versierd met groene takken. Er zaten ook lampjes in die knipperden. Papa zei tegen mama zeggen dat hij zulke takken best leuk vindt. Mama zei niet zo veel, maar haar gezicht zei genoeg. Mama houdt niet van groene takken. En dus kwamen er geen groene takken in ons huis. En ook geen knipperlichtjes.
Soms hoorde ik papa erover praten met mama. En volgens mij wilde papa er wel een. 'Het zou best leuk zijn voor Aron', zei hij. Mama dacht er erover na, maar ze was niet echt blij. Ik werd niet om mijn mening gevraagd. Dan konden we 'meeste stemmen gelden' doen. En dan was het zeker twee tegen een geworden. Voor grote mensen is de mening van een kind net lucht die voorbij vliegt.
Papa is een slimme man. Hij doet altijd heel lief tegen mama, maar ondertussen maakt hij heel goede plannetjes. Steeds weer noemde hij even die groene takken. Niet te veel, en niet te weinig, precies genoeg om zijn zin te krijgen.
En het is hem gelukt! Ons huis is nu versierd met groene takken. En er zitten ook lichtjes aan. Ik heb ze samen met papa in de vensterbank gelegd en vastgemaakt. De lampjes kunnen knipperen, maar ze kunnen ook niet knipperen. Meestal knipperen ze niet want dat vindt mama fijner.
Eerst vond mama het maar zo zo, maar toen vond ze het toch wel leuk. En ik zag aan haar dat ze het meende. Ik vind het ook leuk. Ik heb kleine cadeautjes in de takken gehangen. Het zijn geen echte cadeautjes, want als je ze uitpakt zit er alleen een stukje piepschuim in. Papa zegt dat ik ze niet uit moet pakken. Dat is weer zoiets onbegrijpelijks. Waarom zou je iets inpakken dat helemaal geen cadeautje is?
Vandaag heb ik gespeeld met de groene takken in de vensterbank. De takken zijn helemaal losgegaan en hangen nu naar beneden. Het ziet er niet zo mooi meer uit. Ik hoop dat papa ze snel maakt, want anders vindt mama het misschien toch niet meer mooi. Ik denk dat hij het vanavond direct weer repareert. Want dan vindt mama het ook weer mooi. En ik ook. En papa ook. Dat is mooi drie tegen nul.
Tuesday, December 15, 2015
Monday, December 14, 2015
De tijger en de kerstman
Ik woon hier al heel lang, maar ik zie steeds weer nieuwe dingen. Pas ging ik met papa en mama naar de dierentuin. Want er is hier een echte dierentuin. Eigenlijk is hij niet heel echt, want hij is niet zo groot. Alle dieren zitten in best wel kleine hokken. En sommige waren wel een beetje dun.
Er was een tijger die heel de tijd langs het hek liep. Hij gromde erg en soms sprong hij met zijn poten tegen het hek aan. Papa zei dat hij honger had. Maar ik mocht hem niet voeren van papa. Anders had ik hem gerust een banaan gegeven. Op school hebben we ook een tijger, maar die is niet echt. Hij gromt niet en kan niet zelf lopen.
Er waren ook hele grote vogels in de dierentuin. Ze heten zee-arenden. Ze hadden donkere vleugels en een witte kop. Dat is precies andersom als bij zwarte piet. Die was hier pas ook, maar dat is weer een ander verhaal.
Ik heb ook heel lang gekeken bij de apen. Het waren er heel veel, wel meer dan de kinderen in mijn klas. Ze waren heel lief aan het spelen. Er was ook een baby-aap. Zijn moeder zorgde goed voor hem want ze hield hem steeds bij zijn staart vast.
In de dierentuin was ook een vliegtuig. Het draaide rond en ging de lucht in. Nou ja, een beetje dan. Eigenlijk was het een super nep vliegtuig. Ik wilde er niet in, want ik ben een echt vliegtuig gewend. Dat is veel mooier.
Ik vond het erg leuk in de dierentuin. En nu vraag ik iedere dag 'nog een keer dierentuin?'. Tot nu toe krijg ik daar weinig reactie op.
Vanmorgen gingen we koffie drinken bij Karibu. Dat is een koffietentje hier net naast de deur. Ik kom er best vaak en de meneer daar kent mij wel. Maar deze keer was het anders. Want voor de Karibu was nu ineens een andere winkel. Er lagen allemaal spullen op dozen en in kratten. Er was een sneeuwpop met lichtjes erin. En er was een kerstman die steeds heel langzaam omhoog en omlaag ging. Er was een kerstboom met allemaal hoofden van kerstmannen erin. En lichtjes die steeds aan en uit gingen.
Ik vond het zo mooi dat ik eigenlijk niet naar binnen wilde bij Karibu. Papa wilde toch koffie gaan drinken. Hij snapt denk ik niet dat ik nog nooit een sneeuwpop heb gezien. En het is dus belangrijk voor mij om te ontdekken wat een sneeuwpop is. En een kerstman. Een collega van papa had gezegd dat hij Kerstman wil spelen. Toen had papa nee gezegd, want wij doen niet aan de kerstman. Dat is echt wel jammer, want ik vind de kerstman supermooi.
Maar gelukkig heb ik wel Sinterklaas gezien. Hij was hier even op bezoek en ik kreeg een boek van Jip en Janneke. Ik was niet bang van Sinterklaas. Maar hij had wel een gekke snor, die zakte een beetje naar beneden. Samen met zwarte piet heb ik een tekening gemaakt. Er waren ook andere pieten in andere kleuren. Maar die zijn niet echt en daarom heb ik ook niet met hen gepraat. Want roze pieten zijn nep. En de kerstman ook. Geef mij maar sinterklaas. En een echte zwarte piet. En een echte tijger.
Friday, December 4, 2015
Een koffer vol
Het was een heel gesjouw. De koffers pasten maar net in de auto. En 1 koffer was helemaal van mij. Er zaten geen kleren in, die zaten in een andere koffer. In mijn koffer zaten allemaal cadeautjes. Die had ik gekregen omdat ik twee geworden was.
Mijn verjaardag was het allerleukste van de vakantie in Nederland. Oma had een taart gemaakt met een auto erop. Het was wel een beetje jammer dat papa die auto in stukken sneed en iedereen een stukje ging opeten. Nu kan ik er niet meer mee spelen. Maar gelukkig kreeg ik wel veel andere auto's. En ook een garage. En een trein. En een kleurboek van Winnie de Poeh. En nog veel meer eigenlijk, maar dat ben ik nu vergeten. Het was een koffer vol.
Het was leuk om in Nederland te zijn. Ik heb veel schapen en koeien gezien. En de poezen waren een beetje schoner dan hier. Ik heb ontdekt dat er in Nederland nooit zon is, alleen maar wolken en regen. En het is er ook altijd koud. Maar ik heb een nieuwe sjaal gekregen. Hij is grijs met blauw en hij is heel warm.
Eerst ging ik bij de ene opa en oma op bezoek. Daar ging ik bijna elke dag met Matthanja spelen. Hij is mijn vriend. Het was meestal heel leuk om met hem te spelen. Maar niet altijd. Ik had een rode bulldozer gekregen voor mijn verjaardag. Ik was ermee aan het spelen, maar Matthanja wilde hem ook. Toen gingen we er allebei hard aan trekken. En toen brak de bulldozer ineens in twee stukken. Matthanja was geschrokken en ik moest erom huilen. Mama zei tegen papa: 'ik dacht al dat het een beetje slechte kwaliteit is'. Dus het was te verwachten. Daarna kreeg ik een nieuwe auto. Voor de zekerheid heb ik hem nooit aan Matthanja laten zien.
Daarna gingen we naar de andere opa en oma. Op de eerste dag moest ik met mama naar het ziekenhuis. Niet omdat ik ziek was, maar omdat ik een prik moest krijgen. Twee prikken eigenlijk. Er kwamen twee mannen in witte jassen en ze prikten tegelijk in mijn beide benen. Ze hadden verwacht dat ik zou gaan huilen. Maar ze wisten niet dat ik al 2 jaar was. Dan huil je niet meer voor zo'n klein beetje pijn. Ik kreeg op allebei mijn benen een pleister. Maar die zijn er nu al lang weer af.
Bij de andere opa en oma heb ik heel vaak naar de vogels van opa gekeken. Sommige zitten in een heel groot hok. En opa heeft ook kleine hokken. Van opa heb ik een mooi boek gekregen met foto's van vogels. Daar kijk ik nu iedere dag even in. Dan kan ik aan de vogels denken. En ook aan opa natuurlijk.
Toen de vakantie om was, gingen we weer naar het vliegveld. Al mijn cadeaus gingen in een koffer en die gaf papa aan een mevrouw achter een hoge tafel. Toen gingen we nog even koffie drinken en heb ik heel veel mensen een knuffel gegeven. Daarna moesten we echt gaan. Ik heb heel hard 'doei doei' geroepen en iedereen was aan het zwaaien. Daarna zag ik ze niet meer.
We kwamen 's avonds laat weer aan in ons huis. Ik ben gelijk naar mijn speelgoed gehold. Het was zo leuk om het weer te zien, dat ik eerst een tijdje stil heb staan kijken. Daarna gingen we de koffers uitpakken. Dat was echt een groot feest. Eigenlijk moest ik al lang naar bed, maar deze keer mocht ik wel even opblijven. Al mijn cadeaus kwamen tevoorschijn. Steeds als er iets uit de koffer kwam riep ik 'O ja, die!' Toen de koffer leeg was, ben ik toch maar gaan slapen. Heerlijk in mijn eigen bed. Mijn aap was ook weer meegekomen uit Nederland. En terwijl ik in bed lag heb ik nog even gekeken naar mijn mooie tent. Ik ben heel blij dat we weer terug zijn.
Mijn verjaardag was het allerleukste van de vakantie in Nederland. Oma had een taart gemaakt met een auto erop. Het was wel een beetje jammer dat papa die auto in stukken sneed en iedereen een stukje ging opeten. Nu kan ik er niet meer mee spelen. Maar gelukkig kreeg ik wel veel andere auto's. En ook een garage. En een trein. En een kleurboek van Winnie de Poeh. En nog veel meer eigenlijk, maar dat ben ik nu vergeten. Het was een koffer vol.
Het was leuk om in Nederland te zijn. Ik heb veel schapen en koeien gezien. En de poezen waren een beetje schoner dan hier. Ik heb ontdekt dat er in Nederland nooit zon is, alleen maar wolken en regen. En het is er ook altijd koud. Maar ik heb een nieuwe sjaal gekregen. Hij is grijs met blauw en hij is heel warm.
Eerst ging ik bij de ene opa en oma op bezoek. Daar ging ik bijna elke dag met Matthanja spelen. Hij is mijn vriend. Het was meestal heel leuk om met hem te spelen. Maar niet altijd. Ik had een rode bulldozer gekregen voor mijn verjaardag. Ik was ermee aan het spelen, maar Matthanja wilde hem ook. Toen gingen we er allebei hard aan trekken. En toen brak de bulldozer ineens in twee stukken. Matthanja was geschrokken en ik moest erom huilen. Mama zei tegen papa: 'ik dacht al dat het een beetje slechte kwaliteit is'. Dus het was te verwachten. Daarna kreeg ik een nieuwe auto. Voor de zekerheid heb ik hem nooit aan Matthanja laten zien.
Daarna gingen we naar de andere opa en oma. Op de eerste dag moest ik met mama naar het ziekenhuis. Niet omdat ik ziek was, maar omdat ik een prik moest krijgen. Twee prikken eigenlijk. Er kwamen twee mannen in witte jassen en ze prikten tegelijk in mijn beide benen. Ze hadden verwacht dat ik zou gaan huilen. Maar ze wisten niet dat ik al 2 jaar was. Dan huil je niet meer voor zo'n klein beetje pijn. Ik kreeg op allebei mijn benen een pleister. Maar die zijn er nu al lang weer af.
Bij de andere opa en oma heb ik heel vaak naar de vogels van opa gekeken. Sommige zitten in een heel groot hok. En opa heeft ook kleine hokken. Van opa heb ik een mooi boek gekregen met foto's van vogels. Daar kijk ik nu iedere dag even in. Dan kan ik aan de vogels denken. En ook aan opa natuurlijk.
Toen de vakantie om was, gingen we weer naar het vliegveld. Al mijn cadeaus gingen in een koffer en die gaf papa aan een mevrouw achter een hoge tafel. Toen gingen we nog even koffie drinken en heb ik heel veel mensen een knuffel gegeven. Daarna moesten we echt gaan. Ik heb heel hard 'doei doei' geroepen en iedereen was aan het zwaaien. Daarna zag ik ze niet meer.
We kwamen 's avonds laat weer aan in ons huis. Ik ben gelijk naar mijn speelgoed gehold. Het was zo leuk om het weer te zien, dat ik eerst een tijdje stil heb staan kijken. Daarna gingen we de koffers uitpakken. Dat was echt een groot feest. Eigenlijk moest ik al lang naar bed, maar deze keer mocht ik wel even opblijven. Al mijn cadeaus kwamen tevoorschijn. Steeds als er iets uit de koffer kwam riep ik 'O ja, die!' Toen de koffer leeg was, ben ik toch maar gaan slapen. Heerlijk in mijn eigen bed. Mijn aap was ook weer meegekomen uit Nederland. En terwijl ik in bed lag heb ik nog even gekeken naar mijn mooie tent. Ik ben heel blij dat we weer terug zijn.
Thursday, November 26, 2015
Schapen, eenden en Mickey Mouse
Deze blog schrijf ik vanuit het huis van opa en oma. Ik ben even in Nederland, want ik was jarig en dat wilde ik graag vieren met mijn familie. Papa en mama hebben verteld dat ik twee jaar geleden in dit land ben geboren. Ik kan me er weinig van herinneren, maar een bezoek aan mijn thuisland is een hele belevenis.
Vind je het niet koud hier?, vraagt iedereen. Dat is zo'n rare grote-mensenvraag. Want in elke kamer staat een verwarming aan en in mijn bed ligt een enorm dikke deken. Ik heb het heerlijk warm.
Wat ook een beetje raar is, is dat mensen steeds moeten lachen als ik 'thank you' zeg. Ik heb op school geleerd dat ik dat moet zeggen als ik iets krijg. Dan doe ik dat netjes en dan gaat iedereen erom lachen....
Op mijn verjaardag gingen we taart eten. Hij zag er wel anders uit dan de taarten bij ons Jordanië, maar hij smaakte toch goed. Er zat iets wits op en het was heel lekker. Papa vertelde dat het slagroom heet. Het is best jammer dat ze in Jordanie geen slagroom maken.
Pas ging ik wandelen in het weiland. Toen heb ik heel veel schapen gezien. Ze waren een beetje dikker dan de schapen in Jordanië. Ze stonden niet op een berg, maar op een plat stuk land en het gras was niet bruin maar groen. Er zwommen ook eenden in een weg van water. Die had ik alleen nog maar op plaatjes gezien. Maar nu weet ik dat ze heel hard kwaken en ze kunnen ook vliegen. Dat lijkt een beetje op een vliegtuig. Eerst gaan ze heel hard vooruit en dan gaan ze langzaam omhoog. Maar in een eend kun je niet zitten, in een vliegtuig wel.
Ik ben hier gekomen met het vliegtuig. Het was een lange reis, maar ik had gelukkig veel speelgoed bij me. En ik mocht wel twee filmpjes van Mickey Mouse kijken. We kregen ook gratis eten van een mevrouw in een rood pakje. Het was niet zomaar 1 bord waar het eten op lag, maar alles zat in losse bakjes met een deksel waar je doorheen kon kijken. Het lekkerst vond ik het broodje. Later kreeg ik er nog een extra van die mevrouw. En er was ook sinaasappelsap.
Toen we waren aangekomen in Nederland, gingen we eerst onze koffers ophalen. Papa stapelde ze op een karretje en ik mocht er bovenop zitten. Daarna gingen we een deur door en toen zag ik ineens opa en oma. Het was heel leuk dat ik ze nu eindelijk weer in het echt kon zien. En Mattanja was er ook. Ik kreeg van hem een mooie vlag met een sticker. Van de ene oma kreeg ik een knuffelaap en van de andere een ballon met Mickey Mouse erop.
Het is erg leuk om hier in Nederland te zijn. Ik heb gespeeld met Mattanja en met heel veel andere kinderen. En opa en oma lezen heel vaak verhaaltjes voor. Ik heb ook veel cadeautjes gekregen. Ik hoop maar dat ze allemaal in mijn koffer passen.
Over een paar dagen ga ik weer terug naar Jordanië. Daar heb ik wel zin in, want ik wil graag weer in mijn eigen tent spelen. En ik wil praten met Abu Mona. En ik wil ook weer naar school. Volgende week ga ik daar weer naartoe. Ik heb er zin in, want dan mag ik de Mickey Mouse sokken aan die ik samen met papa heb gekocht.
Vind je het niet koud hier?, vraagt iedereen. Dat is zo'n rare grote-mensenvraag. Want in elke kamer staat een verwarming aan en in mijn bed ligt een enorm dikke deken. Ik heb het heerlijk warm.
Wat ook een beetje raar is, is dat mensen steeds moeten lachen als ik 'thank you' zeg. Ik heb op school geleerd dat ik dat moet zeggen als ik iets krijg. Dan doe ik dat netjes en dan gaat iedereen erom lachen....
Op mijn verjaardag gingen we taart eten. Hij zag er wel anders uit dan de taarten bij ons Jordanië, maar hij smaakte toch goed. Er zat iets wits op en het was heel lekker. Papa vertelde dat het slagroom heet. Het is best jammer dat ze in Jordanie geen slagroom maken.
Pas ging ik wandelen in het weiland. Toen heb ik heel veel schapen gezien. Ze waren een beetje dikker dan de schapen in Jordanië. Ze stonden niet op een berg, maar op een plat stuk land en het gras was niet bruin maar groen. Er zwommen ook eenden in een weg van water. Die had ik alleen nog maar op plaatjes gezien. Maar nu weet ik dat ze heel hard kwaken en ze kunnen ook vliegen. Dat lijkt een beetje op een vliegtuig. Eerst gaan ze heel hard vooruit en dan gaan ze langzaam omhoog. Maar in een eend kun je niet zitten, in een vliegtuig wel.
Ik ben hier gekomen met het vliegtuig. Het was een lange reis, maar ik had gelukkig veel speelgoed bij me. En ik mocht wel twee filmpjes van Mickey Mouse kijken. We kregen ook gratis eten van een mevrouw in een rood pakje. Het was niet zomaar 1 bord waar het eten op lag, maar alles zat in losse bakjes met een deksel waar je doorheen kon kijken. Het lekkerst vond ik het broodje. Later kreeg ik er nog een extra van die mevrouw. En er was ook sinaasappelsap.
Toen we waren aangekomen in Nederland, gingen we eerst onze koffers ophalen. Papa stapelde ze op een karretje en ik mocht er bovenop zitten. Daarna gingen we een deur door en toen zag ik ineens opa en oma. Het was heel leuk dat ik ze nu eindelijk weer in het echt kon zien. En Mattanja was er ook. Ik kreeg van hem een mooie vlag met een sticker. Van de ene oma kreeg ik een knuffelaap en van de andere een ballon met Mickey Mouse erop.
Het is erg leuk om hier in Nederland te zijn. Ik heb gespeeld met Mattanja en met heel veel andere kinderen. En opa en oma lezen heel vaak verhaaltjes voor. Ik heb ook veel cadeautjes gekregen. Ik hoop maar dat ze allemaal in mijn koffer passen.
Over een paar dagen ga ik weer terug naar Jordanië. Daar heb ik wel zin in, want ik wil graag weer in mijn eigen tent spelen. En ik wil praten met Abu Mona. En ik wil ook weer naar school. Volgende week ga ik daar weer naartoe. Ik heb er zin in, want dan mag ik de Mickey Mouse sokken aan die ik samen met papa heb gekocht.
Wednesday, November 18, 2015
Een lange reis
Vandaag ben ik heel vroeg opgestaan. Buiten was het nog donker. En ik was eigenlijk ook nog een beetje moe, maar ik kon echt niet langer blijven liggen. Want vandaag ging ik naar opa en oma. En die wonen heel ver weg.
Gisteren had ik samen met mama mijn koffer al ingepakt. Mijn kleren gingen in een grote koffer en de gele aap mocht er ook bij. En ook nog een pakje appelsap voor onderweg. Papa en mama deden hun kleren er ook bij. En we hebben er ook heel veel cadeautjes bij gedaan.
We gingen met de auto naar het vliegveld. Ahmed de chauffeur lag denk ik nog te slapen, want het was nu een andere meneer. Hij heette Mohamed en hij gaf mij netjes een hand toen ik instapte. Op het vliegveld deed papa alle koffers op een karretje en toen gingen we naar binnen. Daar gaf papa de koffers aan een meneer in een mooi pak. Toen moesten we nog onze paspoorten laten zien aan een andere meneer en daarna waren we ineens bij het vliegtuig.
Het vliegtuig was heel groot en toen we de trap op liepen, was het best een hoop lawaai. Ik vond het een beetje eng want ik had nog nooit een vliegtuig van zo dichtbij gezien. Ik heb thuis een vliegtuig bij mijn speelgoed maar dat is veel kleiner en maakt niet zo'n lawaai.
Toen we binnenkwamen zei een mevrouw op welk stoel ik mocht gaan zitten. Papa en mama zaten naast mij. Na een tijdje ging het vliegtuig nog veel meer lawaai maken en gingen we heel hard rijden. Mijn rug werd zo in de stoel gedrukt en even later waren we in de lucht.
Daarna mocht ik naar een filmpje van Mickey Mouse kijken en toen het klaar was kwam er een meneer langs met een karretje die mij eten gaf. Het waren pannenkoeken en broodjes en sinaasappelsap. Het was heel erg lekker, alleen gooide ik per ongeluk het sinaasappelsap over mama's kleren. Dat was heel jammer, want toen kon ik alleen nog maar water drinken.
Opa en oma wonen heel ver weg want de reis duurde verschrikkelijk lang. Gelukkig mocht ik onderweg ook nog kleien en kleuren en stickers plakken. Het waren stickers van auto's en vliegtuigen in allerlei kleuren. Ik heb er een paar op een papier geplakt en ook een paar op de stoel. Als het vliegtuig straks weer teruggaat naar Jordanië zit er misschien wel een ander jongetje op mijn stoel en dan kan hij mooi naar mijn stickers kijken.
Toen ging het vliegtuig weer landen. Mijn oren deden eerst een beetje zeer, maar dat ging al snel over. Na een tijdje stond het vliegtuig ineens stil en ging de deur open. Ik dacht dat opa en oma buiten zouden staan te wachten, maar dat was niet zo. We moesten eerst nog vreselijk ver lopen. We kwamen in een grote kamers waar allemaal koffers aan het ronddraaien waren. Papa legde onze koffers op een karretje en ik mocht er bovenop zitten. We gingen een hoekje om en toen ging er een deur open en zag ik ineens opa en oma. En ik zag ook mijn grote vriend Matthanja! Dat was een enorme verrassing. Hij mocht naast mij op de koffers gaan zitten en ik kreeg van hem een ballon van Mickey Mouse. En van oma kreeg ik een heel lieve aap in een tasje. Dat waren heel leuke cadeaus.
Het was een erg lange reis en ik moest er heel vroeg voor opstaan. Maar toen ik opa en oma en Matthanja zag, was ik dat allemaal vergeten. Ik was heel blij hen weer te zien. Voor hen reis ik gerust de hele wereld rond.
Vannacht ga ik slapen bij oma en morgen komt er visite. Want morgen is een heel bijzondere dag. Maar daar vertel ik morgen wel meer over. Ik ben nu gewoon te moe om het nog te vertellen.
Gisteren had ik samen met mama mijn koffer al ingepakt. Mijn kleren gingen in een grote koffer en de gele aap mocht er ook bij. En ook nog een pakje appelsap voor onderweg. Papa en mama deden hun kleren er ook bij. En we hebben er ook heel veel cadeautjes bij gedaan.
We gingen met de auto naar het vliegveld. Ahmed de chauffeur lag denk ik nog te slapen, want het was nu een andere meneer. Hij heette Mohamed en hij gaf mij netjes een hand toen ik instapte. Op het vliegveld deed papa alle koffers op een karretje en toen gingen we naar binnen. Daar gaf papa de koffers aan een meneer in een mooi pak. Toen moesten we nog onze paspoorten laten zien aan een andere meneer en daarna waren we ineens bij het vliegtuig.
Het vliegtuig was heel groot en toen we de trap op liepen, was het best een hoop lawaai. Ik vond het een beetje eng want ik had nog nooit een vliegtuig van zo dichtbij gezien. Ik heb thuis een vliegtuig bij mijn speelgoed maar dat is veel kleiner en maakt niet zo'n lawaai.
Toen we binnenkwamen zei een mevrouw op welk stoel ik mocht gaan zitten. Papa en mama zaten naast mij. Na een tijdje ging het vliegtuig nog veel meer lawaai maken en gingen we heel hard rijden. Mijn rug werd zo in de stoel gedrukt en even later waren we in de lucht.
Daarna mocht ik naar een filmpje van Mickey Mouse kijken en toen het klaar was kwam er een meneer langs met een karretje die mij eten gaf. Het waren pannenkoeken en broodjes en sinaasappelsap. Het was heel erg lekker, alleen gooide ik per ongeluk het sinaasappelsap over mama's kleren. Dat was heel jammer, want toen kon ik alleen nog maar water drinken.
Opa en oma wonen heel ver weg want de reis duurde verschrikkelijk lang. Gelukkig mocht ik onderweg ook nog kleien en kleuren en stickers plakken. Het waren stickers van auto's en vliegtuigen in allerlei kleuren. Ik heb er een paar op een papier geplakt en ook een paar op de stoel. Als het vliegtuig straks weer teruggaat naar Jordanië zit er misschien wel een ander jongetje op mijn stoel en dan kan hij mooi naar mijn stickers kijken.
Toen ging het vliegtuig weer landen. Mijn oren deden eerst een beetje zeer, maar dat ging al snel over. Na een tijdje stond het vliegtuig ineens stil en ging de deur open. Ik dacht dat opa en oma buiten zouden staan te wachten, maar dat was niet zo. We moesten eerst nog vreselijk ver lopen. We kwamen in een grote kamers waar allemaal koffers aan het ronddraaien waren. Papa legde onze koffers op een karretje en ik mocht er bovenop zitten. We gingen een hoekje om en toen ging er een deur open en zag ik ineens opa en oma. En ik zag ook mijn grote vriend Matthanja! Dat was een enorme verrassing. Hij mocht naast mij op de koffers gaan zitten en ik kreeg van hem een ballon van Mickey Mouse. En van oma kreeg ik een heel lieve aap in een tasje. Dat waren heel leuke cadeaus.
Het was een erg lange reis en ik moest er heel vroeg voor opstaan. Maar toen ik opa en oma en Matthanja zag, was ik dat allemaal vergeten. Ik was heel blij hen weer te zien. Voor hen reis ik gerust de hele wereld rond.
Vannacht ga ik slapen bij oma en morgen komt er visite. Want morgen is een heel bijzondere dag. Maar daar vertel ik morgen wel meer over. Ik ben nu gewoon te moe om het nog te vertellen.
Saturday, November 14, 2015
Een drukke week
Deze week heb ik het vreselijk druk gehad. Mama was in Afrika. Papa en ik moesten samen het huishouden doen en voor onszelf zorgen. Dat kunnen we best, maar het was wel een hoop werk.
Om te beginnen ben ik elke dag van de week naar school gegaan. Normaal ga ik maar drie dagen per week, maar nu waren het er vijf. Papa ging me steeds wegbrengen met de auto en daarna ging hij naar zijn werk. Aan het begin van de middag kwam hij me weer ophalen en gingen we naar huis. Papa moest eigenlijk werken, dus als ik 's middags ging slapen, ging hij achter z'n computer zitten. Ik heb deze week maar extra lang geslapen, zodat papa genoeg tijd had om te werken. Soms werd ik wel eerder wakker, maar dan speelde ik gewoon nog even met mijn hond of een van de apen. Dan kon papa mooi zijn werk afmaken.
's Avonds moesten we natuurlijk eten koken. Ik ging dan meestal op het aanrecht zitten, om te kijken hoe papa dat deed. Soms wilde ik hem helpen met groente snijden, maar dat mocht niet van hem, dus dat moest hij allemaal alleen doen.
We hebben niet elke dag gekookt. Een dag hebben we patat in de frituurpan gegooid en dat was echt superlekker. Een andere dag hebben we pizza gegeten. Dat vind ik het allerlekkerste eten dat er bestaat.
Iedere dag gingen we na het eten nog even mijn boterhammen voor de volgende dag klaarmaken. Ik heb geholpen met boter smeren. Iedere dag vertelde ik aan papa dat ik er pindakaas op wou, maar soms deed hij toch iets anders. 'Want je kan niet elke dag hetzelfde eten', zei hij dan. Dat is enorm raar, want ik eet ook elke dag boterhammen. Ik heb er maar geen punt van gemaakt, want we hadden het al zo druk deze week.
En er moest nog veel meer gebeuren. We zijn naar de kerk geweest, ik moest bijpraten met Abu Mona, we hebben boodschappen gedaan, de was opgehangen, we hebben mensen op bezoek gehad en ik ben nog gaan spelen bij de buren. En iedere dag gingen we ook even met mama praten op de computer. Haar stem was niet altijd heel duidelijk. Soms zei ze 'Ho - o - o -i A-a-a-a-a-ro- o-o-o-n. En soms zei ze ineens helemaal niets meer. Dan ging papa weer overnieuw bellen.
Mama heeft ook een filmpje gestuurd van twee giraffen. Het was een baby giraffe met zijn mama. Dat filmpje heb ik iedere dag ongeveer 50 keer bekeken. Ik ken het nu helemaal uit m'n hoofd, maar het blijft mooi. En daar was ik dus ook druk mee.
Toen er iemand op bezoek kwam, heb ik een doos met puzzels gekregen, van een nijlpaard, een schildpad en een giraffe (maar papa zegt dat het een zebra is). Het heeft me heel veel tijd gekost om te leren hoe ik deze puzzel kan maken. Iedere morgen als ik opstond rende ik naar mijn tafeltje om het weer te proberen. En nu, aan eind van deze week, is het gelukt! Ik kan alle dieren zelf maken en hoef papa niet meer te vragen om me te helpen. Zo kun je heel wat bereiken in een week.
Morgen ga ik weer naar school. Papa heeft gezegd dat hij me gaat wegbrengen, maar mama komt me ophalen. Dat vind ik erg leuk. Iedere dag heb ik wel even aan papa gevraagd hoe lang het nog duurde voordat mama zou terugkomen. Vanavond zei hij dat het nog maar 1 nachtje is. Gelukkig maar. Als ik haar zie ga ik haar een grote knuffel geven, want ik heb haar wel gemist. Maar het was ook een leuke week want samen met papa heb ik een hoop meegemaakt. Hij had het wel druk omdat mama er niet was, maar gelukkig had hij mij. Ik heb hem met heel veel dingen goed geholpen. Daarom is hij niet zo moe als mama straks thuiskomt.
Om te beginnen ben ik elke dag van de week naar school gegaan. Normaal ga ik maar drie dagen per week, maar nu waren het er vijf. Papa ging me steeds wegbrengen met de auto en daarna ging hij naar zijn werk. Aan het begin van de middag kwam hij me weer ophalen en gingen we naar huis. Papa moest eigenlijk werken, dus als ik 's middags ging slapen, ging hij achter z'n computer zitten. Ik heb deze week maar extra lang geslapen, zodat papa genoeg tijd had om te werken. Soms werd ik wel eerder wakker, maar dan speelde ik gewoon nog even met mijn hond of een van de apen. Dan kon papa mooi zijn werk afmaken.
's Avonds moesten we natuurlijk eten koken. Ik ging dan meestal op het aanrecht zitten, om te kijken hoe papa dat deed. Soms wilde ik hem helpen met groente snijden, maar dat mocht niet van hem, dus dat moest hij allemaal alleen doen.
We hebben niet elke dag gekookt. Een dag hebben we patat in de frituurpan gegooid en dat was echt superlekker. Een andere dag hebben we pizza gegeten. Dat vind ik het allerlekkerste eten dat er bestaat.
Iedere dag gingen we na het eten nog even mijn boterhammen voor de volgende dag klaarmaken. Ik heb geholpen met boter smeren. Iedere dag vertelde ik aan papa dat ik er pindakaas op wou, maar soms deed hij toch iets anders. 'Want je kan niet elke dag hetzelfde eten', zei hij dan. Dat is enorm raar, want ik eet ook elke dag boterhammen. Ik heb er maar geen punt van gemaakt, want we hadden het al zo druk deze week.
En er moest nog veel meer gebeuren. We zijn naar de kerk geweest, ik moest bijpraten met Abu Mona, we hebben boodschappen gedaan, de was opgehangen, we hebben mensen op bezoek gehad en ik ben nog gaan spelen bij de buren. En iedere dag gingen we ook even met mama praten op de computer. Haar stem was niet altijd heel duidelijk. Soms zei ze 'Ho - o - o -i A-a-a-a-a-ro- o-o-o-n. En soms zei ze ineens helemaal niets meer. Dan ging papa weer overnieuw bellen.
Mama heeft ook een filmpje gestuurd van twee giraffen. Het was een baby giraffe met zijn mama. Dat filmpje heb ik iedere dag ongeveer 50 keer bekeken. Ik ken het nu helemaal uit m'n hoofd, maar het blijft mooi. En daar was ik dus ook druk mee.
Toen er iemand op bezoek kwam, heb ik een doos met puzzels gekregen, van een nijlpaard, een schildpad en een giraffe (maar papa zegt dat het een zebra is). Het heeft me heel veel tijd gekost om te leren hoe ik deze puzzel kan maken. Iedere morgen als ik opstond rende ik naar mijn tafeltje om het weer te proberen. En nu, aan eind van deze week, is het gelukt! Ik kan alle dieren zelf maken en hoef papa niet meer te vragen om me te helpen. Zo kun je heel wat bereiken in een week.
Morgen ga ik weer naar school. Papa heeft gezegd dat hij me gaat wegbrengen, maar mama komt me ophalen. Dat vind ik erg leuk. Iedere dag heb ik wel even aan papa gevraagd hoe lang het nog duurde voordat mama zou terugkomen. Vanavond zei hij dat het nog maar 1 nachtje is. Gelukkig maar. Als ik haar zie ga ik haar een grote knuffel geven, want ik heb haar wel gemist. Maar het was ook een leuke week want samen met papa heb ik een hoop meegemaakt. Hij had het wel druk omdat mama er niet was, maar gelukkig had hij mij. Ik heb hem met heel veel dingen goed geholpen. Daarom is hij niet zo moe als mama straks thuiskomt.
Sunday, November 8, 2015
Een heel belangrijk woord
Ik kan steeds meer praten. Eerst wist ik nog niet zo goed hoe ik iets moest zeggen. Maar nu lukt het steeds beter. Korte woorden zijn makkelijk. Maar ik kan ook lange woorden zeggen. Bijvoorbeeld 'pindakaas', en 'tandpasta' en 'caterpillar'. Dat laatste woord staat in een boek over een rups die overal gaatjes in eet. Het is niet zo'n heel belangrijk woord.
Er zijn woorden die je een keer hoort, maar daarna weer vergeet. Deze woorden heb je eigenlijk helemaal niet nodig. Andere woorden vind ik een beetje overdreven. Volgens papa en mama is het belangrijk om 'alstublieft' te zeggen. Maar ik snap niet goed waarom. Dus ik zeg het niet.
Andere woorden zijn wel belangrijk. 'Eten' bijvoorbeeld. Als ik trek krijg, roep ik dat woord een paar keer en dan komt er vanzelf eten.
Een ander woord is 'mooi'. Je kunt dat voor heel veel dingen gebruiken. En als je het zegt, moeten mensen altijd een beetje lachen. Ik zeg het als iemand nieuwe kleren aan heeft. Of als iemand naar de kapper is geweest. Ik zeg het ook als ik een cadeautje krijg van iemand. Het werkt altijd heel goed: je zegt 'mooi' en iedereen vind je direct heel leuk.
Er is 1 woord dat volgens mij het allerbelangrijkste woord in de hele wereld is. Het is een klein woord en heel makkelijk uit te spreken. Je kunt er veel mee zeggen en veel mee bereiken.
Dit woord kun je bij elke gelegenheid gebruiken. Het is enorm belangrijk dat alle kinderen dit woord op jonge leeftijd leren.
Dit woord helpt een kind als ik om op te komen voor mezelf; om me niet te laten onderdrukken door de grote mensen! Het zet een streep onder mijn eigenwaarde!! Het trekt een grens waar anderen die schromeloos overschrijden.
Het is van belang om dit woord met passie en overgave uit te spreken.
Als je als klein kind wilt overleven in deze grote wereld;
als je strijdt voor vrijheid en gelijkheid van het individu;
als je wilt opkomen voor de rechten van het jonge kind;
NEE!!!
Met vriendelijke groet,
Er zijn woorden die je een keer hoort, maar daarna weer vergeet. Deze woorden heb je eigenlijk helemaal niet nodig. Andere woorden vind ik een beetje overdreven. Volgens papa en mama is het belangrijk om 'alstublieft' te zeggen. Maar ik snap niet goed waarom. Dus ik zeg het niet.
Andere woorden zijn wel belangrijk. 'Eten' bijvoorbeeld. Als ik trek krijg, roep ik dat woord een paar keer en dan komt er vanzelf eten.
Een ander woord is 'mooi'. Je kunt dat voor heel veel dingen gebruiken. En als je het zegt, moeten mensen altijd een beetje lachen. Ik zeg het als iemand nieuwe kleren aan heeft. Of als iemand naar de kapper is geweest. Ik zeg het ook als ik een cadeautje krijg van iemand. Het werkt altijd heel goed: je zegt 'mooi' en iedereen vind je direct heel leuk.
Er is 1 woord dat volgens mij het allerbelangrijkste woord in de hele wereld is. Het is een klein woord en heel makkelijk uit te spreken. Je kunt er veel mee zeggen en veel mee bereiken.
Dit woord kun je bij elke gelegenheid gebruiken. Het is enorm belangrijk dat alle kinderen dit woord op jonge leeftijd leren.
Dit woord helpt een kind als ik om op te komen voor mezelf; om me niet te laten onderdrukken door de grote mensen! Het zet een streep onder mijn eigenwaarde!! Het trekt een grens waar anderen die schromeloos overschrijden.
Het is van belang om dit woord met passie en overgave uit te spreken.
Als je als klein kind wilt overleven in deze grote wereld;
als je strijdt voor vrijheid en gelijkheid van het individu;
als je wilt opkomen voor de rechten van het jonge kind;
kortom, als je echt iets wilt betekenen in het leven;
zeg dan minstens honderd keer per dag:NEE!!!
Met vriendelijke groet,
Aron Visser (al bijna 2)
Saturday, November 7, 2015
Het is een beetje stil
Vanmorgen werd ik wakker en ik wist dat er iets aan de hand was. Mama had gisteren al verteld dat het zou gebeuren: mama is weg. Heel ver weg. Ze is met het vliegtuig gegaan. Gisterenavond legde ze me nog op bed en nu ineens was ze er niet meer.
Toen ik wakker werd, riep ik heel hard 'mama!!', maar dat was een beetje dom van mij. Want dat kan mama vast niet horen zo ver weg. Papa kwam me halen. En hij zei wat hij gisteren ook al honderd keer had gezegd: mama is weg. Toen ben ik maar even bij papa in bed gaan liggen. Het was wel een beetje raar dat mama er niet was. Het bed is eigenlijk veel te groot voor papa en mij.
Na een tijdje gingen we ontbijten. Ik hoefde niet in de kinderstoel, maar mocht op mijn kleurstoel zitten. Papa gaf mij eerst koekjes en hij ging zelf koffie drinken. Toen kwam er ineens een berichtje van mama binnen. Ze was in Dubai. Dat is ook best ver weg, maar nog niet zo ver als waar ze naar toe ging. Ze was halverwege zeg maar. Omdat de reis zo lang duurde, ging het vliegtuig even stoppen onderweg. Dat doen we ook als we lang met de auto onderweg zijn. Dan gaan we even lopen en koffie drinken. Mama stuurde een foto uit Dubai. Op de foto zag je mama en een kopje koffie. Ze zag er een beetje moe uit. Dat kwam natuurlijk omdat ze al zo lang op reis was geweest.
Ik vind het een beetje jammer dat mama weg is. Maar het is ook leuk. Want nu ben ik samen met papa en kunnen we echte mannen dingen doen. Ik denk dat we veel patat en pizza gaan eten deze week. En als ik iets graag wil, lukt dat bij papa meestal iets beter dan bij mama. Bij mama heeft het niet zo veel zin om erom te blijven vragen. Bij papa werkt dat soms best goed.
Na het eten gingen we in de auto. Ik mocht mijn nieuwe winterjas aan, want het was heel koud. En het regende ook een beetje. Maar we gingen toch naar buiten want er was een voetbalwedstrijd. En echte mannen houden van voetbal. Toen we bij de voetbalclub aankwamen, zag ik heel veel mensen die ik wel ken. Ahmed de chauffeur was er. En Steve met zijn zere arm. En Suhaib die een beetje Nederlands spreekt. En Khalil die altijd grapjes maakt. Ze zagen er wel anders uit dan normaal. Want ze waren aan het voetballen tegen een ander team en hadden echte voetbalkleren aan. Ze waren niet zo goed, want het andere team maakte allemaal doelpunten. Maar ze werden er niet verdrietig om. En ze bleven proberen om zelf ook een doelpunt te maken. Maar dat lukte niet. Ik heb vanaf de zijkant gekeken. De regen was weg, maar het waaide best heel erg. Ik was blij dat ik mijn winterjas aan had. Ik vond het een beetje zielig voor Ahmed, want hij had alleen maar een shirt en een korte broek aan. En hij is ook heel dun. Hij had het vast een beetje koud.
Daarna zijn we weer naar huis gegaan. Ik ging met de auto's spelen. En we hebben samen de apen op mijn touwladder gezet. En papa ging eten maken, want vanavond komt er visite. Ik heb geholpen om het eten klaar te maken. Vroeger maakten mannen geen eten. Toen deden alleen vrouwen dat. Maar wij zijn moderne mannen en wij kunnen het heel goed. Wij kunnen prima voor onszelf zorgen. Mama komt over een week weer terug. Het gaat best goed komen hier met papa en mij. Maar een beetje stil is het wel...
Toen ik wakker werd, riep ik heel hard 'mama!!', maar dat was een beetje dom van mij. Want dat kan mama vast niet horen zo ver weg. Papa kwam me halen. En hij zei wat hij gisteren ook al honderd keer had gezegd: mama is weg. Toen ben ik maar even bij papa in bed gaan liggen. Het was wel een beetje raar dat mama er niet was. Het bed is eigenlijk veel te groot voor papa en mij.
Na een tijdje gingen we ontbijten. Ik hoefde niet in de kinderstoel, maar mocht op mijn kleurstoel zitten. Papa gaf mij eerst koekjes en hij ging zelf koffie drinken. Toen kwam er ineens een berichtje van mama binnen. Ze was in Dubai. Dat is ook best ver weg, maar nog niet zo ver als waar ze naar toe ging. Ze was halverwege zeg maar. Omdat de reis zo lang duurde, ging het vliegtuig even stoppen onderweg. Dat doen we ook als we lang met de auto onderweg zijn. Dan gaan we even lopen en koffie drinken. Mama stuurde een foto uit Dubai. Op de foto zag je mama en een kopje koffie. Ze zag er een beetje moe uit. Dat kwam natuurlijk omdat ze al zo lang op reis was geweest.
Ik vind het een beetje jammer dat mama weg is. Maar het is ook leuk. Want nu ben ik samen met papa en kunnen we echte mannen dingen doen. Ik denk dat we veel patat en pizza gaan eten deze week. En als ik iets graag wil, lukt dat bij papa meestal iets beter dan bij mama. Bij mama heeft het niet zo veel zin om erom te blijven vragen. Bij papa werkt dat soms best goed.
Na het eten gingen we in de auto. Ik mocht mijn nieuwe winterjas aan, want het was heel koud. En het regende ook een beetje. Maar we gingen toch naar buiten want er was een voetbalwedstrijd. En echte mannen houden van voetbal. Toen we bij de voetbalclub aankwamen, zag ik heel veel mensen die ik wel ken. Ahmed de chauffeur was er. En Steve met zijn zere arm. En Suhaib die een beetje Nederlands spreekt. En Khalil die altijd grapjes maakt. Ze zagen er wel anders uit dan normaal. Want ze waren aan het voetballen tegen een ander team en hadden echte voetbalkleren aan. Ze waren niet zo goed, want het andere team maakte allemaal doelpunten. Maar ze werden er niet verdrietig om. En ze bleven proberen om zelf ook een doelpunt te maken. Maar dat lukte niet. Ik heb vanaf de zijkant gekeken. De regen was weg, maar het waaide best heel erg. Ik was blij dat ik mijn winterjas aan had. Ik vond het een beetje zielig voor Ahmed, want hij had alleen maar een shirt en een korte broek aan. En hij is ook heel dun. Hij had het vast een beetje koud.
Daarna zijn we weer naar huis gegaan. Ik ging met de auto's spelen. En we hebben samen de apen op mijn touwladder gezet. En papa ging eten maken, want vanavond komt er visite. Ik heb geholpen om het eten klaar te maken. Vroeger maakten mannen geen eten. Toen deden alleen vrouwen dat. Maar wij zijn moderne mannen en wij kunnen het heel goed. Wij kunnen prima voor onszelf zorgen. Mama komt over een week weer terug. Het gaat best goed komen hier met papa en mij. Maar een beetje stil is het wel...
Thursday, November 5, 2015
Een grote rivier
Toen ik vanmorgen wakker werd was het nog een beetje donker buiten. Dat kwam niet omdat het nog vroeg was. De lucht was nog donker omdat er zwarte wolken hingen.Het zag er niet zo mooi uit. Een blauwe lucht en zon is veel mooier.
Bij het ontbijt deed papa zelfs het licht aan in de keuken. Want de wolken werden steeds zwarter. En toen ik mijn schoenen aan deed om naar school te gaan, begon het ineens te regenen. Nu heeft het hier al eerder geregend, maar deze keer was anders. De druppels waren heel groot. En het waren er super veel. Ze maakten een hoop lawaai tegen het raam. En na een tijdje werden het zelfs weten witte bolletjes. Dat heet hagel. De hagel klopte heel hard tegen de ruiten.
Maar ik moest natuurlijk wel naar school. Want juf Lima wacht op mij. En ik wil met met Ali en Yousef spelen. Daarom ging mama mij wegbrengen met de auto. Toen we uit de garage reden, lag er een grote plas op straat. Andere auto's reden erdoorheen en het water spatte heel hoog op. Mama reed er ook gewoon doorheen en door het raam zag ik het water wegspuiten.
Toen we onderweg waren ging het zelfs nog harder regenen. Het was een enorm lawaai op het dak van de auto. En de ruitenwissers gingen heel hard heen en weer, maar het raam werd nooit echt droog. Mama moest heel goed uitkijken. We hadden deze keer geen liedjes aan in de auto, want mama moest steeds op de weg letten. Toen we bij een stoplicht onderaan de heuvel kwamen, zag je de weg niet eens. Overal was water. Het was net een grote rivier.
Na het stoplicht ging de weg weer omhoog, en toen kon je de weg weer zien. Daarna waren we al snel op school. Heel veel kinderen waren er nog niet. En de baas van de school, miss Hanan, ook niet. Want de auto's konden niet snel rijden. Gelukkig was miss Lima er wel. In de school was het gelukkig droog. Vandaag konden we niet buiten spelen natuurlijk, maar binnen was het ook leuk.
Mama is daarna weer doorgereden naar haar werk. Later vertelde ze dat er wel 2 uur over had gedaan, terwijl je er normaal maar twee liedjes op de CD over doet. Gelukkig kwam ze toen toch veilig aan op school. Heel veel andere auto's kregen ongelukken. Of ze gingen gewoon wegdrijven. Bij mama's kantoor was een tunnel waar auto's onderdoor rijden, maar die was helemaal volgelopen. En een auto in de tunnel stond helemaal vol met water. De chauffeur moest zwemmend naar buiten.
Na een tijdje is het toch weer droog geworden. Papa zei dat het morgen misschien weer gaat regenen. Ik hoop maar dat het iets minder is dan vandaag. Want een donker huis is niet zo gezellig. En geen liedjes in de auto ook niet.
Bij het ontbijt deed papa zelfs het licht aan in de keuken. Want de wolken werden steeds zwarter. En toen ik mijn schoenen aan deed om naar school te gaan, begon het ineens te regenen. Nu heeft het hier al eerder geregend, maar deze keer was anders. De druppels waren heel groot. En het waren er super veel. Ze maakten een hoop lawaai tegen het raam. En na een tijdje werden het zelfs weten witte bolletjes. Dat heet hagel. De hagel klopte heel hard tegen de ruiten.
Maar ik moest natuurlijk wel naar school. Want juf Lima wacht op mij. En ik wil met met Ali en Yousef spelen. Daarom ging mama mij wegbrengen met de auto. Toen we uit de garage reden, lag er een grote plas op straat. Andere auto's reden erdoorheen en het water spatte heel hoog op. Mama reed er ook gewoon doorheen en door het raam zag ik het water wegspuiten.
Toen we onderweg waren ging het zelfs nog harder regenen. Het was een enorm lawaai op het dak van de auto. En de ruitenwissers gingen heel hard heen en weer, maar het raam werd nooit echt droog. Mama moest heel goed uitkijken. We hadden deze keer geen liedjes aan in de auto, want mama moest steeds op de weg letten. Toen we bij een stoplicht onderaan de heuvel kwamen, zag je de weg niet eens. Overal was water. Het was net een grote rivier.
Na het stoplicht ging de weg weer omhoog, en toen kon je de weg weer zien. Daarna waren we al snel op school. Heel veel kinderen waren er nog niet. En de baas van de school, miss Hanan, ook niet. Want de auto's konden niet snel rijden. Gelukkig was miss Lima er wel. In de school was het gelukkig droog. Vandaag konden we niet buiten spelen natuurlijk, maar binnen was het ook leuk.
Mama is daarna weer doorgereden naar haar werk. Later vertelde ze dat er wel 2 uur over had gedaan, terwijl je er normaal maar twee liedjes op de CD over doet. Gelukkig kwam ze toen toch veilig aan op school. Heel veel andere auto's kregen ongelukken. Of ze gingen gewoon wegdrijven. Bij mama's kantoor was een tunnel waar auto's onderdoor rijden, maar die was helemaal volgelopen. En een auto in de tunnel stond helemaal vol met water. De chauffeur moest zwemmend naar buiten.
Na een tijdje is het toch weer droog geworden. Papa zei dat het morgen misschien weer gaat regenen. Ik hoop maar dat het iets minder is dan vandaag. Want een donker huis is niet zo gezellig. En geen liedjes in de auto ook niet.
Tuesday, October 27, 2015
Sommige dingen wennen nooit
Vorige week zat ik te ontbijten met papa en mama. Ik krijg dan melk met koekjes. Het zijn niet echt lekkere koekjes. Maar ze zijn ook niet vies. Je doet ze eerst in een schaaltje en dan giet je er melk overheen. Eerst zijn de koekjes nog hard, maar nog een tijdje niet meer. De eerste keer proefde het een beetje apart, maar nu ben ik eraan gewend. Eigenlijk zijn alle nieuwe dingen apart... en na een tijdje zijn ze ook gewoon.
Tijdens dat ontbijt zei mama tegen ons dat we al een half jaar in Jordanië wonen. Dat is ongeveer een kwart van mijn hele leven. In april kwamen we hier aan. Toen was ik nog super klein. Ik kon nog niet eens lopen. Er zaten geen stekels in mijn haren. En ik had ook nog geen croqs. En ik was nog nooit naar school geweest. En ik kon nog geen Engels of Arabisch praten. Ik wil niet zeggen dat ik toen dom was, maar wel dat ik nu veel meer weet.
Ik kan nu ook best wel goed praten en dat is fijn. Anders is het zo'n gedoe om uit te leggen wat je wil. Nu is dat heel makkelijk. Met weinig woorden kun je veel zeggen. 'Nee bed' betekent dat ik het nog niet tijd vind om te slapen. 'Zitten' betekent dat ik op het aanrecht wil zitten als papa of mama de vaat doen. Dat is altijd heel gezellig, alleen zijn ze altijd net iets te bang dat ik van het aanrecht val. Dat vind ik nogal overdreven. 'Boekje lezen', 'zitten', 'deur open' spreken natuurlijk voor zich. Op school zeg ik deze dingen ook wel eens, maar er is niemand die me daar begrijpt. Dat is wel ingewikkeld soms. Ik moet hetzelfde dan zeggen in een andere taal. Gelukkig gaat dat de goede kant op. Ik weet dat een leeuw een lion is en in Engels maakt hij hezelfde geluid als in het Nederlands. Gewoon 'waaah' met je mond wijd open. Een Nederlandse koe zegt 'boeoe', maar een Engelse koe zegt 'meueue'. Ik weet niet waarom koeien verschillende talen spreken.
Pas heb ik op school geleerd te tellen. De juf doet dan steeds iets met haar vingers en dan noemt ze de getallen erbij. Dat van die vingers snap ik niet zo goed, maar het tellen is heel leuk. Eerst tellen we van van one to five en dan gaan we allemaal heel hard in onze handen klappen. En daarna van six to ten, en daarna klappen we weer. Ik heb het pas ook aan papa en mama geleerd. Ze weten nu hoe je van een tot tien moet tellen in het Engels. Als ik nog meer nieuwe dingen leer op school, ga ik het papa en mama ook leren.
Er is heel veel gebeurd in deze zes maanden. De school is leuk en mijn kamer en mijn tent ook. En Abu Mona is mijn vriend. En Ahmed de chauffeur is ook heel lief. Maar ik mis Nederland ook wel een beetje. Elke dag praat ik even met papa en mama over opa en oma. Ik zeg dan steeds dat ik graag bij oma wil gaan spelen met de auto's. En ik wil opa z'n vogels weer eens zien. En als papa vraagt wie mijn allergrootste vriend is, zeg ik natuurlijk Matthanja. Maar die is hier niet. Ik heb alleen een foto van hem hangen op mijn kamer. Ik hoop dat ik opa en oma en Matthanja toch snel weer een keer kan zien. Pas hoorde ik papa en mama praten over het vliegtuig en over mijn verjaardag. Ze hebben met nog niets officieel verteld. Maar heel misschien ga ik binnenkort wel even op bezoek in Nederland. Als dat zo is, word ik echt heel blij.
Want alle dingen wennen, ook het leven hier. Maar dat ik zo ver weg ben van opa en oma en Matthanja... dat went misschien wel nooit.
Tijdens dat ontbijt zei mama tegen ons dat we al een half jaar in Jordanië wonen. Dat is ongeveer een kwart van mijn hele leven. In april kwamen we hier aan. Toen was ik nog super klein. Ik kon nog niet eens lopen. Er zaten geen stekels in mijn haren. En ik had ook nog geen croqs. En ik was nog nooit naar school geweest. En ik kon nog geen Engels of Arabisch praten. Ik wil niet zeggen dat ik toen dom was, maar wel dat ik nu veel meer weet.
Ik kan nu ook best wel goed praten en dat is fijn. Anders is het zo'n gedoe om uit te leggen wat je wil. Nu is dat heel makkelijk. Met weinig woorden kun je veel zeggen. 'Nee bed' betekent dat ik het nog niet tijd vind om te slapen. 'Zitten' betekent dat ik op het aanrecht wil zitten als papa of mama de vaat doen. Dat is altijd heel gezellig, alleen zijn ze altijd net iets te bang dat ik van het aanrecht val. Dat vind ik nogal overdreven. 'Boekje lezen', 'zitten', 'deur open' spreken natuurlijk voor zich. Op school zeg ik deze dingen ook wel eens, maar er is niemand die me daar begrijpt. Dat is wel ingewikkeld soms. Ik moet hetzelfde dan zeggen in een andere taal. Gelukkig gaat dat de goede kant op. Ik weet dat een leeuw een lion is en in Engels maakt hij hezelfde geluid als in het Nederlands. Gewoon 'waaah' met je mond wijd open. Een Nederlandse koe zegt 'boeoe', maar een Engelse koe zegt 'meueue'. Ik weet niet waarom koeien verschillende talen spreken.
Pas heb ik op school geleerd te tellen. De juf doet dan steeds iets met haar vingers en dan noemt ze de getallen erbij. Dat van die vingers snap ik niet zo goed, maar het tellen is heel leuk. Eerst tellen we van van one to five en dan gaan we allemaal heel hard in onze handen klappen. En daarna van six to ten, en daarna klappen we weer. Ik heb het pas ook aan papa en mama geleerd. Ze weten nu hoe je van een tot tien moet tellen in het Engels. Als ik nog meer nieuwe dingen leer op school, ga ik het papa en mama ook leren.
Er is heel veel gebeurd in deze zes maanden. De school is leuk en mijn kamer en mijn tent ook. En Abu Mona is mijn vriend. En Ahmed de chauffeur is ook heel lief. Maar ik mis Nederland ook wel een beetje. Elke dag praat ik even met papa en mama over opa en oma. Ik zeg dan steeds dat ik graag bij oma wil gaan spelen met de auto's. En ik wil opa z'n vogels weer eens zien. En als papa vraagt wie mijn allergrootste vriend is, zeg ik natuurlijk Matthanja. Maar die is hier niet. Ik heb alleen een foto van hem hangen op mijn kamer. Ik hoop dat ik opa en oma en Matthanja toch snel weer een keer kan zien. Pas hoorde ik papa en mama praten over het vliegtuig en over mijn verjaardag. Ze hebben met nog niets officieel verteld. Maar heel misschien ga ik binnenkort wel even op bezoek in Nederland. Als dat zo is, word ik echt heel blij.
Want alle dingen wennen, ook het leven hier. Maar dat ik zo ver weg ben van opa en oma en Matthanja... dat went misschien wel nooit.
Saturday, October 24, 2015
Rare cadeautjes
Normaal krijg ik veel cadeautjes. Maar nu was het anders. Want mama was jarig en daarom waren de cadeautjes voor haar. Samen met papa heb ik ze uitgezocht. Niet dat ik veel in te brengen had trouwens, want mama had al gezegd wat ze wilde hebben. En de andere dingen heeft papa uitgekozen. Mijn mening deed er niet toe. Daardoor werden het allemaal rare cadeautjes.
Grote mensen hebben meer verstand dan kleine kinderen. Maar soms doen ze ook extra ingewikkeld. Als ik een cadeautje mocht kiezen zou ik zeggen: een boekje om voor te lezen. Of een auto om mee te spelen. Of een nieuwe knuffel. Daar heb je tenminste wat aan. Maar bij mama's verjaardag ging het anders.
Het eerste cadeau was al lang geleden gekocht. Want het kwam uit Nederland.. En iemand die uit Nederland op bezoek kwam moest het meenemen. Sowieso al behoorlijk ingewikkeld zou ik zeggen. Maar toen mama het uitpakte en aan mij uitlegde wat het was, begreep ik er niets meer van. Het is een klein scherm en daar kun je boeken op lezen. Eerst doe je een stekker in het stopcontact om hem op te laden. Daarna moet je heel vaak op het scherm drukken en dan staat er ineens de eerste bladzijde van een boek. Je kunt wel honderd boeken op dat scherm zetten. Mama zei dat ze dit cadeau al heel lang had willen hebben. Onvoorstelbaar. Wij kinderen krijgen gewoon een boek met echte bladzijden en kleuren en tekeningen. En soms zit er op die bladzijde zelfs iets dat je kunt bewegen. Zoals bij het boek van de vos die z'n sokken kwijt is. Op de ene bladzijde doe ik dan zijn kast open, dan weer de deur onder de trap en dan de klok en aan het eind heeft hij allebei zijn sokken gevonden. Maar bij mama's cadeau zijn er niet eens bladzijden. Alleen een scherm waar je op kunt drukken. Er zijn geen kleuren en geen tekeningen. Ik vind het een erg saai cadeau.
Mama kreeg ook nog een nieuwe auto, of eigenlijk een bus. Geen echte, maar eentje in het klein. Hij zat in een grote doos en op de voorkant stond een foto van de bus. Het is een volkswagenbusje waar je mee kunt kamperen. Mama zei dat ze al heel lang zo'n busje wilde hebben. Ik wilde de doos snel openmaken, maar dat mocht niet. Want de bus was nog niet klaar zei mama. Later maakte ze zelf de doos open en toen bleek dat de bus uit wel duizend stukjes bestaat. En er zit een dik boek bij waarin staat hoe je alles in elkaar moet zetten. Maar in elke speelgoedwinkel kun je gewoon auto's en bussen kopen. De meneer van de fabriek heeft al het werk al gedaan. Dat is veel makkelijker. Nu gaat het mama misschien wel jaren kosten om het busje in elkaar te zetten. En toch was ze er blij mee. Aan haar gezicht zag ik dat ze het nog meende ook.
En verder kreeg mama ook nog iets om op te drinken. Volgens papa was het voor de koude wintermaanden. En ze moest het maar lekker in de vriezer bewaren. Ik was wel benieuwd wat erin zat en ik wilde graag een slokje nemen. Maar je raadt het al... dat mocht weer niet. Volgens papa zou het heel zeer doen in mijn buik. Het is alleen voor grote mensen. Dus grote mensen gaan iets drinken waar je buikpijn van krijgt. En dan zeggen ze nog dat het lekker is ook. Ik zou nooit zo'n cadeau willen hebben.
Mama kreeg ook nog parfum in een piepklein flesje. Dat had ik samen met papa gekocht. Er waren ook grotere flessen, maar papa koos deze. Ik denk dat het zo op is. Ik wilde nog zeggen dat het beter was om de grote fles te kopen. Maar het zou toch weinig zin gehad hebben. Want papa doet precies het tegenovergestelde van wat ik leuk vind. In plaats van een mooi boek met veel kleuren koopt hij een zwart scherm. In plaats van een mooie auto, koopt hij er een die in duizend stukken is gevallen. En hij koopt geen lekkere limonade of sap, maar een drankje waar je buikpijn van krijgt.
Ik vind papa en mama heel lief, maar soms zijn ze echt een raadsel voor mij.
Grote mensen hebben meer verstand dan kleine kinderen. Maar soms doen ze ook extra ingewikkeld. Als ik een cadeautje mocht kiezen zou ik zeggen: een boekje om voor te lezen. Of een auto om mee te spelen. Of een nieuwe knuffel. Daar heb je tenminste wat aan. Maar bij mama's verjaardag ging het anders.
Het eerste cadeau was al lang geleden gekocht. Want het kwam uit Nederland.. En iemand die uit Nederland op bezoek kwam moest het meenemen. Sowieso al behoorlijk ingewikkeld zou ik zeggen. Maar toen mama het uitpakte en aan mij uitlegde wat het was, begreep ik er niets meer van. Het is een klein scherm en daar kun je boeken op lezen. Eerst doe je een stekker in het stopcontact om hem op te laden. Daarna moet je heel vaak op het scherm drukken en dan staat er ineens de eerste bladzijde van een boek. Je kunt wel honderd boeken op dat scherm zetten. Mama zei dat ze dit cadeau al heel lang had willen hebben. Onvoorstelbaar. Wij kinderen krijgen gewoon een boek met echte bladzijden en kleuren en tekeningen. En soms zit er op die bladzijde zelfs iets dat je kunt bewegen. Zoals bij het boek van de vos die z'n sokken kwijt is. Op de ene bladzijde doe ik dan zijn kast open, dan weer de deur onder de trap en dan de klok en aan het eind heeft hij allebei zijn sokken gevonden. Maar bij mama's cadeau zijn er niet eens bladzijden. Alleen een scherm waar je op kunt drukken. Er zijn geen kleuren en geen tekeningen. Ik vind het een erg saai cadeau.
Mama kreeg ook nog een nieuwe auto, of eigenlijk een bus. Geen echte, maar eentje in het klein. Hij zat in een grote doos en op de voorkant stond een foto van de bus. Het is een volkswagenbusje waar je mee kunt kamperen. Mama zei dat ze al heel lang zo'n busje wilde hebben. Ik wilde de doos snel openmaken, maar dat mocht niet. Want de bus was nog niet klaar zei mama. Later maakte ze zelf de doos open en toen bleek dat de bus uit wel duizend stukjes bestaat. En er zit een dik boek bij waarin staat hoe je alles in elkaar moet zetten. Maar in elke speelgoedwinkel kun je gewoon auto's en bussen kopen. De meneer van de fabriek heeft al het werk al gedaan. Dat is veel makkelijker. Nu gaat het mama misschien wel jaren kosten om het busje in elkaar te zetten. En toch was ze er blij mee. Aan haar gezicht zag ik dat ze het nog meende ook.
En verder kreeg mama ook nog iets om op te drinken. Volgens papa was het voor de koude wintermaanden. En ze moest het maar lekker in de vriezer bewaren. Ik was wel benieuwd wat erin zat en ik wilde graag een slokje nemen. Maar je raadt het al... dat mocht weer niet. Volgens papa zou het heel zeer doen in mijn buik. Het is alleen voor grote mensen. Dus grote mensen gaan iets drinken waar je buikpijn van krijgt. En dan zeggen ze nog dat het lekker is ook. Ik zou nooit zo'n cadeau willen hebben.
Mama kreeg ook nog parfum in een piepklein flesje. Dat had ik samen met papa gekocht. Er waren ook grotere flessen, maar papa koos deze. Ik denk dat het zo op is. Ik wilde nog zeggen dat het beter was om de grote fles te kopen. Maar het zou toch weinig zin gehad hebben. Want papa doet precies het tegenovergestelde van wat ik leuk vind. In plaats van een mooi boek met veel kleuren koopt hij een zwart scherm. In plaats van een mooie auto, koopt hij er een die in duizend stukken is gevallen. En hij koopt geen lekkere limonade of sap, maar een drankje waar je buikpijn van krijgt.
Ik vind papa en mama heel lief, maar soms zijn ze echt een raadsel voor mij.
Saturday, October 17, 2015
Papa begrijpt het niet
Mijn papa is best lief, maar er zijn veel dingen in het leven die hij nog niet snapt. Ik vind hem eigenlijk een beetje dom. Want hij maakt zich verschrikkelijk druk om dingen terwijl dat helemaal niet nodig is. Hij wordt er ook heel moe van. Mijn mama is toch een beetje slimmer.
Als papa uit zijn werk komt, gaan we altijd eerst eten. En daarna gaat hij ook met vaak met mij spelen. Maar soms heeft hij daar geen tijd voor. Want dan gaat hij naar 'Total Fitness'. Dat is een gebouw hier net om de hoek. Hij gaat dan in een lift naar de bovenste verdieping. Daar is een grote kamer met veel ramen. En in die kamer staan allemaal apparaten. Sommige lijken op een fiets. Maar als je erop gaat zitten ga je toch niet vooruit. En er is een apparaat waar je heel hard op kunt hollen, maar je komt niets vooruit. Dat is ook altijd zo in mijn dromen. Ik wil dan hard weghollen, maar het kan niet. Ik ben altijd heel blij als de droom over is. Maar papa gaat iedere keer weer terug naar deze apparaten.
Het fietsen en het rennen is heel zwaar. En de zon schijnt door de ramen heen, waardoor het er ook super warm is. Er is in dat gebouw ook een zwembad. Vroeger ging ik daar vaak met mama naar toe, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor. Papa gaat altijd alleen maar voor die zware apparaten en hij gaat niet eens even uitrusten in het zwembad. En als hij thuiskomt, is hij altijd verschrikkelijk moe. Zijn kleren zijn kleddernat van het zweet en ze stinken ook. En dan zegt hij tegen mama: het was heerlijk! Ik val dan echt uit mijn kinderstoel van verbazing.
Bij mij op school kun je ook sporten. Er zijn schommels en glijbanen. En er staan ook huisjes waar je in kunt klimmen. Dat is tenminste leuk sporten. Je wordt er een heel klein beetje moe van, maar niet veel. En als ik het warm krijg, ga ik snel even van de glijbaan. De wind blaast dan door mijn gezicht en dan heb ik het ineens niet meer warm. Ik begrijp niet dat papa ook niet gewoon op schommel of de glijbaan gaat. Steeds weer gaat hij terug naar die grote kamer met die zware apparaten. Hij schiet er echt niets mee op. Sterker nog, hij moet er zelfs voor betalen. Iedere maand moet hij een abonnement kopen. Nu is mijn papa gelukkig nog wel een klein beetje slim, dus hij praat altijd heel aardig tegen die mevrouw in het gebouw en dan krijgt hij korting. Soms hoeft hij minder te betalen. Of een andere keer krijgt hij zomaar een gratis maand erbij. Iedere keer weer probeert mijn papa iets te krijgen en dat lukt hem nog ook. Maar verder blijft dat sporten van hem gewoon enorm dom.
Mama doet zulke dingen niet. Ze betaalt niet, wordt ook niet moe en haar kleren zijn niet nat van het zweet. Misschien moet zij eens aan papa vertellen waarom dat veel slimmer is. Maar dat doet ze niet. Dat is omdat het toch niet uithaalt denk ik. Want papa blijft gewoon die domme dingen doen.
Als ik later groot ben, zal ik proberen het aan hem uit te leggen. Misschien dat hij het ooit gaat begrijpen, maar misschien ook niet.
Als papa uit zijn werk komt, gaan we altijd eerst eten. En daarna gaat hij ook met vaak met mij spelen. Maar soms heeft hij daar geen tijd voor. Want dan gaat hij naar 'Total Fitness'. Dat is een gebouw hier net om de hoek. Hij gaat dan in een lift naar de bovenste verdieping. Daar is een grote kamer met veel ramen. En in die kamer staan allemaal apparaten. Sommige lijken op een fiets. Maar als je erop gaat zitten ga je toch niet vooruit. En er is een apparaat waar je heel hard op kunt hollen, maar je komt niets vooruit. Dat is ook altijd zo in mijn dromen. Ik wil dan hard weghollen, maar het kan niet. Ik ben altijd heel blij als de droom over is. Maar papa gaat iedere keer weer terug naar deze apparaten.
Het fietsen en het rennen is heel zwaar. En de zon schijnt door de ramen heen, waardoor het er ook super warm is. Er is in dat gebouw ook een zwembad. Vroeger ging ik daar vaak met mama naar toe, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor. Papa gaat altijd alleen maar voor die zware apparaten en hij gaat niet eens even uitrusten in het zwembad. En als hij thuiskomt, is hij altijd verschrikkelijk moe. Zijn kleren zijn kleddernat van het zweet en ze stinken ook. En dan zegt hij tegen mama: het was heerlijk! Ik val dan echt uit mijn kinderstoel van verbazing.
Bij mij op school kun je ook sporten. Er zijn schommels en glijbanen. En er staan ook huisjes waar je in kunt klimmen. Dat is tenminste leuk sporten. Je wordt er een heel klein beetje moe van, maar niet veel. En als ik het warm krijg, ga ik snel even van de glijbaan. De wind blaast dan door mijn gezicht en dan heb ik het ineens niet meer warm. Ik begrijp niet dat papa ook niet gewoon op schommel of de glijbaan gaat. Steeds weer gaat hij terug naar die grote kamer met die zware apparaten. Hij schiet er echt niets mee op. Sterker nog, hij moet er zelfs voor betalen. Iedere maand moet hij een abonnement kopen. Nu is mijn papa gelukkig nog wel een klein beetje slim, dus hij praat altijd heel aardig tegen die mevrouw in het gebouw en dan krijgt hij korting. Soms hoeft hij minder te betalen. Of een andere keer krijgt hij zomaar een gratis maand erbij. Iedere keer weer probeert mijn papa iets te krijgen en dat lukt hem nog ook. Maar verder blijft dat sporten van hem gewoon enorm dom.
Mama doet zulke dingen niet. Ze betaalt niet, wordt ook niet moe en haar kleren zijn niet nat van het zweet. Misschien moet zij eens aan papa vertellen waarom dat veel slimmer is. Maar dat doet ze niet. Dat is omdat het toch niet uithaalt denk ik. Want papa blijft gewoon die domme dingen doen.
Als ik later groot ben, zal ik proberen het aan hem uit te leggen. Misschien dat hij het ooit gaat begrijpen, maar misschien ook niet.
Monday, October 12, 2015
Het nieuwe weer
Er is iets belangrijks gebeurd in mijn leven. Het is iets waar ik heel blij van word. En papa en mama ook. Het is eigenlijk zomaar ineens gebeurd. Ik zag het niet aankomen. Maar ik ben wel blij dat het is aangekomen: mijn slaap is weer terug. Iedere avond om ongeveer 7 uur word ik moe. Mijn ogen doen dan een beetje zeer. Dan ga ik erin wrijven. En als ik in bed ga liggen val ik ineens in slaap.
Ik heb er lang nagedacht hoe het nu kan. Een tijdje geleden kon ik helemaal niet slapen. Tenminste niet zo vroeg op de avond al. Papa en mama hadden het niet door. Ze lieten mij lijden in mijn bed in een pikdonkere kamer. Ik heb heel vaak moeten roepen naar ze. En pas als mijn keel zeer deed, kwamen ze even kijken. Dat was een heel zware tijd voor mij. Hoe kan het nu toch dat ik nu wel kan slapen?
Na lang nadenken ben ik erachter gekomen: het komt door het nieuwe weer. Sinds vorige week is er nieuw weer naar Jordanie gekomen. De zon schijnt nog wel, maar hij is niet meer zo warm. En de lucht is niet altijd meer blauw. Soms komen er witte wolken aan en dan stopt de zon met schijnen. Vorige week was de lucht helemaal donkergrijs. En net toen papa naar zijn werk was gegaan, begon het te regenen. Grote dikke druppels.
Ik heb heel lang naar de regen gekeken. Want ik had het nog nooit gezien. Nou ja, misschien wel toen ik klein was, maar dat weet ik niet meer. De straat werd er nat van. En als de auto’s voorbijreden, lieten ze een spoor van wit schuim achter zich. Het ging steeds harder regenen. Onze straat loopt naar beneden en ik zag heel veel water naar beneden stromen. Ik denk dat er onderaan de straat wel een oceaan van water moet zijn gekomen. Maar de straat is heel lang en ik heb de oceaan nooit gezien.
Eerst hingen de wolken hoog in de lucht, maar toen ik met mama koffie ging drinken kwamen ze naar beneden. Ze gingen gewoon pal voor ons raam hangen. Ik zat op mijn stoeltje aan tafel en kon helemaal niet meer naar buiten kijken. Door de wolken kon ik niets zien. Gelukkig gingen ze na een tijdje weer weg en toen kon ik weer naar de auto’s in de straat kijken.
Door deze regen is het ineens ook een stuk minder warm. Het is zelfs bijna een beetje koud. Als ik over het balkon loop, krijg ik koude voeten. Toen kreeg mama een idee: ik kreeg sokken aan. Ik had nog nooit zulke kleine sokken gezien. Alleen papa draagt sokken, maar ik niet. Want ik heb sandalen en croqs en daar doe je natuurlijk geen sokken in. Dat doen alleen oude mannen. Van mama kreeg ik mooie blauwe sokken aan. En toen zijn we ook naar een winkel gegaan om dichte schoenen te kopen. Allemaal vanwege het nieuwe weer.
Toen ik die avond naar bed ging, hoefde het vliegtuig (papa noemt het een ventilator) niet meer aan. Want het was helemaal niet warm op mijn kamer. Ik heb zelfs een laken en een deken gekregen. En ik mocht mijn hemd ook aan houden. Het was heel fijn om onder de deken te gaan liggen. En de slaap kwam direct.
De dagen daarop werd het nooit meer warm. En ik slaap nu heerlijk onder mijn grijze deken. Ik hoef niet meer te roepen dat de deur open moet of dat ik eruit wil. Ik denk dat dit voor papa en mama ook gewoon beter is.
Iedere avond ga ik graag naar bed. Mijn aap mag ook onder de deken. Dan krijgt hij het niet koud. Ik ben blij met het nieuwe weer. En ik hoop dat het nog heel lang blijft.
Ik heb er lang nagedacht hoe het nu kan. Een tijdje geleden kon ik helemaal niet slapen. Tenminste niet zo vroeg op de avond al. Papa en mama hadden het niet door. Ze lieten mij lijden in mijn bed in een pikdonkere kamer. Ik heb heel vaak moeten roepen naar ze. En pas als mijn keel zeer deed, kwamen ze even kijken. Dat was een heel zware tijd voor mij. Hoe kan het nu toch dat ik nu wel kan slapen?
Na lang nadenken ben ik erachter gekomen: het komt door het nieuwe weer. Sinds vorige week is er nieuw weer naar Jordanie gekomen. De zon schijnt nog wel, maar hij is niet meer zo warm. En de lucht is niet altijd meer blauw. Soms komen er witte wolken aan en dan stopt de zon met schijnen. Vorige week was de lucht helemaal donkergrijs. En net toen papa naar zijn werk was gegaan, begon het te regenen. Grote dikke druppels.
Ik heb heel lang naar de regen gekeken. Want ik had het nog nooit gezien. Nou ja, misschien wel toen ik klein was, maar dat weet ik niet meer. De straat werd er nat van. En als de auto’s voorbijreden, lieten ze een spoor van wit schuim achter zich. Het ging steeds harder regenen. Onze straat loopt naar beneden en ik zag heel veel water naar beneden stromen. Ik denk dat er onderaan de straat wel een oceaan van water moet zijn gekomen. Maar de straat is heel lang en ik heb de oceaan nooit gezien.
Eerst hingen de wolken hoog in de lucht, maar toen ik met mama koffie ging drinken kwamen ze naar beneden. Ze gingen gewoon pal voor ons raam hangen. Ik zat op mijn stoeltje aan tafel en kon helemaal niet meer naar buiten kijken. Door de wolken kon ik niets zien. Gelukkig gingen ze na een tijdje weer weg en toen kon ik weer naar de auto’s in de straat kijken.
Door deze regen is het ineens ook een stuk minder warm. Het is zelfs bijna een beetje koud. Als ik over het balkon loop, krijg ik koude voeten. Toen kreeg mama een idee: ik kreeg sokken aan. Ik had nog nooit zulke kleine sokken gezien. Alleen papa draagt sokken, maar ik niet. Want ik heb sandalen en croqs en daar doe je natuurlijk geen sokken in. Dat doen alleen oude mannen. Van mama kreeg ik mooie blauwe sokken aan. En toen zijn we ook naar een winkel gegaan om dichte schoenen te kopen. Allemaal vanwege het nieuwe weer.
Toen ik die avond naar bed ging, hoefde het vliegtuig (papa noemt het een ventilator) niet meer aan. Want het was helemaal niet warm op mijn kamer. Ik heb zelfs een laken en een deken gekregen. En ik mocht mijn hemd ook aan houden. Het was heel fijn om onder de deken te gaan liggen. En de slaap kwam direct.
De dagen daarop werd het nooit meer warm. En ik slaap nu heerlijk onder mijn grijze deken. Ik hoef niet meer te roepen dat de deur open moet of dat ik eruit wil. Ik denk dat dit voor papa en mama ook gewoon beter is.
Iedere avond ga ik graag naar bed. Mijn aap mag ook onder de deken. Dan krijgt hij het niet koud. Ik ben blij met het nieuwe weer. En ik hoop dat het nog heel lang blijft.
Friday, October 9, 2015
Je moet er niet om vragen
Pas ging papa een fles wijn kopen. De winkel is hier om de hoek en de baas van de winkel is een oude man. Hij heeft een grote neus die een beetje rood ziet. Deze oude man is heel aardig. Want toen papa de fles wijn had betaald, kreeg ik zomaar een zakje chips van hem. Daar hoefde ik niets voor te betalen. Het was een cadeau. Eigenlijk krijg ik heel vaak cadeaus. Het is bijna te veel om te onthouden.
Toen we pas in de supermarkt waren, zag ik een grote bak met knuffelschapen liggen. In die tijd stonden er buiten ook heel veel schapen. Die gingen de mensen opeten. Maar knuffelschapen kun je niet eten. Bij de bak zat een mevrouw die allemaal aan mij zat te plukken. Dat vind ik niet echt fijn, maar soms moet je slim zijn. Ik liet het bewust even gebeuren. Ze zat aan m'n haren en gaf een kusje op mijn handen. Ik heb heel lief gelachen naar haar. En toen ik dat allemaal doorstaan had, gaf ze mij een knuffelschaap. Mijn plan was geslaagd. Ik heb het meegenomen naar huis en hij ligt nu in mijn bed.
Soms komen we in winkels waar souvenirs worden verkocht. Dat is ook een heel goede plek om te zijn. Ik ben nog nooit zo'n winkel uitgegaan zonder een cadeautje. Alleen soms vind ik deze mensen ook wel een beetje weinig creatief. Ik krijg namelijk heel vaak een sleutelhanger van een kameel. Daar heb ik er nu al heel veel van. Ze zijn best leuk, maar ik vind dat ik er gewoon genoeg van heb. En daar komt bij dat mama de ogen van de kameel gevaarlijk vindt en die haalt ze er altijd af. Mijn kamer is nu een opvanghuis voor blinde kamelen.
Maar pas is het gelukt om iets anders te krijgen. Ik was met papa in een souvenirwinkel vlakbij ons huis. We waren er al vaak langsgelopen onderweg naar de supermarkt. Maar deze keer gingen we naar binnen. De meneer van de winkel was heel aardig. Hij vertelde dat hij uit Syrië kwam en al lang bij ons in de straat woont. Hij heeft ook even met mij gepraat en ik heb hem verteld dat ik naar school ga en dat ik daar altijd ga spelen en eten. Hij moest er een beetje om lachen. En toen liep hij ineens weg. Ik hoopte dat hij iets ging halen voor mij. En dat klopte... hij kwam terug met een mooie puzzel van een groot gebouw in de rotsen. Dat heet Petra. Het was verpakt in plastic en ik was er heel blij mee.
Het is heel belangrijk dat ik niet vraag om cadeautjes. Ten eerste omdat het niet mag van mama. Ze zegt dat dat onbeleefd is. Ik weet niet zeker of ik dat met haar eens ben, maar gelukkig is er nog een tweede reden. Als je er niet om vraagt, werkt het namelijk beter. Pas waren we terug in de winkel van de wijn en ik ging gelijk voor het rek met chips staan. Ik had echt heel veel honger en wilde graag chips eten. Maar deze keer kreeg ik niets van die oude meneer met de rode neus. Dus de volgende keer doe ik net of ik nergens erg in heb.
Papa en mama vinden het altijd maar zo zo al die cadeaus. Vooral als het dingen zijn die volgens hen ongezond zijn. Dus bij chips en snoepjes kijken ze soms een beetje zuur. En ze zeggen soms ook dat ik het pas later mag opeten. Dat is echt vreselijk. Pas kreeg ik in een ander winkeltje een lolly. Eerst wou papa nog zeggen dat ik hem moest bewaren voor later. Maar daar heb ik een stokje voor gestoken. Want een gegeven paard mag je niet in de bek kijken. Maar wel in je mond steken. Tenminste, zo denk ik erover.
Toen we pas in de supermarkt waren, zag ik een grote bak met knuffelschapen liggen. In die tijd stonden er buiten ook heel veel schapen. Die gingen de mensen opeten. Maar knuffelschapen kun je niet eten. Bij de bak zat een mevrouw die allemaal aan mij zat te plukken. Dat vind ik niet echt fijn, maar soms moet je slim zijn. Ik liet het bewust even gebeuren. Ze zat aan m'n haren en gaf een kusje op mijn handen. Ik heb heel lief gelachen naar haar. En toen ik dat allemaal doorstaan had, gaf ze mij een knuffelschaap. Mijn plan was geslaagd. Ik heb het meegenomen naar huis en hij ligt nu in mijn bed.
Soms komen we in winkels waar souvenirs worden verkocht. Dat is ook een heel goede plek om te zijn. Ik ben nog nooit zo'n winkel uitgegaan zonder een cadeautje. Alleen soms vind ik deze mensen ook wel een beetje weinig creatief. Ik krijg namelijk heel vaak een sleutelhanger van een kameel. Daar heb ik er nu al heel veel van. Ze zijn best leuk, maar ik vind dat ik er gewoon genoeg van heb. En daar komt bij dat mama de ogen van de kameel gevaarlijk vindt en die haalt ze er altijd af. Mijn kamer is nu een opvanghuis voor blinde kamelen.
Maar pas is het gelukt om iets anders te krijgen. Ik was met papa in een souvenirwinkel vlakbij ons huis. We waren er al vaak langsgelopen onderweg naar de supermarkt. Maar deze keer gingen we naar binnen. De meneer van de winkel was heel aardig. Hij vertelde dat hij uit Syrië kwam en al lang bij ons in de straat woont. Hij heeft ook even met mij gepraat en ik heb hem verteld dat ik naar school ga en dat ik daar altijd ga spelen en eten. Hij moest er een beetje om lachen. En toen liep hij ineens weg. Ik hoopte dat hij iets ging halen voor mij. En dat klopte... hij kwam terug met een mooie puzzel van een groot gebouw in de rotsen. Dat heet Petra. Het was verpakt in plastic en ik was er heel blij mee.
Het is heel belangrijk dat ik niet vraag om cadeautjes. Ten eerste omdat het niet mag van mama. Ze zegt dat dat onbeleefd is. Ik weet niet zeker of ik dat met haar eens ben, maar gelukkig is er nog een tweede reden. Als je er niet om vraagt, werkt het namelijk beter. Pas waren we terug in de winkel van de wijn en ik ging gelijk voor het rek met chips staan. Ik had echt heel veel honger en wilde graag chips eten. Maar deze keer kreeg ik niets van die oude meneer met de rode neus. Dus de volgende keer doe ik net of ik nergens erg in heb.
Papa en mama vinden het altijd maar zo zo al die cadeaus. Vooral als het dingen zijn die volgens hen ongezond zijn. Dus bij chips en snoepjes kijken ze soms een beetje zuur. En ze zeggen soms ook dat ik het pas later mag opeten. Dat is echt vreselijk. Pas kreeg ik in een ander winkeltje een lolly. Eerst wou papa nog zeggen dat ik hem moest bewaren voor later. Maar daar heb ik een stokje voor gestoken. Want een gegeven paard mag je niet in de bek kijken. Maar wel in je mond steken. Tenminste, zo denk ik erover.
Wednesday, September 30, 2015
Mijn slaap is weg
Mama zegt dat vandaag mijn ogen moe zijn. En ik voel me ook niet echt uitgeslapen. Dat komt allemaal door afgelopen nacht. Ik heb vreselijk slecht geslapen. Normaal slaap ik aan een stuk door. Vannacht ging het allemaal anders. En ik weet niet hoe het komt.
Het begon gisterenavond al. Mama was naar Arabische les en papa ging mij op bed leggen. We hadden eerst nog een paar boekjes gelezen. Het was heel mooi. Ik wilde eigenlijk nog meer verhalen horen, maar toen zei papa dat het tijd was om naar bed te gaan. Ik wilde heel lief zijn, dus ik was het ermee eens. We zongen nog een liedje en toen ging ik liggen en deed papa het licht uit.
Maar ja, toen lag ik daar en ik had helemaal geen slaap. Ik heb het echt geprobeerd, maar kon gewoon niet slapen. Eerst heb ik even rechtop in m'n bed gezeten om daarover na te denken. Maar ik wist echt niet waardoor het kwam. Dus toen werd het tijd om mijn vader in te schakelen. Ik ben gaan staan en begon papa te roepen. Eerst kwam hij niet. Zo gaat het altijd. Maar ik weet dat hij na een tijdje toch wel komt. Zo ook nu. Maar hij was best wel streng en zei dat ik weer moest gaan slapen. Maar ik had geen slaap.
Ik heb het nog een keer geprobeerd, maar toen heb ik papa weer erbij geroepen. Die kwam pas veel later en zijn gezicht stond nogal boos. Ik snap best dat het niet goed uitkomt dat ik niet kan slapen, maar ik kan er toch ook niets aan doen?
Later was mama weer thuis en die heeft ook met mij gepraat. Ik probeerde uit te leggen dat het beter was als ik uit bed zou gaan. Maar ik stuitte alleen maar op onbegrip. Na een tijdje heeft papa mij uit bed gehaald. Mijn slaapzak moest wel aanblijven. Het is een witte slaapzak en als je die aan hebt, is het best moeilijk om te lopen. Je moet dan je armen wijd doen om niet te vallen. Papa zei dat ik in die slaapzak net een engel leek. Hoe kun je boos zijn op een engel, dacht ik nog.
Uiteindelijk ben ik toch in slaap gevallen. Tot ongeveer 1 uur 's nachts en toen was ik weer klaarwakker. Mama is even langsgeweest en heeft mijn hond gegeven. Daar heb ik eerst een tijdje mee gespeeld, want al mijn slaap was verdwenen. Daarna kwam hij weer terug en ben ik weer gaan slapen.
Om zes uur was mijn slaap echt helemaal weg. Ik kan er ook niets aan doen. Papa kwam vertellen dat ik moest gaan liggen. Dat vond ik behoorlijk overdreven, want tussen de kieren van het luik door zag ik dat het al licht was. Maar hij ging toch weer weg en deed zelfs mijn deur dicht! Die staat altijd open voor een beetje frisse lucht. En nu liet hij mij daar gewoon liggen in een muffe kamer. Dat vond ik echt te ver gaan. Ik heb heel hard geroepen 'deur open ja'. En niet zomaar een keer, maar net zo lang totdat papa mij uit bed kwam halen. Zijn gezicht was niet zo vriendelijk. Ik snap het wel een beetje, want hij moest die nacht steeds zijn bed uit voor mij. Maar ik kan er ook niets aan doen dat ik geen slaap heb. En ik heb zo'n bed met spijlen waar ik niet zelf uit kan klimmen. Dus dan moet ik hem gewoon roepen.
Daarna zijn we opgestaan. Aan het ontbijt zat ik te gapen. Dat is vreemd, want 's nachts was ik niet moe en nu ineens wel. Papa en mama zagen er ook best moe uit. En ze waren ook niet helemaal in hun beste bui. Na het ontbijt kwam Lucy even langs. Zij is de onderbuurvrouw en ze vertelde dat ze mij 's morgens had horen roepen. Ze was er wakker van geworden. Dat is naar voor haar. Maar eigenlijk ligt het aan papa. Als hij die deur niet dicht had gedaan, had ik niet hoeven roepen. Als het nog eens gebeurt, kan hij beter direct komen. Ik weet alleen niet of dat gaat gebeuren. Want papa en mama zeiden net tegen elkaar dat ze dit niet weer zullen laten gebeuren. 'Volgende keer laten we hem nog langer liggen,' hoorde ik ze zeggen, 'anders maakt hij er een gewoonte van'.
Ze begrijpen gewoon niet dat het niet aan mij ligt, maar aan mijn slaap.
Ze begrijpen gewoon niet dat het niet aan mij ligt, maar aan mijn slaap.
Sunday, September 27, 2015
Heel veel vrede
Vandaag moest mama eerder weg bij het eten. Dat was omdat ze Arabische les heeft. Ze had eerst haar bord leeggegeten. Dat is natuurlijk wel eerlijk, want mijn bord moet ook altijd leeg zijn voor ik mag gaan spelen. Daarna ben ik samen met papa verder gaan eten. Het was best gezellig, want papa maakte bij elke hap een dierengeluid. Het grappigst is als hij een aap nadoet. Dat lijkt meer op een ezel, maar dat heb ik maar niet gezegd.
Mama heeft twee keer per week les van een oude mevrouw. In het begin kwam zij altijd hier thuis lesgeven, maar nu gaat mama ergens anders heen. De lerares heeft bruin haar. Ze draagt een grote zwarte bril met dikke glazen. Achterop haar hoofd heeft zij een knot en ik denk eigenlijk dat ze een beetje gierig is. Mama moet haar elke keer geld betalen voor de les.
Het is heel goed dat mama Arabisch leert. Want op straat praat iedereen Arabisch. En het is natuurlijk wel handig als je weet waar ze het over hebben. Ik versta het zelf ook al een beetje, want ik leer het op school. Ik speel vaak met Karim en Dana en zij praten altijd in het Arabisch tegen mij. Soms snap ik het niet gelijk, maar dan helpt juf Lima meestal wel even en dan begrijp ik het toch.
Als mensen in het Arabisch tegen elkaar praten, doen ze dat meestal heel hard. En het lijkt dan net of ze ruzie hebben met elkaar. Maar dat is niet zo, ze houden er gewoon van om een beetje te schreeuwen. Abu Mona praat altijd tegen mij in het Arabisch. Dan zegt hij 'ween Abu Mona?' Dat betekent: 'Waar is Abu Mona?' Ik vind dat best raar. Hij staat recht voor me en dan vraagt hij waar hij is. Nou ja, ik wijs toch altijd maar even naar hem want daar wordt hij altijd heel blij van. En dan ben ik ook weer blij.
Papa kan best goed Arabisch praten. Toen hij nog jong was heeft hij het geleerd in het land Egypte. En nu komt dat goed van pas. Iedere dag hoor ik hoe hij met de mensen op straat praat. Het klinkt niet helemaal hetzelfde als bij de andere mensen, maar ze begrijpen hem wel. En ze vinden het altijd heel leuk dat hij in het Arabisch tegen hen praat. Soms zien mensen er een beetje boos uit, maar als papa dan iets zegt, worden ze gelijk een beetje aardiger.
Op school praten we Engels en Arabisch door elkaar. Juf Lima praat altijd Engels en juf Rana praat Arabisch. Soms raak ik ervan in de war. De ene zegt dan 's morgens 'Hi Aron, how are you?' en de ander zegt 'Keefak ya habibi Aron?' Ik snap niet waarom ze niet gewoon in een taal praten. Met papa en mama praat ik in ieder geval gewoon Nederlands want dat is lekker makkelijk. Heel soms willen papa en mama iets zeggen dat ik niet mag horen en dan zeggen ze iets in het Engels tegen elkaar. Vroeger werkte dat, maar inmiddels begrijp ik ook het Engels. Maar dan zeg ik natuurlijk niet tegen ze.
Als mensen hier weggaan, zeggen ze 'ma salama' tegen elkaar. Dat betekent 'met vrede'. In het Nederlands zeg je het niet zo, maar het is wel heel mooi. En als iemand 'met vrede' tegen papa zegt, antwoordt hij altijd 'met duizend keer vrede'. Ik weet niet goed waarom hij zo veel vrede toewenst. Hij zou ook 'honderd keer vrede' kunnen zeggen, maar dat doet hij niet.
Alles bij elkaar is het best ingewikkeld met al die talen door elkaar heen. Het zou gemakkelijker zijn als we bijvoorbeeld allemaal Arabisch praten. Daar wordt iedereen beter van: mama omdat ze dan de mensen in het land goed begrijpt, papa omdat hij dan de mensen een beetje aardiger kan maken en ik omdat ik dan maar een taal hoe hoef te leren in plaats van drie. En ook voor mama's lerares omdat ze dan veel geld kan verdienen aan alle mensen die Arabisch willen leren. Maar ja, als ik dan een keer op bezoek ga bij opa en oma, kunnen ze mij niet verstaan. Dat zou natuurlijk verschrikkelijk zijn. Dus dan houden we toch maar zoals het nu is.
Ik hoop dat ik heel snel alle drie de talen goed kan spreken. Papa zegt dat dit voor kinderen heel gemakkelijk is. Ik vind dat hij er wat te luchtig over doet. Alsof ik het zomaar even uit m'n mouw schud. Het heeft hem jaren gekost. Maar misschien kan ik het straks wel beter dan hij. Dat zal nog wel even duren, maar ik blijf in ieder geval goed m'n best doen.
Met honderd keer vrede.
Mama heeft twee keer per week les van een oude mevrouw. In het begin kwam zij altijd hier thuis lesgeven, maar nu gaat mama ergens anders heen. De lerares heeft bruin haar. Ze draagt een grote zwarte bril met dikke glazen. Achterop haar hoofd heeft zij een knot en ik denk eigenlijk dat ze een beetje gierig is. Mama moet haar elke keer geld betalen voor de les.
Het is heel goed dat mama Arabisch leert. Want op straat praat iedereen Arabisch. En het is natuurlijk wel handig als je weet waar ze het over hebben. Ik versta het zelf ook al een beetje, want ik leer het op school. Ik speel vaak met Karim en Dana en zij praten altijd in het Arabisch tegen mij. Soms snap ik het niet gelijk, maar dan helpt juf Lima meestal wel even en dan begrijp ik het toch.
Als mensen in het Arabisch tegen elkaar praten, doen ze dat meestal heel hard. En het lijkt dan net of ze ruzie hebben met elkaar. Maar dat is niet zo, ze houden er gewoon van om een beetje te schreeuwen. Abu Mona praat altijd tegen mij in het Arabisch. Dan zegt hij 'ween Abu Mona?' Dat betekent: 'Waar is Abu Mona?' Ik vind dat best raar. Hij staat recht voor me en dan vraagt hij waar hij is. Nou ja, ik wijs toch altijd maar even naar hem want daar wordt hij altijd heel blij van. En dan ben ik ook weer blij.
Papa kan best goed Arabisch praten. Toen hij nog jong was heeft hij het geleerd in het land Egypte. En nu komt dat goed van pas. Iedere dag hoor ik hoe hij met de mensen op straat praat. Het klinkt niet helemaal hetzelfde als bij de andere mensen, maar ze begrijpen hem wel. En ze vinden het altijd heel leuk dat hij in het Arabisch tegen hen praat. Soms zien mensen er een beetje boos uit, maar als papa dan iets zegt, worden ze gelijk een beetje aardiger.
Op school praten we Engels en Arabisch door elkaar. Juf Lima praat altijd Engels en juf Rana praat Arabisch. Soms raak ik ervan in de war. De ene zegt dan 's morgens 'Hi Aron, how are you?' en de ander zegt 'Keefak ya habibi Aron?' Ik snap niet waarom ze niet gewoon in een taal praten. Met papa en mama praat ik in ieder geval gewoon Nederlands want dat is lekker makkelijk. Heel soms willen papa en mama iets zeggen dat ik niet mag horen en dan zeggen ze iets in het Engels tegen elkaar. Vroeger werkte dat, maar inmiddels begrijp ik ook het Engels. Maar dan zeg ik natuurlijk niet tegen ze.
Als mensen hier weggaan, zeggen ze 'ma salama' tegen elkaar. Dat betekent 'met vrede'. In het Nederlands zeg je het niet zo, maar het is wel heel mooi. En als iemand 'met vrede' tegen papa zegt, antwoordt hij altijd 'met duizend keer vrede'. Ik weet niet goed waarom hij zo veel vrede toewenst. Hij zou ook 'honderd keer vrede' kunnen zeggen, maar dat doet hij niet.
Alles bij elkaar is het best ingewikkeld met al die talen door elkaar heen. Het zou gemakkelijker zijn als we bijvoorbeeld allemaal Arabisch praten. Daar wordt iedereen beter van: mama omdat ze dan de mensen in het land goed begrijpt, papa omdat hij dan de mensen een beetje aardiger kan maken en ik omdat ik dan maar een taal hoe hoef te leren in plaats van drie. En ook voor mama's lerares omdat ze dan veel geld kan verdienen aan alle mensen die Arabisch willen leren. Maar ja, als ik dan een keer op bezoek ga bij opa en oma, kunnen ze mij niet verstaan. Dat zou natuurlijk verschrikkelijk zijn. Dus dan houden we toch maar zoals het nu is.
Ik hoop dat ik heel snel alle drie de talen goed kan spreken. Papa zegt dat dit voor kinderen heel gemakkelijk is. Ik vind dat hij er wat te luchtig over doet. Alsof ik het zomaar even uit m'n mouw schud. Het heeft hem jaren gekost. Maar misschien kan ik het straks wel beter dan hij. Dat zal nog wel even duren, maar ik blijf in ieder geval goed m'n best doen.
Met honderd keer vrede.
Thursday, September 24, 2015
Een verdrietig einde
Vandaag ben ik weer teruggekomen van de vakantie. Het was een leuke vakantie. Maar vandaag was ook een beetje verdrietig. Want onderweg naar huis heb ik allemaal dode schapen gezien.
Deze week zag ik overal al schapen staan. Langs de weg waren hekken neergezet en daartussen liepen heel veel schapen. Sommige waren bruin en andere zwart. Hun neuzen waren ook steeds een beetje anders. Eigenlijk stonken ze allemaal best wel, maar dat vond ik niet zo erg. Als ze me aankijken, moet ik altijd even lachen. Hun ogen staan een beetje dom en ook een beetje lief. Soms staat hun kop een beetje scheef en laten ze hun oren hangen. Dan zou ik er best eentje mee willen nemen naar huis. Maar dat kan natuurlijk niet.
Thuis heb ik een knuffelschaap. Dat heb ik gekregen van de burgemeester van Dordrecht toen ik geboren was. Papa en mama hebben mij geleerd dat een schaap 'beeh' zegt. Alleen de schapen die ik vandaag zag konden geen 'beeh' meer zeggen. Ze hingen met hun poten vastgebonden aan een paal. En grote mannen waren met een scherp mes hun vacht aan het lossnijden. Ze bewogen niet meer want ze waren doodgemaakt.
Het zag er heel zielig uit. En steeds als we verder reden zag ik weer andere schapen hangen. Het ergste was toen een jongen net voor onze auto de weg overstak. In zijn hand had hij een grote plastic zak en daarin zaten alle ingewanden van het schaap. Er zat een gat in de zak en daar blubberde een stuk van zijn buik uit. Ik heb heel snel naar iets anders gekeken, want ik kreeg er een vreselijk zere buik van.
Deze schapen werden geslacht omdat het offerfeest is hier in het land. De kinderen hoeven vandaag niet naar school en alle mensen gaan schaap eten. Nou ja, niet allemaal want ik doe er zeker niet aan mee. Want ik vind het veel te erg voor al die lieve schapen. Ik heb vandaag een boterham met jam op. En vanavond een vegetarische salade met yoghurt als toetje. Ik denk dat ik misschien wel nooit meer vlees ga eten.
Het was fijn om vanmiddag weer thuis te komen. Ik ging eerst even snel mijn kamer bekijken. Alles zag er goed uit. Mijn boekjes stonden er nog en de tent ook. Ik ging nog even met papa kijken of mijn vriend Abu Mona er was, maar we konden hem niet vinden. Papa zei dat hij misschien ook wel schaap aan het eten was. Maar dat geloof ik natuurlijk niet, want Abu Mona ziet er heel vriendelijk uit. Ik denk dat het een heel flauw grapje van papa was.
Ik heb daarna ook nog even met de lego gespeeld. Ik heb een grote dierentuin van Duplo. Er zijn leeuwen, olifanten, giraffen en ook een paar varkens. Als ik jarig ben, vraag ik misschien nog wel wat schapen erbij.
Toen ik aan het eind van de dag naar bed ging, heb ik mijn aap en mijn hond meegenomen. Zodat ik lekker met ze kan knuffelen. Dieren zijn heel lief. En ik vind dat iedereen die een arm schaap opeet een flinke straf moet krijgen.
Deze week zag ik overal al schapen staan. Langs de weg waren hekken neergezet en daartussen liepen heel veel schapen. Sommige waren bruin en andere zwart. Hun neuzen waren ook steeds een beetje anders. Eigenlijk stonken ze allemaal best wel, maar dat vond ik niet zo erg. Als ze me aankijken, moet ik altijd even lachen. Hun ogen staan een beetje dom en ook een beetje lief. Soms staat hun kop een beetje scheef en laten ze hun oren hangen. Dan zou ik er best eentje mee willen nemen naar huis. Maar dat kan natuurlijk niet.
Thuis heb ik een knuffelschaap. Dat heb ik gekregen van de burgemeester van Dordrecht toen ik geboren was. Papa en mama hebben mij geleerd dat een schaap 'beeh' zegt. Alleen de schapen die ik vandaag zag konden geen 'beeh' meer zeggen. Ze hingen met hun poten vastgebonden aan een paal. En grote mannen waren met een scherp mes hun vacht aan het lossnijden. Ze bewogen niet meer want ze waren doodgemaakt.
Het zag er heel zielig uit. En steeds als we verder reden zag ik weer andere schapen hangen. Het ergste was toen een jongen net voor onze auto de weg overstak. In zijn hand had hij een grote plastic zak en daarin zaten alle ingewanden van het schaap. Er zat een gat in de zak en daar blubberde een stuk van zijn buik uit. Ik heb heel snel naar iets anders gekeken, want ik kreeg er een vreselijk zere buik van.
Deze schapen werden geslacht omdat het offerfeest is hier in het land. De kinderen hoeven vandaag niet naar school en alle mensen gaan schaap eten. Nou ja, niet allemaal want ik doe er zeker niet aan mee. Want ik vind het veel te erg voor al die lieve schapen. Ik heb vandaag een boterham met jam op. En vanavond een vegetarische salade met yoghurt als toetje. Ik denk dat ik misschien wel nooit meer vlees ga eten.
Het was fijn om vanmiddag weer thuis te komen. Ik ging eerst even snel mijn kamer bekijken. Alles zag er goed uit. Mijn boekjes stonden er nog en de tent ook. Ik ging nog even met papa kijken of mijn vriend Abu Mona er was, maar we konden hem niet vinden. Papa zei dat hij misschien ook wel schaap aan het eten was. Maar dat geloof ik natuurlijk niet, want Abu Mona ziet er heel vriendelijk uit. Ik denk dat het een heel flauw grapje van papa was.
Ik heb daarna ook nog even met de lego gespeeld. Ik heb een grote dierentuin van Duplo. Er zijn leeuwen, olifanten, giraffen en ook een paar varkens. Als ik jarig ben, vraag ik misschien nog wel wat schapen erbij.
Toen ik aan het eind van de dag naar bed ging, heb ik mijn aap en mijn hond meegenomen. Zodat ik lekker met ze kan knuffelen. Dieren zijn heel lief. En ik vind dat iedereen die een arm schaap opeet een flinke straf moet krijgen.
Tuesday, September 22, 2015
Jeruzalem onder mijn voeten
Ik heb een weekje vakantie. Het is fijn om even rust te hebben van de drukke stad. Papa en mama zijn er ook bij. Een ook twee mevrouwen die op visite zijn. Ze kwamen met het vliegtuig en hebben veel lekkere dingen meegenomen. En ze hadden ook twee cadeautjes voor mij. Van oma kreeg ik een echte vrachtauto. En van opa een horloge. Papa en mama hebben ook een horloge. Het is handig om altijd te weten hoe laat het is.
Met z'n vijven gingen we op reis. De eerste dag moesten we heel lang rijden. Ik werd er een beetje moe van en daarom viel ik in slaap. Toen ik wakker werd, deed mijn buik best wel zeer. Ik was er een beetje verdrietig van, maar liet het niet merken, anders werd iedereen verdrietig. Maar het ging wel steeds meer zeer doen. Steeds als papa door een bocht reed werd het een beetje erger. En toen hield ik het echt niet meer. Mijn hele buik vloog naar mijn hoofd en alles kwam door mijn mond naar buiten. Mijn kleren waren helemaal nat en het droop ook op mijn autostoeltje. Papa is toen gestopt langs de kant van de weg. We waren net in een klein dorpje en er stonden allemaal mannen te kijken. Net alsof ze zelf nog nooit overgegeven hebben. Ik kreeg van mama nieuwe kleren aan en papa boende met van die natte doekjes de auto schoon. Het rook nog wel een beetje zuur, maar we zijn toch maar verder gereden. Ik voelde me ineens veel beter en heb de rest van de dag bijgepraat met mama en de visite. Papa moest goed op de weg letten, dus ik heb hem maar niet gestoord.
We gingen op bezoek in een stadje dat heet Madaba. Daar is een belangrijke kerk. Papa heeft gezegd dat mensen van heel ver speciaal naar deze kerk komen. Dat komt omdat er een tekening ligt die is gemaakt van kleine steentjes. Op de tekening zie je een landkaart met daarop Jericho, Jeruzalem en de Jordaan. De tekening is al heel oud, nog veel ouder dan opa en oma. En hij ziet er toch nog mooi uit. Daarom wil iedereen die tekening bekijken. Het was heel goed dat papa en mama mij deze tekening wilden laten zien. Want nu weet ik dat je niet alleen met krijtjes maar ook met steentjes kunt tekenen.
Om de tekening stond weer eens zo'n vervelend rood touw. Dat betekent dat je er niet onderdoor mag. Ik ken dat wel van andere kerken. Daardoor kon ik de tekening niet goed zien, want ik ben nog niet zo groot. Maar ik had een slim plan bedacht. Het was vooral even wachten op het goede moment. Terwijl die ene mevrouw van de visite iets op haar telefoon deed en mama en papa met de andere mevrouw aan het praten waren, ben ik heel snel onder het touw door gegaan. En toen heb ik heerlijk over de oude tekening gelopen. Jericho en Jeruzalem lagen onder mijn voeten. En bij de Jordaan ben ik er snel weer afgesprongen. Toen papa en mama het zagen schrokken ze heel erg. Ik deed net of er niets aan de hand was. Maar het was mooi wel gelukt. En zo heel erg was het ook weer niet. Want mijn sandalen zijn best schoon en de tekening is niet kapot gegaan.
Daarna zijn we weer naar een andere plek gereden. Iedere nacht slapen we in een ander huis. Dat heet een hotel. Ik mag bij papa en mama op de kamer slapen. Ik heb een eigen bed dat meereist achter in de auto. Papa en mama moeten steeds op een bed van iemand anders slapen. Op een ingedeukt kussen en een matras waar misschien wel duizend andere mensen op hebben gelegen. Mijn bed is van mezelf. Het is blauw en aan de zijkant zit gaas waar je doorheen kunt kijken. Als ik 's morgens wakker word, kijk ik even of papa en mama nog slapen. Soms ga ik dan nog even verder slapen of met mijn hond spelen. Totdat ik het echt tijd vind om op te staan.
Als we wakker zijn, gaan we altijd naar een andere kamer om te eten. Iedere dag is er ander eten. Pas was er zelfs patat bij het ontbijt. Ik wil graag dat ik dat voortaan thuis ook krijg. Het is veel lekkerder dan melk met koekjes. Maar ik ben bang dat het niet gaat lukken, want papa en mama vinden patat eigenlijk niet goed. Maar papa zei tegen mama dat het deze keer wel goed was. 'Vooruit maar', zei hij, 'het is tenslotte vakantie.' Toch is het apart: volgens papa en mama zijn lekkere dingen ongezond en de dingen die ik vies vind, hebben dan zogezegd ineens heel veel vitamientjes.
Vandaag zijn we aangekomen in een nieuw hotel. Het is heel leuk hier, want er is ook een zwembad. Vanmiddag heb ik erin gezwommen. Het was een beetje koud, maar ik vond het niet zo erg. Toen we uit het water gingen, heb ik met papa gespeeld in de speeltuin. Het was een beetje een oude speeltuin. Het zag er heel anders uit dan op school. Er was ook een glijbaan, maar daar zat roest aan. Ik heb even op de schommel gezeten, maar ik vertelde papa al snel dat het genoeg was. Toen heb ik nog even zitten lezen op het balkon van onze kamer. Van de visite had ik een mooi boekje gekregen dat je kunt uitschuiven. Het gaat over Adam en Eva. Aan het einde van de dag was ik best moe. Straks ga ik slapen in mijn eigen blauwe bed. En als ik wakker word gaan we weer ontbijten. De meneer van het hotel zei dat vanaf half 8 het ontbijt klaar is. Op de horloge van opa kan ik zien wanneer het zo ver is. En heel misschien is er hier ook wel patat. Nu maar hopen dat papa en mama dan niet te moeilijk doen. Want het is tenslotte vakantie.
Met z'n vijven gingen we op reis. De eerste dag moesten we heel lang rijden. Ik werd er een beetje moe van en daarom viel ik in slaap. Toen ik wakker werd, deed mijn buik best wel zeer. Ik was er een beetje verdrietig van, maar liet het niet merken, anders werd iedereen verdrietig. Maar het ging wel steeds meer zeer doen. Steeds als papa door een bocht reed werd het een beetje erger. En toen hield ik het echt niet meer. Mijn hele buik vloog naar mijn hoofd en alles kwam door mijn mond naar buiten. Mijn kleren waren helemaal nat en het droop ook op mijn autostoeltje. Papa is toen gestopt langs de kant van de weg. We waren net in een klein dorpje en er stonden allemaal mannen te kijken. Net alsof ze zelf nog nooit overgegeven hebben. Ik kreeg van mama nieuwe kleren aan en papa boende met van die natte doekjes de auto schoon. Het rook nog wel een beetje zuur, maar we zijn toch maar verder gereden. Ik voelde me ineens veel beter en heb de rest van de dag bijgepraat met mama en de visite. Papa moest goed op de weg letten, dus ik heb hem maar niet gestoord.
We gingen op bezoek in een stadje dat heet Madaba. Daar is een belangrijke kerk. Papa heeft gezegd dat mensen van heel ver speciaal naar deze kerk komen. Dat komt omdat er een tekening ligt die is gemaakt van kleine steentjes. Op de tekening zie je een landkaart met daarop Jericho, Jeruzalem en de Jordaan. De tekening is al heel oud, nog veel ouder dan opa en oma. En hij ziet er toch nog mooi uit. Daarom wil iedereen die tekening bekijken. Het was heel goed dat papa en mama mij deze tekening wilden laten zien. Want nu weet ik dat je niet alleen met krijtjes maar ook met steentjes kunt tekenen.
Om de tekening stond weer eens zo'n vervelend rood touw. Dat betekent dat je er niet onderdoor mag. Ik ken dat wel van andere kerken. Daardoor kon ik de tekening niet goed zien, want ik ben nog niet zo groot. Maar ik had een slim plan bedacht. Het was vooral even wachten op het goede moment. Terwijl die ene mevrouw van de visite iets op haar telefoon deed en mama en papa met de andere mevrouw aan het praten waren, ben ik heel snel onder het touw door gegaan. En toen heb ik heerlijk over de oude tekening gelopen. Jericho en Jeruzalem lagen onder mijn voeten. En bij de Jordaan ben ik er snel weer afgesprongen. Toen papa en mama het zagen schrokken ze heel erg. Ik deed net of er niets aan de hand was. Maar het was mooi wel gelukt. En zo heel erg was het ook weer niet. Want mijn sandalen zijn best schoon en de tekening is niet kapot gegaan.
Daarna zijn we weer naar een andere plek gereden. Iedere nacht slapen we in een ander huis. Dat heet een hotel. Ik mag bij papa en mama op de kamer slapen. Ik heb een eigen bed dat meereist achter in de auto. Papa en mama moeten steeds op een bed van iemand anders slapen. Op een ingedeukt kussen en een matras waar misschien wel duizend andere mensen op hebben gelegen. Mijn bed is van mezelf. Het is blauw en aan de zijkant zit gaas waar je doorheen kunt kijken. Als ik 's morgens wakker word, kijk ik even of papa en mama nog slapen. Soms ga ik dan nog even verder slapen of met mijn hond spelen. Totdat ik het echt tijd vind om op te staan.
Als we wakker zijn, gaan we altijd naar een andere kamer om te eten. Iedere dag is er ander eten. Pas was er zelfs patat bij het ontbijt. Ik wil graag dat ik dat voortaan thuis ook krijg. Het is veel lekkerder dan melk met koekjes. Maar ik ben bang dat het niet gaat lukken, want papa en mama vinden patat eigenlijk niet goed. Maar papa zei tegen mama dat het deze keer wel goed was. 'Vooruit maar', zei hij, 'het is tenslotte vakantie.' Toch is het apart: volgens papa en mama zijn lekkere dingen ongezond en de dingen die ik vies vind, hebben dan zogezegd ineens heel veel vitamientjes.
Vandaag zijn we aangekomen in een nieuw hotel. Het is heel leuk hier, want er is ook een zwembad. Vanmiddag heb ik erin gezwommen. Het was een beetje koud, maar ik vond het niet zo erg. Toen we uit het water gingen, heb ik met papa gespeeld in de speeltuin. Het was een beetje een oude speeltuin. Het zag er heel anders uit dan op school. Er was ook een glijbaan, maar daar zat roest aan. Ik heb even op de schommel gezeten, maar ik vertelde papa al snel dat het genoeg was. Toen heb ik nog even zitten lezen op het balkon van onze kamer. Van de visite had ik een mooi boekje gekregen dat je kunt uitschuiven. Het gaat over Adam en Eva. Aan het einde van de dag was ik best moe. Straks ga ik slapen in mijn eigen blauwe bed. En als ik wakker word gaan we weer ontbijten. De meneer van het hotel zei dat vanaf half 8 het ontbijt klaar is. Op de horloge van opa kan ik zien wanneer het zo ver is. En heel misschien is er hier ook wel patat. Nu maar hopen dat papa en mama dan niet te moeilijk doen. Want het is tenslotte vakantie.
Sunday, September 13, 2015
De aardigste mensen van de wereld
Ik vind het heel leuk om in Jordanië te wonen, want hier wonen de aardigste mensen van de hele wereld. Iedere dag kom ik weer nieuwe mensen tegen die heel lief zijn. Naast ons huis is een winkelcentrum en bij de deur zit een mevrouw met een blauw pak aan. Die moet ervoor zorgen dat er alleen goede mensen naar binnen gaan. Deze mevrouw kent mij wel en gaat altijd lachen als ik binnenkom. Als ik met mama ben, vraagt ze waar papa is en andersom. Ik hoeft nooit door dat ijzeren poortje heen dat steeds piept, want ze kent mij en weet dat ik niet gevaarlijk ben.
Pas ging ik met papa en mama boodschappen doen in een ander winkelcentrum. We stonden in een lift die er heel lang over doet voordat hij boven is. In de lift stonden ook een andere papa en mama met vier kinderen. Het waren allemaal jongens en achter hun oor zat een apparaatje. Dat was omdat ze niet goed konden horen. Alleen de papa en mama hadden het niet. De jongens wilden mij allemaal een hand geven. En ze wilden ook mijn haar voelen. Ik denk dat het was omdat er gel in zat. Dat doet mama 's morgens altijd in mijn haar om stekels te maken. Toen we bovenaan kwamen zwaaiden de vier broertjes naar mij en ze lachten heel vriendelijk. Daarna gingen we eten. Een tijdje later stond ineens een van de broertjes bij onze tafel en gaf mij een ballon. Het was zo'n ballon die vanzelf omhoog gaat. Ik was er heel blij mee. Er stond 'happy birthday' op. Misschien had die jongen hem wel voor zijn verjaardag gekregen... maar hij gaf hem toch aan mij. Dat vond ik echt heel lief van hem. De ballon hangt nu in mijn slaapkamer aan het dak.
Gisteren ging ik met papa en mama een dagje weg. Het was best een eind rijden, maar ik had heel veel speelgoed meegenomen. Onderweg stond er ineens een politie-agent op de weg met een stopbord. Papa stopte en deed het raam open. De politie-agent zag er best aardig uit. 'Do you speak English?' zei hij tegen papa. Papa zei ja. Toen zei de agent: 'Do you speak Arabic?' En toen zei papa nee. De politie-agent knikte vriendelijk en zei 'Goodbye'. Kijk, daar word ik nou blij van! Niet van die boze bromberen, maar gewoon een vriendelijke agent die je gelijk weer laat doorrijden. Ik snap alleen niet waarom papa zei dat hij geen Arabisch spreekt.
Daarna reden we naar een kasteel. Het lag op een hoge berg. Omdat er deze week een zandstorm was geweest, kon je het niet zo goed zien. Onderaan de berg gingen we eerst koffie drinken. De mevrouw in het restaurant was heel aardig. Ze vroeg hoe ik heette en wat ik wilde drinken. En toen kwam ze een bord brengen met appels en ander fruit. En ze zei erbij dat het helemaal gratis was! Papa moest daarna wel een driedubbele prijs voor de koffie betalen, maar toch was het heel leuk dat ik zomaar gratis een appel van haar kreeg.
Later die dag hebben we het kasteel bezocht. Het heet het Ajloun Kasteel. Er waren veel trappen en ik moest hard klimmen. Daar werd ik soms een beetje moe van en dan ging papa of mama mij dragen. Ik heb al veel kastelen gezien in mijn leven, maar Ajloun Kasteel is misschien wel het mooiste. Later ging papa ergens broodjes en patatjes kopen en toen gingen we picknicken in een bos. We zaten onder de bomen langs een zandweg. Soms reed er een vrachtauto voorbij en de chauffeurs zwaaiden altijd even naar ons. Het was leuk om een dagje weg te zijn. Er zijn zoveel mooie dingen te zien hier in Jordanië. En er wonen zo veel aardige mensen. Ik hoop dat we hier nog heel lang blijven wonen.
Pas ging ik met papa en mama boodschappen doen in een ander winkelcentrum. We stonden in een lift die er heel lang over doet voordat hij boven is. In de lift stonden ook een andere papa en mama met vier kinderen. Het waren allemaal jongens en achter hun oor zat een apparaatje. Dat was omdat ze niet goed konden horen. Alleen de papa en mama hadden het niet. De jongens wilden mij allemaal een hand geven. En ze wilden ook mijn haar voelen. Ik denk dat het was omdat er gel in zat. Dat doet mama 's morgens altijd in mijn haar om stekels te maken. Toen we bovenaan kwamen zwaaiden de vier broertjes naar mij en ze lachten heel vriendelijk. Daarna gingen we eten. Een tijdje later stond ineens een van de broertjes bij onze tafel en gaf mij een ballon. Het was zo'n ballon die vanzelf omhoog gaat. Ik was er heel blij mee. Er stond 'happy birthday' op. Misschien had die jongen hem wel voor zijn verjaardag gekregen... maar hij gaf hem toch aan mij. Dat vond ik echt heel lief van hem. De ballon hangt nu in mijn slaapkamer aan het dak.
Gisteren ging ik met papa en mama een dagje weg. Het was best een eind rijden, maar ik had heel veel speelgoed meegenomen. Onderweg stond er ineens een politie-agent op de weg met een stopbord. Papa stopte en deed het raam open. De politie-agent zag er best aardig uit. 'Do you speak English?' zei hij tegen papa. Papa zei ja. Toen zei de agent: 'Do you speak Arabic?' En toen zei papa nee. De politie-agent knikte vriendelijk en zei 'Goodbye'. Kijk, daar word ik nou blij van! Niet van die boze bromberen, maar gewoon een vriendelijke agent die je gelijk weer laat doorrijden. Ik snap alleen niet waarom papa zei dat hij geen Arabisch spreekt.
Daarna reden we naar een kasteel. Het lag op een hoge berg. Omdat er deze week een zandstorm was geweest, kon je het niet zo goed zien. Onderaan de berg gingen we eerst koffie drinken. De mevrouw in het restaurant was heel aardig. Ze vroeg hoe ik heette en wat ik wilde drinken. En toen kwam ze een bord brengen met appels en ander fruit. En ze zei erbij dat het helemaal gratis was! Papa moest daarna wel een driedubbele prijs voor de koffie betalen, maar toch was het heel leuk dat ik zomaar gratis een appel van haar kreeg.
Later die dag hebben we het kasteel bezocht. Het heet het Ajloun Kasteel. Er waren veel trappen en ik moest hard klimmen. Daar werd ik soms een beetje moe van en dan ging papa of mama mij dragen. Ik heb al veel kastelen gezien in mijn leven, maar Ajloun Kasteel is misschien wel het mooiste. Later ging papa ergens broodjes en patatjes kopen en toen gingen we picknicken in een bos. We zaten onder de bomen langs een zandweg. Soms reed er een vrachtauto voorbij en de chauffeurs zwaaiden altijd even naar ons. Het was leuk om een dagje weg te zijn. Er zijn zoveel mooie dingen te zien hier in Jordanië. En er wonen zo veel aardige mensen. Ik hoop dat we hier nog heel lang blijven wonen.
Wednesday, September 9, 2015
Zeven uur is gewoon te vroeg
Zo een, maar dan eentje die niet blaft. |
Toen papa weer thuiskwam, had hij een St. Bernard hond meegenomen. Zo een die in Zwitserland wordt gebruikt om mensen in nood te helpen. Hij blaft niet, maar verder is hij echt. Als ik niet kan slapen, mag deze hond bij mij in bed. Hij heeft heel lieve ogen en voelt lekker zacht.
Nu papa terug is, kan ik weer mezelf zijn. De laatste tijd vind ik dat 7 uur veel te vroeg is om naar bed te gaan. Het is voor mijn ontwikkeling beter als papa of mama nog een tijdje doorgaat met voorlezen. Pas heb ik een paar nieuwe boeken gekregen. Het ene gaat over een aap die zijn moeder kwijt is. Het tweede boek gaat over een giraf die eigenlijk niet kan dansen. Alle andere dieren lachen hem uit. En dan ontdekt hij ineens dat hij toch wel kan dansen. Deze boeken zijn heel leerzaam en daarom wil ik ze graag nog eens lezen. Maar dan moet ik ineens toch naar bed. Veel te vroeg voor mijn leeftijd.
Ik protesteer regelmatig tegen dit strenge regime. Maar helaas wordt de stem van kinderen nauwelijks gehoord. Papa en mama doen wat ze zelf willen. Als ik in bed lig, gebruik ik het eerste half uur om duidelijk te maken dat dit niet eerlijk is. Ik roep dan steeds: 'slapen klaar'. Dat betekent dat ik helemaal niet wil slapen. Soms komt papa of mama even kijken, maar helaas mag ik dan niet uit bed. Integendeel, ze vertellen me heel streng dat ik moet gaan slapen. Soms gooi ik uit pure frustratie mijn speen een eind weg. Maar dat lost ook niets op.
Al met al is het geen makkelijk bestaan. Niemand begrijpt waarom zeven uur gewoon te vroeg is voor mij. Gelukkig is er dan de hond uit Zwitserland. Tegen hem kan ik alles vertellen. En al praat hij niet terug, toch begrijpt hij me. Ook mijn aap blijft altijd geduldig luisteren. Meestal val ik na een half uur toch in slaap. De volgende morgen ben het dan meestal weer vergeten en begin ik opgewekt aan een nieuwe dag.
Wednesday, August 19, 2015
Je moet het niet dwingen
Het gaat goed met mijn leven hier in Jordanië. De mensen zijn heel aardig voor mij en ik kan al heel goed met de lego spelen. En op school gaat het ook prima. Maar met dat ik dacht dat het hier best goed gaat, kwam mama met een nieuw idee. En daar werd ik niet zo blij van.
Mama wilde mij gaan leren om op het potje te plassen. Samen met papa had ze zo'n zachtblauw potje gekocht. Er zat een deksel op en een sticker waarop stond dat hij in Turkije gemaakt was. Nu heb ik op zich niets tegen Turkije, maar wel tegen hun potjes. De kanten waren heel scherp. Steeds als ik er op ging zitten, deed het pijn aan mijn benen. Dan sprong ik er snel weer af.
Daarna hebben papa en mama een ander potje gekocht. Deze was niet recht en de randen waren niet scherp. Gelukkig zat dit potje wel lekkerder. Maar ik vind het toch vrij zinloos. Jarenlang gebruik ik een luier en dat gaat prima. En ineens moet dat dan veranderen. Ik moest wel tien keer per dag op het potje gaan zitten. En dan dachten papa en mama dat ik op commando zou gaan plassen. Ik zou wel gek zijn.
Het voordeel was dat ze wel altijd leuke verhalen gingen voorlezen als ik op het potje zat. Een was van Bobbi die ook op het potje ging. Die gehoorzaamde zijn papa en mama natuurlijk wel en plaste altijd keurig in het potje. Maar ik ben geen beer en ik heet ook geen Bobbi. Als het verhaal uit was, sprong ik gewoon weer op.
Mama heeft mij ook onderbroeken gegeven. Als ik die aan had, kreeg ik geen luier om. Het waren mooie onderbroeken, met gele en blauwe strepen. Maar als je dan plast, komt je hele broek eronder te zitten. Ik snap echt niet waarom ik niet gewoon een luier aan mocht. Zo duur zijn ze toch ook weer niet?
Omdat ik geen luier om had, heb ik een paar keer mijn broek volgeplast. En soms kwam het ook op de vloer. Dat is natuurlijk wel vervelend. Toen ik pas weer een keer moest, ben ik in het keukenkastje gekropen. Ik vroeg aan papa om het deurtje dicht te doen en toen heb ik daar even op m'n gemak alles laten gaan. Heerlijk was dat.
Vandaag heb ik toch weer een luier gekregen van mama. En ik ben niet meer op het potje gegaan. Ze zei tegen papa dat ze voorlopig even stopt met proberen. 'Want je moet het niet dwingen', zei ze erbij. En daar ben ik het helemaal mee eens.
Mama wilde mij gaan leren om op het potje te plassen. Samen met papa had ze zo'n zachtblauw potje gekocht. Er zat een deksel op en een sticker waarop stond dat hij in Turkije gemaakt was. Nu heb ik op zich niets tegen Turkije, maar wel tegen hun potjes. De kanten waren heel scherp. Steeds als ik er op ging zitten, deed het pijn aan mijn benen. Dan sprong ik er snel weer af.
Daarna hebben papa en mama een ander potje gekocht. Deze was niet recht en de randen waren niet scherp. Gelukkig zat dit potje wel lekkerder. Maar ik vind het toch vrij zinloos. Jarenlang gebruik ik een luier en dat gaat prima. En ineens moet dat dan veranderen. Ik moest wel tien keer per dag op het potje gaan zitten. En dan dachten papa en mama dat ik op commando zou gaan plassen. Ik zou wel gek zijn.
Het voordeel was dat ze wel altijd leuke verhalen gingen voorlezen als ik op het potje zat. Een was van Bobbi die ook op het potje ging. Die gehoorzaamde zijn papa en mama natuurlijk wel en plaste altijd keurig in het potje. Maar ik ben geen beer en ik heet ook geen Bobbi. Als het verhaal uit was, sprong ik gewoon weer op.
Mama heeft mij ook onderbroeken gegeven. Als ik die aan had, kreeg ik geen luier om. Het waren mooie onderbroeken, met gele en blauwe strepen. Maar als je dan plast, komt je hele broek eronder te zitten. Ik snap echt niet waarom ik niet gewoon een luier aan mocht. Zo duur zijn ze toch ook weer niet?
Omdat ik geen luier om had, heb ik een paar keer mijn broek volgeplast. En soms kwam het ook op de vloer. Dat is natuurlijk wel vervelend. Toen ik pas weer een keer moest, ben ik in het keukenkastje gekropen. Ik vroeg aan papa om het deurtje dicht te doen en toen heb ik daar even op m'n gemak alles laten gaan. Heerlijk was dat.
Vandaag heb ik toch weer een luier gekregen van mama. En ik ben niet meer op het potje gegaan. Ze zei tegen papa dat ze voorlopig even stopt met proberen. 'Want je moet het niet dwingen', zei ze erbij. En daar ben ik het helemaal mee eens.
Friday, August 14, 2015
Kleuren in de kerk
Vandaag is het vrijdag. Ik ga niet naar school en papa en mama gaan ook niet naar het werk. Want op vrijdag zijn we vrij. De winkels blijven dicht. En in onze straat rijden er maar weinig auto's. Er is veel minder lawaai. Vrijdag is eigenlijk net als zondag. Op vrijdag is alles een beetje anders dan andere dagen. Eerst willen papa en mama uitslapen. Dat wil ik eigenlijk niet, dus ik zeur net zo lang tot ik mag gaan spelen. En daarna gaan we eten. Niet in de keuken zoals op andere dagen, maar in de kamer of op het balkon. Het eten is op vrijdag ook een beetje lekkerder. En na het eten gaan we naar de kerk.
De kerk is een mooi gebouw met een kruis erop. Er zijn in de stad ook andere gebouwen die op een kerk lijken, maar die hebben een grote luidspreker in de toren. Dat zijn geen echte kerken eigenlijk. Buiten is het meestal heel warm, maar in de kerk is het een beetje koud. Als we binnenkomen zijn de mensen al aan het zingen. Soms zingen ze in het Arabisch en soms in het Engels, net als op school. Maar hier hebben de juffen geen doek om hun hoofd.
Ik weet nooit zo goed wanneer de kerk begint, want er blijven steeds nieuwe mensen binnenkomen. Ze zien er heel verschillend uit. Sommigen hebben een bruin gezicht en anderen zijn wit. Er zijn mensen bij met heel veel kleuren in hun kleren. Die komen uit Afrika. Anderen hebben een spijkerbroek met sportschoenen. Die komen uit Amerika. Andere mensen hebben een mooie gestreken blouse en een vouwbroek. Die komen uit Azië. Er is ook een meneer uit Mexico. Hij kan heel goed gitaar spelen en hij lacht bijna altijd. Zijn muziek klinkt anders dan als mama gitaar speelt. Hij speelt heel vlug en de tonen gaan heel snel op en neer. Dat is de Mexicaanse stijl.
De dominee komt uit Sudan. Dat is een land hier heel ver vandaan. Papa en mama zijn er weleens geweest, maar ik nog niet. De dominee heeft een gouden bril en hij is heel aardig. Als hij zingt doet hij altijd zijn handen in de lucht.
Als we heel lang gezongen hebben, gaat er iemand een verhaal vertellen. En iemand anders vertaalt het dan naar het Engels. In de kerk heet zo'n verhaal een preek en het is meestal niet zo mooi als in mijn kinderbijbel, dus ik luister niet zo goed. Meestal ga ik spelen met een boek of mijn aap. En ik ga ook vaak even kijken of er nog andere kinderen in de kerk zijn. Eigenlijk mag ik niet zoveel lopen door de kerk, maar soms doe ik het wel. Want de preek duurt meestal heel lang. Als ik het echt te lang vind duren ga ik met papa of mama naar buiten. Daar is een groot plein waar je kunt spelen. Er zijn ook andere kinderen. Mijn vriend is Micah, die is net zo oud als ik en ik zie hem elke week.
Als de kerk is afgelopen, zijn er koekjes. Het zijn hele lange koekjes en er staat altijd een grote schaal. Meestal neem ik er wel drie of zo want ze zijn best lekker. En soms geven andere mensen me er ook nog een. Of een stukje cake. Daarna gaan we naar huis. Dan is het eigenlijk tijd om te gaan eten, maar ik heb dan zoveel koekjes op dat er geen plaats meer is in mijn buik.
Na het eten ga ik even slapen. En als ik wakker word, is er nog heel veel tijd om te spelen. Op vrijdag doen we altijd veel leuke dingen. Soms gaan we weg met de auto. Of we gaan in de tuin spelen. Dat vind ik eigenlijk het allerleukst. Want daar staat mijn zandbak. En van het deksel kun je een zwembad maken.Het is jammer dat er in de kerk geen zandbakis, anders zou het nog leuker zijn om er naartoe te gaan. Maar zonder zandbak is het ook wel goed. Want de muziek is mooi, de mensen zijn lief en de koekjes zijn lekker.
De kerk is een mooi gebouw met een kruis erop. Er zijn in de stad ook andere gebouwen die op een kerk lijken, maar die hebben een grote luidspreker in de toren. Dat zijn geen echte kerken eigenlijk. Buiten is het meestal heel warm, maar in de kerk is het een beetje koud. Als we binnenkomen zijn de mensen al aan het zingen. Soms zingen ze in het Arabisch en soms in het Engels, net als op school. Maar hier hebben de juffen geen doek om hun hoofd.
Ik weet nooit zo goed wanneer de kerk begint, want er blijven steeds nieuwe mensen binnenkomen. Ze zien er heel verschillend uit. Sommigen hebben een bruin gezicht en anderen zijn wit. Er zijn mensen bij met heel veel kleuren in hun kleren. Die komen uit Afrika. Anderen hebben een spijkerbroek met sportschoenen. Die komen uit Amerika. Andere mensen hebben een mooie gestreken blouse en een vouwbroek. Die komen uit Azië. Er is ook een meneer uit Mexico. Hij kan heel goed gitaar spelen en hij lacht bijna altijd. Zijn muziek klinkt anders dan als mama gitaar speelt. Hij speelt heel vlug en de tonen gaan heel snel op en neer. Dat is de Mexicaanse stijl.
De dominee komt uit Sudan. Dat is een land hier heel ver vandaan. Papa en mama zijn er weleens geweest, maar ik nog niet. De dominee heeft een gouden bril en hij is heel aardig. Als hij zingt doet hij altijd zijn handen in de lucht.
Als we heel lang gezongen hebben, gaat er iemand een verhaal vertellen. En iemand anders vertaalt het dan naar het Engels. In de kerk heet zo'n verhaal een preek en het is meestal niet zo mooi als in mijn kinderbijbel, dus ik luister niet zo goed. Meestal ga ik spelen met een boek of mijn aap. En ik ga ook vaak even kijken of er nog andere kinderen in de kerk zijn. Eigenlijk mag ik niet zoveel lopen door de kerk, maar soms doe ik het wel. Want de preek duurt meestal heel lang. Als ik het echt te lang vind duren ga ik met papa of mama naar buiten. Daar is een groot plein waar je kunt spelen. Er zijn ook andere kinderen. Mijn vriend is Micah, die is net zo oud als ik en ik zie hem elke week.
Als de kerk is afgelopen, zijn er koekjes. Het zijn hele lange koekjes en er staat altijd een grote schaal. Meestal neem ik er wel drie of zo want ze zijn best lekker. En soms geven andere mensen me er ook nog een. Of een stukje cake. Daarna gaan we naar huis. Dan is het eigenlijk tijd om te gaan eten, maar ik heb dan zoveel koekjes op dat er geen plaats meer is in mijn buik.
Na het eten ga ik even slapen. En als ik wakker word, is er nog heel veel tijd om te spelen. Op vrijdag doen we altijd veel leuke dingen. Soms gaan we weg met de auto. Of we gaan in de tuin spelen. Dat vind ik eigenlijk het allerleukst. Want daar staat mijn zandbak. En van het deksel kun je een zwembad maken.Het is jammer dat er in de kerk geen zandbakis, anders zou het nog leuker zijn om er naartoe te gaan. Maar zonder zandbak is het ook wel goed. Want de muziek is mooi, de mensen zijn lief en de koekjes zijn lekker.
Tuesday, August 11, 2015
Het leven van een kunstenaar
Dit was mijn kunstwerk. Maar er is bijna niets van over |
Ik heb een boekje over Nijntje in het museum. Nijntje bekijkt daar schilderijen en ze gaat ook zelf een beetje verven. Ik vind het een mooi boek en bijna elke dag vraag ik of papa of mama het wil voorlezen.
Op school verf ik zelf ook heel vaak. Juf Lima maakt dan mijn hele hand blauw en dan moet ik die op een papier drukken. En ineens staat er dan een hand op het papier. Daarna ga ik er met een kwast nog iets moois van maken. Ik heb al een keer een kip geschilderd. En ook een koe. Die had allemaal zwarte stippen gekregen van mij. Thuis noem ik het een koe, maar op school zeg ik gewoon 'cow' want dat doet juf Lima ook.
Nijntje vond het schilderen heel leuk en ik ook. Thuis heb ik geen verf, maar wel krijtjes. En een kleurboek van Mickey Mouse. De krijtjes zitten in een doosje waar eerst boter in zat. Dat is allemaal op mijn boterhammen gegaan en nu is er plaats voor mijn krijtjes. Het doosje staat altijd op mijn tafel, samen met het kleurboek. Elk dag maak ik wel een tekening van krijtjes. Pas heb ik er een opgestuurd naar opa omdat hij jarig was. Een postbode heeft de tekening meegenomen in het vliegtuig en naar opa gebracht. En oma appte een foto van opa en de tekening, dus hij is echt aangekomen!
Verven en krijten is heel leuk. Nijntje wil later een echte kunstenaar worden. Ik wil dat ook graag, want ik vind dat ik best goed kan tekenen. Soms zet ik eerst een grote streep op het papier en dat is dan papa. En nog een streep voor mama. En met een andere kleur teken ik opa en oma en Matthanja. De strepen lijken misschien niet echt op mensen, maar ze zijn het toch. Ik vertel ook altijd aan mama wat de strepen betekenen, want anders begrijpt ze het niet.
Een kunstenaar moet zijn werk goed kunnen doen. Pas bedacht ik dat het een goed idee zou zijn om eens niet het kleurboek te gebruiken. Ik heb lang nagedacht over waar ik nog meer de krijtjes op kon gebruiken. Mama was in de andere kamer, dus haar kon ik het niet vragen. Toen heb ik een tekening gemaakt op de muur van de woonkamer. Het is een witte muur en ik heb er met zwarte en rode krijtjes iets heel moois van gemaakt. Daarna heb ik ook de verwarming, de vloer en het raam heel mooi gemaakt met allerlei kleuren. Na een tijdje kwam mama de kamer in en die reageerde een beetje apart. Haar mond stond heel streng en ze zei dat het niet mocht, maar haar ogen stonden niet boos. Het leek net of ze moest lachen. Ik vond het jammer dat ze niets zei over hoe mooi mijn tekening was.
Later kwam papa thuis en die zei dat ik nooit meer op de muur mag tekenen. En ook niet op de verwarming en het raam. Echt heel jammer is dat. En nog erger: de volgende morgen waren mijn tekeningen verdwenen. Papa en mama hadden met water en een borstel alles weggepoetst. Op de muur en de verwarming kun je nog net heel vaag mijn kunstwerk zien. Ik kijk er graag naar, want het is het overblijfsel van een onbegrepen kunstenaarsbestaan. We zullen het nooit zeker weten, maar misschen hebben papa en mama met hun poetsbeurt wel een groots meesterwerk vernietigd.
Monday, August 3, 2015
Een woestijn in de stad
Nou. vandaag was het echt super warm zeg. Het begon vanmorgen al. Ik had eerst even uitgeslapen omdat ik nog in weekendstemming was. Maar toen moest ik toch echt eruit omdat ik op tijd op school moest zijn. Vanaf het moment dat ik uit bed kwam, was het gelijk heel warm. Ik zag op papa's gezicht allemaal druppels water staan.
Eigenlijk zou je op zo'n dag als vandaag het liefst heel de dag in het zwembad in de tuin zitten. Als je in het water bent, heb je ook druppels op je gezicht, maar dan is het toch niet warm. Gisteren heb ik nog in het zwembad gespeeld, maar vandaag had ik daar echt geen tijd voor want ik moest al vroeg naar school.
Toen ik aankwam op school stond er een andere juffrouw te wachten. Eigenlijk moest miss Lima er staan, maar die zag ik even niet . De andere juffrouw droeg een lang zwart laken en zo'n doek over haar hoofd. Ze lachte wel naar me, maar toch zag er er een beetje eng uit. Van schrik moest ik even huilen. En ik was ook wel een beetje verdrietig voor deze mevrouw, want zij moet het wel driedubbel warm gehad hebben met al die zwarte kleren om haar heen. Ik liep in een korte broek en een blouse met korte mouwen en ik had het al warm, maar bij deze mevrouw zag je alleen haar ogen, haar neus, haar mond en haar wangen. De rest was allemaal ingepakt.
Gelukkig zag ik mijn eigen juf al snel en toen ging ik spelen. Aan de binnenkant van de school is het niet zo warm. Aan het dak hangt een witte bak en daar komt koude lucht uit. Als je er voor gaat staan, voel je die lucht langs je oren waaien en gaan je haren door elkaar. Na een tijdje gingen we ook buiten spelen. Dat doen we altijd op school, maar vandaag duurde het een beetje korter. Dat was omdat het heel warm was. Miss Lima zei al snel dat we weer naar binnen gingen. Ik was net in de zandbak aan het spelen, dus het was wel een beetje jammer. Maar het was ook fijn om weer naar de koude lucht te gaan.
Aan het einde van de dag gingen we nog naar het gymlokaal. Dat is altijd het leukste van de dag. Niet alleen omdat je daar kunt spelen, maar ook omdat ik weet dat mama mij dan bijna weer komt ophalen. Maar vandaag was er een grote verrassing... terwijl ik aan het spelen was, ging de deur open en toen stond papa daar ineens. Hij had me nog nooit eerder opgehaald, omdat hij moet werken. Maar vandaag kwam hij toch. Dat was omdat mama vanaf deze week ook aan het werk was. Ik was heel blij dat ik papa zag. Zo blij zelfs, dat ik er gewoon even van moest huilen. Ik riep gelijk heel hard bye bye tegen iedereen, want ik wilde snel met papa en de auto naar huis.
Papa praatte nog even met de juffrouw. Zij gaf me ook de vogel die ik vandaag had geknipt en gekleurd. Die mocht ik mee naar huis nemen. Het was best een mooie vogel, maar niet zo mooi als de vogels in opa Henk z'n schuur. Daar ben ik nu al heel lang niet geweest. De vogels daar hebben heel veel kleuren en maken mooie geluiden.
Samen met papa ben ik naar huis gereden. Het was heel warm, maar er was geen zon. Het was zelfs een beetje donker. Dat kwam omdat er een zandstorm aankwam. De hele lucht was vol met zandkorrels. En die kwamen allemaal langzaamaan neer op de huizen en de auto's. Eigenlijk werd de stad steeds meer een beetje een woestijn vol met zand.
Zo meteen ga ik naar bed. Het is nog steeds warm. Als ik ga slapen, doe ik maar geen pyama aan. En bij mijn bed staat een wit ding dat ronddraait als ik slaap. Ik noem het altijd een vliegtuig, maar mama zegt dat het niet klopt. Zij noemt het een ventilator. Maar dat is best een moeilijk woord. Ik noem het gewoon een vliegtuig. Het draait heel hard rond en er komt ook iets van koude lucht uit. Dan is het gelukkig toch niet zo warm als ik in bed lig. En zo kan ik lekker gaan slapen. En dromen over papieren vogels en de echte van opa. En over die mevrouw met dat zwarte laken. En over de woestijn in de stad. En over papa die mij kwam ophalen. Want dat was toch wel het allerleukste van vandaag.
Eigenlijk zou je op zo'n dag als vandaag het liefst heel de dag in het zwembad in de tuin zitten. Als je in het water bent, heb je ook druppels op je gezicht, maar dan is het toch niet warm. Gisteren heb ik nog in het zwembad gespeeld, maar vandaag had ik daar echt geen tijd voor want ik moest al vroeg naar school.
Toen ik aankwam op school stond er een andere juffrouw te wachten. Eigenlijk moest miss Lima er staan, maar die zag ik even niet . De andere juffrouw droeg een lang zwart laken en zo'n doek over haar hoofd. Ze lachte wel naar me, maar toch zag er er een beetje eng uit. Van schrik moest ik even huilen. En ik was ook wel een beetje verdrietig voor deze mevrouw, want zij moet het wel driedubbel warm gehad hebben met al die zwarte kleren om haar heen. Ik liep in een korte broek en een blouse met korte mouwen en ik had het al warm, maar bij deze mevrouw zag je alleen haar ogen, haar neus, haar mond en haar wangen. De rest was allemaal ingepakt.
Gelukkig zag ik mijn eigen juf al snel en toen ging ik spelen. Aan de binnenkant van de school is het niet zo warm. Aan het dak hangt een witte bak en daar komt koude lucht uit. Als je er voor gaat staan, voel je die lucht langs je oren waaien en gaan je haren door elkaar. Na een tijdje gingen we ook buiten spelen. Dat doen we altijd op school, maar vandaag duurde het een beetje korter. Dat was omdat het heel warm was. Miss Lima zei al snel dat we weer naar binnen gingen. Ik was net in de zandbak aan het spelen, dus het was wel een beetje jammer. Maar het was ook fijn om weer naar de koude lucht te gaan.
Aan het einde van de dag gingen we nog naar het gymlokaal. Dat is altijd het leukste van de dag. Niet alleen omdat je daar kunt spelen, maar ook omdat ik weet dat mama mij dan bijna weer komt ophalen. Maar vandaag was er een grote verrassing... terwijl ik aan het spelen was, ging de deur open en toen stond papa daar ineens. Hij had me nog nooit eerder opgehaald, omdat hij moet werken. Maar vandaag kwam hij toch. Dat was omdat mama vanaf deze week ook aan het werk was. Ik was heel blij dat ik papa zag. Zo blij zelfs, dat ik er gewoon even van moest huilen. Ik riep gelijk heel hard bye bye tegen iedereen, want ik wilde snel met papa en de auto naar huis.
Papa praatte nog even met de juffrouw. Zij gaf me ook de vogel die ik vandaag had geknipt en gekleurd. Die mocht ik mee naar huis nemen. Het was best een mooie vogel, maar niet zo mooi als de vogels in opa Henk z'n schuur. Daar ben ik nu al heel lang niet geweest. De vogels daar hebben heel veel kleuren en maken mooie geluiden.
Samen met papa ben ik naar huis gereden. Het was heel warm, maar er was geen zon. Het was zelfs een beetje donker. Dat kwam omdat er een zandstorm aankwam. De hele lucht was vol met zandkorrels. En die kwamen allemaal langzaamaan neer op de huizen en de auto's. Eigenlijk werd de stad steeds meer een beetje een woestijn vol met zand.
Zo meteen ga ik naar bed. Het is nog steeds warm. Als ik ga slapen, doe ik maar geen pyama aan. En bij mijn bed staat een wit ding dat ronddraait als ik slaap. Ik noem het altijd een vliegtuig, maar mama zegt dat het niet klopt. Zij noemt het een ventilator. Maar dat is best een moeilijk woord. Ik noem het gewoon een vliegtuig. Het draait heel hard rond en er komt ook iets van koude lucht uit. Dan is het gelukkig toch niet zo warm als ik in bed lig. En zo kan ik lekker gaan slapen. En dromen over papieren vogels en de echte van opa. En over die mevrouw met dat zwarte laken. En over de woestijn in de stad. En over papa die mij kwam ophalen. Want dat was toch wel het allerleukste van vandaag.
Friday, July 31, 2015
Mijn beste vriend
We hebben geen grote klikobakken zoals in Nederland. Hier is het eigenlijk veel makkelijker want we doen alles bij elkaar. Papier, batterijen, plastic en ook mijn luiers gaan in 1 grote zak. Aan het einde van de dag zetten we die in het trappenhuis. Iedere dag komt Abu Mona het afval ophalen en hij brengt het naar een container die ergens op straat staat.
Die containers worden weer helemaal uitgezocht door veel andere mensen. Sommigen halen al het papier eruit en anderen weer het plastic. Zo wordt het afval toch gescheiden, alleen hoeven wij er mooi niets aan te doen.
Het is wel fijn dat Abu Mona de zak met afval iedere dag ophaalt. Dan gaat het niet stinken in huis. Abu Mona woont in de kelder van ons gebouw. Daar heeft hij een klein kamertje waar een bed en een oude televisie staat. Vaak als ik uit de lift kom, zie ik Abu Mona. Hij is een beetje mijn vriend want hij is heel aardig voor mij. Hij maakt altijd een praatje, alleen versta ik er meestal niets van. Dat komt omdat hij zijn tanden op elkaar houdt als hij praat.
Ik denk dat Abu Mona best arm is, want heeft altijd een zwarte broek en een blauw shirt aan. Ik denk dat hij geen geld heeft om andere kleren te kopen. En hij heeft ook geen geld voor een kam want zijn haar zit altijd een beetje rommelig. Maar hij is wel altijd blij. Als ik hem zie geef ik hem altijd een hand en dan lacht hij heel vriendelijk.
Abu Mona is geboren in Egypte. Dat is een ander land hier heel ver vandaan. Omdat hij geen werk kon vinden, is hij naar Jordanië gekomen. Hij is getrouwd en heeft 3 kinderen, maar die zijn allemaal in Egypte. Heel soms gaat hij terug naar Egypte. Dat is een lange reis door de woestijn en over de zee. Het duurt heel lang voordat hij er is en als hij dan eindelijk aankomt moet hij vast heel moe zijn. Zijn vrouw en kinderen zullen wel heel blij zullen zijn als ze hem weer eens zien na zo'n lange tijd. Ik vind het al lang duren als mijn papa een hele dag naar het werk is. Als ik aan het einde van de dag hoor dat hij de sleutel in de deur steekt, begin ik al heel hard papa te roepen en hol ik snel naar de deur om hem te zien. Maar Abu Mona komt niet elke avond thuis.
Gelukkig verdient hij wel geld hier in Jordanië. Iedereen die in ons gebouw woont betaalt hem elke maand een beetje geld. En als je dat bij elkaar doet, is het best een hoop. Abu Mona gebruikt dat geld om zelf eten te kopen en de rest stuurt hij naar zijn familie in Egypte zodat zij ook kunnen eten. En daar worden ze vast een beetje blij van. Natuurlijk is het wel jammer dat hij zijn kinderen niet elke dag kan zien. Daarom doe ik altijd heel lief tegen hem. Steeds als hij mij ziet, wordt hij een beetje blij. En dan word ik ook weer blij. Ik denk eigenlijk dat Abu Mona mijn beste vriend is.
Subscribe to:
Posts (Atom)